Vogelaar: bezwaar woningcorporatie De Veste ongegrond

Minister Vogelaar (Wonen, Werken en Integratie) heeft het besluit genomen dat het bezwaar van woningcorporatie De Veste ongegrond is. Dat heeft zij vrijdag bekend gemaakt. Het bezwaar van De Veste is gericht tegen het niet kunnen uittreden uit het bestel.

De rechtsvoorganger van woningcorporatie De Veste is op 25 april 1963 als instelling in de zin van het huidige artikel 70 Woningwet toegelaten. De Veste heeft bij brief van 3 maart 2008 minister Vogelaar gevraagd die toelating in te trekken. De minister heeft dit verzoek op 24 april 2008 bij besluit afgewezen. Tegen dat besluit had de Veste bezwaar aangetekend. Tijdens de hoorzitting op 23 september 2008 in Den Haag heeft De Veste haar bezwaren toegelicht.

De Veste is een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet. Toelating is alleen mogelijk als de corporatie zich verbindt uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam te zijn. Toegelaten instellingen vervullen een aanzienlijke rol bij de invulling van de grondwettelijke taak om voldoende woongelegenheid te bevorderen. De blijvende inzet voor de volkshuisvesting van hun vermogen in het algemeen en van hun woningvoorraad in het bijzonder moet daarom verzekerd zijn. In de Woningwet en het Besluit beheer sociale-huursector is in die verzekering voorzien. Als een toegelaten instelling niet langer uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam is, kan de toelating ingetrokken worden. Intrekking van de toelating heeft ontbinding en vereffening van de stichting of vereniging tot gevolg.