Voorstellen voor efficiënte afwikkeling massaschade

Minister Hirsch Ballin bereidt aanvullende maatregelen voor die een efficiënte afwikkeling van massaschade bevorderen. Het moet voor partijen aantrekkelijker worden onderhandelingen te beginnen of een schikking te treffen. Hierdoor wordt de kans op een regeling tussen slachtoffer(s) en veroorzaker van de schade groter.

Dit zegt de minister in zijn toespraak bij de opening van het internationale congres ‘Access to Justice in European Mass Disputes’ aan de Universiteit van Tilburg.

Hirsch Ballinoverweegt partijen de mogelijkheid te geven al in een vroeg stadium de rechter in te schakelen als het niet meteen lukt een collectieve regeling tot stand te brengen. Verder onderzoekt de minister op welke manier de rechter bij massaschade zogeheten prejudiciële vragen kan stellen aan de hoogste rechter, de Hoge Raad.

De voorstellen zijn een aanvulling op de Wet collectieve afwikkeling van massaschade die in 2005 in werking is getreden. Hierdoor werd het mogelijk een overeenkomst, die is gesloten tussen de veroorzaker(s) van de schade en een of meer organisaties die de belangen van slachtoffers behartigt, door de rechter verbindend te laten verklaren voor de gehele groep van gedupeerden. Met behulp van de regeling zijn inmiddels twee massaschadezaken afgerond: de DES- en de Dexia-zaak met schikkingen van respectievelijk 37 miljoen euro en 1 miljard euro. De zaken van Shell, Vedior en Vie d’ Or staan nog op de rol.