Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit in regionale centra

Er komen in Nederland tien regionale informatie- en expertisecentra om gemeenten en opsporingsdiensten te ondersteunen in hun aanpak van de georganiseerde criminaliteit. In de centra werken de gemeenten in de regio samen met het Openbaar Ministerie, de politie, de Belastingdienst, de FIOD-ECD en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). Deze samenwerking maakt het mogelijk de georganiseerde criminaliteit niet alleen strafrechtelijk te bestrijden, maar ook met fiscale en bestuurlijke instrumenten.

Dit heeft minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vandaag bekend gemaakt. In totaal trekt het kabinet de komende jaren ruim 16 miljoen euro voor de centra uit. Ze vormen een landelijk netwerk, zodat er ook op nationaal niveau kennis wordt verzameld en uitgewisseld over de georganiseerde criminaliteit.

Door georganiseerde criminaliteit niet alleen strafrechtelijk te bestrijden, maar ook fiscaal en bestuurlijk, wordt geprobeerd te voorkomen dat de overheid ongewild criminelen van dienst is (bijvoorbeeld door opdrachten te gunnen, subsidies of vergunningen te verlenen) en er een vermenging van de onderwereld met de bovenwereld optreedt.

De aanpak van de centra zal zich vooral richten op vastgoed (woningen en bedrijfspanden) in mogelijk malafide branches, omdat veel crimineel vermogen gewit wordt via vastgoed. Naar schatting gaat hier een kleine 20 miljard euro per jaar in om. Naast het bestrijden van fraude en misbruik in de vastgoedsector gaat de aandacht naar mensenhandel, georganiseerde hennepteelt, witwassen en andere financieel-economische criminaliteit. Verder leggen de centra ook andere activiteiten en bedrijven in bepaalde branches onder de loep.

De centra ondersteunen de gemeenten bij de toepassing van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (BIBOB). Maar naar schatting is slechts zo’n 20 procent van de georganiseerde criminaliteit via deze wet te bestrijden, doordat de BIBOB-wetgeving alleen op bepaalde branches en activiteiten van toepassing is (bij horeca-, bouw-, afval- en transportvergunningen, in de transportbranche, bij woningbouwcorporaties, coffeeshops, bordelen, speelautomatenhallen en smart- en growshops). Naast het toepassen van de BIBOB-wetgeving zullen de centra daarom een vergelijkbare werkwijze toepassen in andere branches en bij andere bedrijfsactiviteiten. Het gaat steeds om het uitwisselen van informatie tussen de verschillende overheden en overheidsdiensten, waardoor vervolgens de juiste aanpak kan worden gekozen. Soms is dat strafrechtelijk, soms fiscaal (via aanslagen, naheffingen en boetes), soms bestuurlijk (door het niet verlenen van vergunningen of door als overheid vastgoed uit de criminele markt te halen).

De centra zullen samenwerking zoeken met private partijen, zoals woningbouwcorporaties, makelaars, projectontwikkelaars, notarissen, advocaten, accountants en fiscaal juristen.
In het centra in de grensregio's wordt ook bekeken hoe de georganiseerde criminaliteit internationaal kan worden bestreden, aangezien criminele activiteiten zich gemakkelijk kunnen uitstrekken tot Duitsland en België.

Bestuurlijk akkoord met afspraken en spelregels

De ministers Ter Horst (BZK), Hirsch Ballin (Justitie) en Van Middelkoop (Defensie), de staatssecretarissen De Jager (Financiën) en Aboutaleb (SZW), voorzitter Brouwer van het college van procureurs-generaal en de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten mw. Jorritsma hebben in een bestuurlijk akkoord afspraken en spelregels vastgelegd over de samenwerking en de informatie-uitwisseling. Daarbij hoort een modelconvenant voor de deelnemende partijen in de regio's. Die kunnen daarmee direct aan de slag en kunnen bij het uitwisselen van persoonsgegevens uit hun bestanden volstaan met een eenvoudige melding aan het College Bescherming Persoonsgegevens.

Recente voorbeelden

  • Het Openbaar Ministerie zag een groep daders die landelijk actief was binnen de branche van internet- en belwinkels. De politie constateerde handel in gestolen gsm’s, de FIOD-ECD zag geknoei met belabonnementen, de Belastingdienst vermoedde gefingeerde omzetten en de SIOD constateerde illegale tewerkstellingen en valse werkgeversverklaringen.
  • Het openbaar ministerie, de politie, FIOD-ECD, SIOD, Arbeidsinspectie, Belastingdienst, provincie en gemeentelijke diensten voerden gezamenlijk een controle uit op een bedrijventerrein. Er bleek sprake te zijn van diefstal en heling van auto’s en auto-onderdelen, exploitatie van autosloopbedrijven zonder milieuvergunning, tewerkstelling van illegalen en illegale huisvesting van buitenlandse (illegale) werknemers.
  • Een coffeeshop-eigenaar gaf aan de Belastingdienst een omzet op van ruim 20 miljoen euro per jaar. Uit observatie van de betreffende coffeeshop blijkt dat gezien het bezoekersaantal en het winkeloppervlak het onmogelijk is om een dergelijke omzet te genereren. Uit onderzoek hierna blijkt dat de man ook eigenaar is van een hennepplantage. Hij wit de omzet van de hennepplantage via het fingeren van de omzet van de coffeeshop. Dit is aangepakt na informatieoverdracht tussen de diverse partijen en daarna via gezamenlijk geïntegreerd optreden.

De centra komen in de volgende regio's:

  1. Friesland, Groningen, Drenthe
  2. IJsselland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland
  3. Utrecht, Flevoland
  4. Noord-Holland
  5. Haaglanden en Hollands-Midden
  6. Zuid-Holland-Zuid
  7. Zeeland, Midden- en West-Brabant, Brabant-Noord
  8. Limburg
  9. Brabant-Zuid-Oost
  10. Rotterdam-Rijnmond