Naar een volwassen bachelor-masterstructuur

Studenten kunnen in de toekomst niet meer zonder bachelordiploma aan hun masteropleiding beginnen. Zoals ook in andere landen met een volwassen bachelor-masterstructuur, wordt het keuzemoment tussen bachelor en master belangrijker. Dit bevordert mobiliteit van studenten en kwaliteitsverhoging van zowel de bachelor- als masteropleidingen. Universiteiten zullen moeten werken aan duidelijke en transparante toelatingseisen voor de masteropleidingen, en zo mogelijk zorgen voor verschillende startmomenten van masteropleidingen. Om internationalisering te bevorderen kunnen universiteiten die met internationale partijen samenwerken ('joint degree') ook masteropleidingen van anderhalf jaar starten; nu is de keuze beperkt tussen een of twee jaar. De ministerraad heeft op voorstel van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ingestemd met de notitie 'Naar een volwassen bachelor-masterstructuur' waarin deze voorstellen zijn opgenomen. Het kabinet wil met deze aanpak dat studenten bewuster voor kwaliteit gaan kiezen en dat universiteiten de bachelor- en masteropleidingen meer als op zichzelf staande opleidingen inrichten.

Medio 2002 is de zogeheten bachelor-masterstructuur wettelijk ingevoerd in het hoger onderwijs. Dat moest leiden tot een betere erkenning van het Nederlands hoger onderwijs in het buitenland en tot meer flexibiliteit en keuzevrijheid voor studenten. Uit een evaluatie, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW, blijkt dat de invoering snel is gegaan, er meer verscheidenheid in opleidingen is gekomen en de aansluiting tussen hogescholen en universiteiten is verbeterd, maar ook dat de mobiliteit van studenten nog beperkt is. Studenten kiezen in grote getale voor de bij hun bacheloropleiding behorende doorstroommaster (ongeveer 80 procent) en de internationale mobiliteit is niet toegenomen (naar schatting zo'n 5 procent kiest voor een buitenlandse master).

Bachelor en master lopen nu nog te vaak gewoon in elkaar over. Het kabinet wil dat veranderen: studenten krijgen vanaf studiejaar 2010/2011 alleen nog maar toegang tot een masteropleiding als zij in het bezit zijn van een bachelordiploma. Dat moet het keuzegedrag van studenten bewuster maken. Studenten die bewust kiezen zorgen dat universiteiten sterker afgerekend worden (en zich meer zullen profileren) op kwaliteit. Deze maatregel zorgt ervoor dat er in de masteropleidingen een meer homogene groep studenten zit, die op gelijk niveau beginnen en die zich volledig op de master kunnen concentreren. Ook dat is goed voor de kwaliteit. Om onnodige studievertraging te voorkomen, worden met hoger onderwijsinstellingen afspraken gemaakt over voldoende instroommomenten voor studenten.

Universiteiten moeten werken aan betere transparantie van de toelatingseisen voor masteropleidingen. Een opleiding aan de universiteit bestaat nu meestal uit een driejarige bachelor en een een- of tweejarige master. Omdat internationale samenwerking in de masterfase soms lastig is door verschillen in opleidingsduur, wil het kabinet bij internationale joint-degrees ook masteropleidingen van anderhalf jaar mogelijk maken. Binnenkort worden joint degrees wettelijk mogelijk gemaakt.