Inspectierapport signalering kindermishandeling op SEH-afdelingen in ziekenhuizen

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

JZ/LJ-2886833

23 oktober 2008

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft op 23 oktober 2008 een rapport uitgebracht met als titel: “Spoedeisende eerstehulpafdeling van ziekenhuizen signaleert kindermishandeling nog onvoldoende: gebroken arm nog te vaak een ongelukje”.

Mede namens minister Klink van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bied ik u dit rapport aan.

Uit het onderzoek van de inspectie komt naar voren dat slechts vier procent van het totale aantal meldingen van kindermishandeling bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) afkomstig is uit de ziekenhuizen. De conclusie van de inspectie is dat de voorwaarden voor verantwoorde signalering van kindermishandeling nog onvoldoende zijn ingevuld. Op het niveau van de Raad van Bestuur krijgt het onderwerp nog te weinig aandacht, maar ook scholing, protocollering en registratie schieten tekort.

Het is belangrijk om te weten hoe in de ziekenhuizen wordt omgegaan met signalering van kindermishandeling. Op dit moment levert dat een zorgelijk beeld op.
Ik wil er in dit verband wel op wijzen dat de gegevens voor het onderzoek al eind 2007 zijn verzameld. Sindsdien hebben zich ook hele concrete positieve ontwikkelingen voorgedaan. Zo heeft de KNMG de meldcode kindermishandeling geactualiseerd en aangescherpt. De nieuwe meldcode verlangt van artsen dat zij niet te lang zwijgen en zich actief inzetten in de strijd tegen kindermishandeling (van “zwijgen tenzij, naar spreken tenzij”). (Na)scholing voor artsen is essentieel om meer bewustwording rond kindermishandeling en de rol van de arts te vergroten. De KNMG werkt aan een programma van voorlichting, bij- en nascholing.

Ook zijn er ziekenhuizen (zoals het Medisch Centrum Haaglanden te Den Haag en de ziekenhuizen in de regio Utrecht) die protocollen hebben ontwikkeld én gebruiken met als doel kindermishandeling eerder te signaleren en sneller te melden.

Niettemin is het van belang de aanpak van kindermishandeling op de spoedeisende hulpafdeling van ziekenhuizen verder te verbeteren. Uit het rapport van de inspectie komt naar voren dat de ziekenhuizen nagenoeg allemaal hun verantwoordelijkheid oppakken en een verbeterplan hebben opgesteld. Zij zijn bereid maatregelen te nemen om hun signaleringsfunctie met betrekking tot kindermishandeling te verbeteren.

Ik heb het IGZ-rapport onder de aandacht gebracht van de Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling. Deze Stuurgroep, onder voorzitterschap van de heer Opstelten, zal de signalen uit het rapport gebruiken in de gesprekken die op dit moment met brancheorganisaties en de ziekenhuissector worden gevoerd. De stuurgroep heeft mij overigens laten weten zelf ook contact op te nemen met de inspectie om te bezien welke actieve rol zij verder kunnen vervullen.

In de brief aan de Tweede Kamer die nadere uitwerking geeft aan de brief van 3 september over de verplichte meldcode (die naar verwachting eind november 2008 zal worden verzonden) wordt eveneens expliciet aandacht besteed aan het belang van de randvoorwaarden voor effectieve signalering van kindermishandeling (en/of huiselijk geweld).

De inspectie heeft aangegeven dat in het jaar 2009 een vervolgrapportage zal worden uitgebracht. Mocht daaruit naar voren komen dat er nog ziekenhuizen zijn die geen verantwoorde zorg leveren op het gebied van de signalering van kindermishandeling, dan zal de inspectie waar nodig verscherpt toezicht instellen en handhavend optreden.

Er zijn door uw Kamer opmerkingen gemaakt over een meldplicht voor de politie. De politie is koploper wat betreft het aantal meldingen bij het AMK (24,6% van de meldingen in 2007). Onderdeel van het Actieplan Aanpak Kindermishandeling, dat ik u mede namens de minister van Justitie in juli 2007 heb toegezonden, is het uitvaardigen van een aanwijzing voor de opsporing en vervolging van kindermishandeling door het OM. In 2009 zal deze worden uitgevaardigd en vervolgens worden geïmplementeerd. Hiermee heeft de aanpak van kindermishandeling een stevige plek in de interne regelgeving die door iedere politiefunctionaris gevolgd dient te worden. Het invoeren van een meldplicht voor de politie zal materieel geen toegevoegde waarde hebben.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet