HPV-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

PG/ZP 2.884.276

31 oktober 2008

In mijn brieven van 14 april 2008 en 8 juli 2008 , heb ik u laten weten dat ik mijn besluit om vaccinatie tegen het Humaan Papillomavirus (HPV) op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma mede afhankelijk gemaakt heb van de uitkomst van de aanbestedingsprocedure.

In mijn brief van 8 juli 2008 schreef ik: “Uitgangspunt voor de uiteindelijke toevoeging aan het RVP is dat de vaccinatie kosteneffectief moet kunnen worden uitgevoerd; ik streef ernaar om een totaalpakket preventieve maatregelen tegen baarmoederhalskanker aan te bieden dat in zijn totaliteit voldoet aan de eis van kosteneffectiviteit”.

Op basis van deze uitgangspunten is een internationale aanbestedingsprocedure uitgevoerd. Inmiddels heeft die procedure geleid tot twee offertes. Ik heb deze beoordeeld.

Ik heb mijn voorgenomen gunningsbesluit gedeeld met de aanbieders van de offertes. Hierop heeft één van de partijen besloten om tegen dit voorgenomen besluit bezwaar aan te tekenen bij de rechtbank. Dit bezwaar dient begin november a.s.. Dit betekent dat ik – hangende die procedure – geen verdere mededelingen zal doen. Na een uitspraak van de rechter zal ik u van mijn definitieve gunningsbesluit op de hoogte brengen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

[1]PG/ZP 2844328 en PG/ZP 2859072