Toespraak bij de Landschapstop in Apeldoorn

Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), mevrouw G. Verburg, bij de Landschapstop op 27 september 2008 in Apeldoorn.

Dames en heren,
Dat wat Nederland tot 'mooi Nederland' maakt, raakt ons recht in het hart. Dat was de eerste indruk die ik kreeg toen ik de internetdiscussie over landschap bekeek. Ik ben die discussie gestart samen met mijn collega van VROM en het Landschapsmanifest. Het liep storm op deze site!

Vijf weken konden we het landschap zien door de ogen van de gebruikers en genieters: de burger, de boer, de ondernemer, de jongere, de oudere, de stadsmens, de plattelandsmens. Elfhonderd mensen vertelden uit zichzelf wat zij er mooi, kunstig of karakteristiek aan vinden. Hoe hun ideale landschap oogt en vooral ook waar het ligt. Ze vertelden ook wat hen stoort, en ze lieten zelfgemaakte foto's zien. Het ideale landschap is persoonlijk, maar niet per sé particulier. Het maakt eigenlijk niet zo veel uit waar het ligt: langs de snelweg, in de volkstuin, langs de oeverrand. Wat burgers veel meer bezig houdt, is eigenheid: karakteristieke landschappen met een geschiedenis of plattelandsgebieden. Wat die landschappen typeert, dàt moet overeind blijven. Dat maken de reacties ook duidelijk. In Limburg moet het er Limburgs uit zien, in Friesland Fries. Het mag nooit instant landschap worden.

Heeft de burger dan geen oog voor de noodzakelijke veranderingen? Ja zeker, zeggen een aantal, we wonen niet in een museum, maar in een dynamische maatschappij. Het hoort er nu eenmaal bij dat alles om ons heen constant verandert. Kijk naar de veranderingen die het landschap door de eeuwen heen heeft doorgemaakt. Tegelijkertijd gaat de natuur ook zelf haar gang. Een boeiend spanningsveld. Windmolen in de wei erbij? Moet kunnen. Ook dat is tenslotte Nederland. Moderne architectuur mag, bouwen met natuurlijke materialen moet.

En vervolgens is de vraag: en wie moet er dan verantwoordelijkheid voor nemen? Wij, zegt de burger. Wij, de boeren, burgers en buitenlui. De eigenaren, toeristen en ook de politici. We hebben het de afgelopen jaren een beetje laten gebeuren, en dat kan en moet anders. De overheid en deskundigen mogen best aan de slag met globale visies, maar hou die tsunami van wetten en regels ver bij ons weg. Laat ons, burgers, op onze manier bijdragen; wij doen het met gevoel. Dat kan volgens de deelnemers óók indirect. Zo legde iemand uit hoe het kopen en eten van biologisch voedsel het landschap vooruit helpt. Weer een ander vermeldde trots dat hij bij de aanleg van zijn tuin had gedacht aan verstopplaatsen voor kikkers.

Dit zijn natuurlijk indrukken, maar representatief onderzoek bevestigt het beeld. Het LEI heeft onderzoek gedaan naar de betrokkenheid van burgers bij hun landschap. En wat blijkt? Driekwart van de burgers voelt zich betrokken bij het landschap in en de eigen omgeving.

Wat doen we hier nu mee? Mensen eerst hun opvattingen vragen en dat vervolgens laten liggen is niet aan de orde. Het forum is, net als de Triënnale, een middel om het bewustzijn van de mensen te vergroten en te verbreden. Dat geeft om te beginnen diepte. Met een groot landschapsbewustzijn, geniet je meer, beleef je meer, kom je meer tot rust. Het betekent ook: beter weten in welke wereld je leeft. Voelen waar je bent geworteld. Beseffen wie je bent. En weten wie je bent is in onze maatschappij een voorwaarde om in staat te zijn samen te werken en samen te leven. Iedereen dient dan ook een eerlijke kans te krijgen om er een tastbaar aandeel in te hebben.

Ik vind het belangrijk dat mensen bij dat aandeel kunnen kiezen. Burgers bepalen zelf hoe ze hier invulling aan geven. Dat is: landschappelijk verantwoord ondernemen. Via de landschapsveiling bijvoorbeeld kun je landschapselementen - een stuk bos, een boomgaard, een bospoel - steunen. Goede doelenorganisaties èn de Belastingdienst werken mee. Je kunt als vrijwilliger aan de slag. Zelf de landschapselementen in je omgeving inventariseren. En dan met een groep mensen vrijwillig onderhoud plegen. Zoals in Noord-Holland, waar mensen tuinborden plaatsten met uitspraken van bekende Nederlanders.

Allemaal voorbeelden van landschappelijk verantwoord ondernemen. Daarmee is de cirkel rond. Het landschap wordt nóg meer van ons allemaal. De band, de verbinding, de verbondenheid wordt groter. Er wordt letterlijk en figuurlijk meer in het landschap geïnvesteerd. Burgers kunnen hun liefde vertalen in actie.

Dat is ook de insteek van het actieprogramma voor het landschap dat volgend voorjaar van start gaat. Ook daar staan mensen en landschap centraal. Via dit programma wil ik het landschap onder de aandacht van heel Nederland brengen. We willen burgers en bedrijven laten zien en laten beleven dat zij mee kunnen doen, laten ervaren dat het landschap er mooier van wordt. En dat je daar een genietend en gelukkig mens door kunt zijn.

Als we over landschap praten, gaat het vaak over de immateriële waarde. We zien dat het landschap ons geluk oplevert. We merken dat de samenleving daarvan profiteert. Toch is er wel degelijk een materiële grond. Ik heb vorig jaar gekeken of we de landschapswaarden in euro's kunnen uitdrukken. Dat bleek te kunnen. Een kosten-baten analyse die ik heb laten uitvoeren stelt:

Als de kwaliteit van het landschap structureel verbetert, levert dat ons als samenleving in totaal netto 17,8 miljard euro op.

Ik heb, na deze kosten-batenanalyse en na een doorrekening van het Centraal Plan Bureau, gekeken waar en hoe de band landschap-burger georganiseerd kan worden. Of hersteld. Zo heb ik mensen gevraagd met financieringsconstructies en creatieve landschapsideeën te komen. Er kwamen zesendertig projecten uit rollen. Ik heb Amstelland, Binnenveld, het Groene Woud, en de Ooijpolder als voorbeeldgebieden aangewezen. Ze krijgen alle vier ondersteuning op maat, alle vier dus verschillend. Ik steun deze gebieden ook, omdat ik de financieringsmogelijkheden van het landschap wil verbreden. Die toename van de financiering van landschap zoeken we met name in private bronnen.

Als ik naar deze top kijk, dan is er één conclusie die ik al durf te trekken: de kwaliteit van het landschap scóórt, ook onder u. Maar wat is kwaliteit? Het kabinet is van mening dat het meer is dan de schoonheid van het landschap alleen.

'Kwaliteit' ontstaat in relatie tot iets anders. Bijvoorbeeld als je het koppelt aan wetenschappelijke kennis, beleid, regels, keuzes. Doen we dat intelligent, dan stijgt de waarde van het landschap boven zichzelf uit. 'Kwaliteit' wordt meer dan de som der delen. Op Rijksniveau doen we dat ook. Onder andere door óók de flora en fauna te bevorderen. Door jongeren te betrekken. Door bruggen te slaan naar organisaties en ze aan te spreken, vragen te stellen. Soms lijkt dat op ingewikkeld doen. Complexe vragen bedenken, waarop het antwoord even complex is. En toch valt het mee. De antwoorden op al deze vragen zijn simpel. Maar ze zijn niet gemakkelijk.

Om dat gemakkelijker te maken breng ik dit najaar, samen met minister Cramer, de Agenda Landschap uit. Daarin staat:

  • Hoe we, ik gaf het al aan, samen meer in ons landschap kunnen investeren en hoe het Rijk daarbij kan helpen.
  • Hoe we daarnaast bereiken dat landbouwers en andere ondernemers nog meer doen aan het landschap. Ik wil hen hierin stimuleren.
  • Welke initiatieven we zelf nemen; bij het Rijk doen we dat onder meer als opdrachtgever en werkgever. We vragen onze uitvoerende diensten om landschappelijke kwaliteit te betrekken bij gebiedsontwikkeling. We betrekken jongeren bij het groen. We maken maatschappelijke stages mogelijk.
  • Hoe we kennis en expertise dichterbij de mensen krijgen die zich voor landschap in willen zetten.

Dames en heren,
Nederland is een klein land, met heel veel mooie, karakteristieke landschappen die je nergens anders vindt. Nederlanders, wij, zijn er, terecht, trots op. Toch zult u nergens in dat landschap uw mobiele telefoon 'geen bereik' zien aangeven (ik geloof dat Radio Kootwijk de enige uitzondering is!). De mensenhand is overal. Ook dat is onlosmakelijk verbonden met de sensaties van het Nederlandse landschap. En deze foto achter mij staat daar wat mij betreft symbool voor. Ik heb deze foto zelf meegebracht, omdat deze molens al vele decennia het beeld bepalen van dit typisch Nederlandse landschap.

Wij hebben veel om naar uit te blijven zien. We moeten dit landschap dat bij ons leeft blijven koesteren. Samen met u allen. Met het actieprogramma voor het landschap. Via landschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij burgers, boeren, buitenlui en het bedrijfsleven zelf verantwoordelijkheid nemen. Door het stille vermogen van het landschap aan te boren: private partijen die in het landschap willen investeren. En ik zie samen met collega Cramer uit naar eind november, als wij de Agenda Landschap publiceren.

Dank u wel.