Antwoorden op kamervragen over de financiële situatie bij Curoil

Antwoorden op kamervragen van de leden Leerdam en Tang (beiden PvdA), ingezonden 6 oktober 2008.

1. Vraag
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Curoil vreest PdVSA’? 1)

1. Antwoord
Ja

2. Vraag
Bent u op de hoogte van de financiële situatie bij Curoil? Zo ja, sinds wanneer? Hoe beoordeelt u deze situatie?

2. Antwoord
Ik heb tijdens mijn werkbezoek van 29 september tot en met 2 oktober jongstleden aan Aruba, Curaçao en Bonaire kennis genomen van deze berichtgeving. De beoordeling van de financiële situatie is niet aan mij, maar aan de verantwoordelijke Antilliaanse bewindspersonen. Omdat hier volgens de berichtgeving mogelijk ook een internationale component aan zou kunnen zitten, heb ik voor de goede orde ook de minister van Buitenlandse Zaken hierop geattendeerd.

3. Vraag
Wat is de rol van de Antilliaanse overheid én van de Nederlandse overheid ten aanzien van toezicht en controle op de liquiditeitspositie van Curoil en andere Antilliaanse overheidsondernemingen? Welke andere Antilliaanse overheidsondernemingen hebben een schuldenlast?

3. Antwoord
De Antilliaanse c.q. Eilandelijke overheid is, als (prijs)regulator en als aandeelhouder, verantwoordelijk voor het toezicht en controle op de liquiditeitspositie van Curoil en andere Antilliaanse overheidsondernemingen. Nederland speelt daarin geen rol. Uw vervolgvraag gaat over schuldenlast. Voor zover mij bekend hebben alle Antilliaanse overheidsbedrijven een schuldenlast, wat niet per definitie een gevaar voor de voortzetting van de bedrijfsvoering impliceert. In beginsel financiert ieder bedrijf zijn activiteiten met een combinatie van eigen vermogen en vreemd vermogen, oftewel schuld.

4. Vraag
Curoil heeft 100 miljoen gulden nodig teneinde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen; is het aannemelijk dat de Antilliaanse overheid dit bedrag kan voldoen? Is overname van Curoil door PdVSA een reële mogelijkheid? Zo neen, waarom niet?

4. Antwoord
Overname van deze schuld door de Antilliaanse overheid is op dit moment niet aan de orde. De Antilliaanse overheid zal, in zijn hoedanigheid als toezichthouder en aandeelhouder, samen met Curoil een oplossing voor de ontstane situatie moeten vinden. Het is niet zo dat indien een bedrijf een hoge schuld heeft bij een ander bedrijf, er automatisch sprake zal zijn van een overname. Bedrijven hebben immers ter financiering van hun activiteiten schulden, hetzij langlopend bij bijvoorbeeld banken, hetzij kortlopend bij bijvoorbeeld leveranciers. De situatie wordt zorgwekkend als het bedrijf niet meer in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen, bijvoorbeeld rentebetalingen en aflossingen. Een dergelijke situatie kan uiteindelijk leiden tot verkoop van bezittingen om de schuld aan de schuldeiser in te lossen. Vooralsnog lijkt deze situatie zich bij Curoil niet aan te dienen. Ik zal mij van de situatie op de hoogte blijven stellen.

1) Antilliaans Dagblad, 2 oktober 2008