Meer beleidsvrijheid gemeenten in nieuw stedenbeleid

De grote gemeenten krijgen meer beleidsvrijheid bij de aanpak van maatschappelijke problemen in de steden. Daardoor neemt de bestuurlijke drukte af zodat gemeenten meer kunnen focussen op de uitvoering van de afspraken die ze maken met lokale partijen als scholen, bedrijven en corporaties. Samen met de al ingezette wijkaanpak en het preventiebudget voor wijken die dreigen af te glijden draagt het kabinet zo bij aan de ontwikkeling van vitale steden zodat bewoners vooruit komen op de sociale ladder. Dat schrijft het kabinet op voorstel van minister Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) vandaag aan de Tweede Kamer.

Het kabinet had in het coalitieakkoord al afgesproken ook na het aflopen van de huidige convenantsperiode van het GSB (2004-2009) een speciaal beleid voor de grote steden te blijven voeren. Rijk, gemeenten en lokale partijen profiteren bij de aanpak van de problemen in de stad van de verworvenheden die het GSB tot nu toe heeft opgeleverd, zoals een integrale aanpak en het samenvoegen van diverse geldstromen. Met de nieuwe decentralere opzet komt het kabinet tegemoet aan de wens van de gemeenten om meer lokale slagkracht door prestatieafspraken op hoofdlijnen te maken.

Het stedenbeleid is door de grotere nadruk op de uitvoering niet alleen actiever, maar ook meer selectief: het richt zich op speciale gebieden en thema's. De gebiedsgerichte aanpak is met het actieplan Krachtwijken voor 40 geselecteerde wijken al ingezet. Voor wijken die dreigen af te glijden is er een preventiebudget. Het kabinet wil verder lokale partijen stimuleren bij het oppakken van complexe thema's als multiprobleemgezinnen en de schooluitval van jongeren. Met experimenten wil het rijk samen met de gemeenten kennis opdoen voor een vernieuwende aanpak. Het kabinet onderzoekt verder de gevolgen van bevolkingskrimp voor de stad. In Heerlen is daarvoor een coördinerend Topteam ingesteld.

In het kader van de themagerichte aanpak komt er verder een onderzoek naar preventieve maatregelen in steden met eenvormige zestiger- en zeventigerjaren wijken met een eenzijdige bevolkingssamenstelling. Het gaat onder andere om de steden Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer en Zoetermeer. Deze vijf 100.000+ gemeenten worden bij het stedenbeleid betrokken. Het kabinet voert zo de motie Ortega uit.

Voor de financiering van fysieke plannen op het gebied van onder andere wonen en ruimte komt er vanuit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) geld beschikbaar voor de periode 2010 tot en met 2014. Volgend jaar, bij de begrotingsbehandeling voor 2010, wordt de hoogte van het investeringsbudget vastgesteld. 2010 wordt overgangsjaar: het kabinet bereidt een wetswijziging voor om het ISV via het Gemeente- en Provinciefonds uit te keren zodat de uitvoeringslasten dalen. De verwachting is dat dit vanaf 2011 ingaat. De gebundelde budgetten uit het Gemeentefonds voor sociaal beleid gaan deels over naar het nieuwe Participatiebudget waarin geld zit voor inburgering, werk en onderwijs.

Download