Antwoorden op kamervragen van Van der Veen en Bouwmeester over operatiestop in zieknhuizen Lelystad en Emmeloord

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2880494

23 september 2008

Antwoorden van minister Klink op de vragen van de Kamerleden Van der Veen en Bouwmeester (PvdA) over operatiestop in ziekenhuizen Lelystad en Emmeloord (2008Z02836/ 2080900510).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat er voorlopig niet meer mag worden geopereerd in de IJsselmeerziekenhuizen?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wanneer bent u door de Raad van Bestuur en/of de Raad van Toezicht op de hoogte gesteld van de financiële problemen van het ziekenhuis en de onveilige situatie op de Operatiekamer (OK)?

Antwoord 2

Op vrijdag 19 september heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht van de IJsselmeerziekenhuizen mij geïnformeerd over de financiële problemen. Een melding over de onveilige situatie op de OK kreeg ik van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op maandag 15 september.

Vraag 3

Kunt u aangeven of de kwaliteit van zorg, het leveren van spoedeisende zorg en de aanrijdtijden van ambulances in Flevoland door de operatiestop in gevaar komen? Is de capaciteit van de omringende ziekenhuizen volgens u voldoende om de problemen op te vangen?

Antwoord 3

Vorige week zijn afspraken gemaakt met de GGD Flevoland over het overnemen van de acute en verloskundige zorg door de omliggende ziekenhuizen binnen de wettelijke norm van 45 minuten. Ik heb hierbij als voorwaarde gesteld dat het noodzakelijke ambulancevervoer voor deze patiënten gegarandeerd moet zijn. Daarbij is ook afgesproken dat voortdurend in de gaten wordt gehouden of de inzet van ambulances in de praktijk daadwerkelijk voldoende is. De IGZ monitort de aanrijtijden en de situatie in de omliggende ziekenhuizen scherp. In de afgelopen dagen heeft de IGZ geen problemen geconstateerd. De IGZ zal uiteraard ook de komende periode scherp toezicht blijven houden.
De verloskunde heeft in dit traject bijzondere aandacht. Ook op het gebied van de verloskunde is gezorgd voor alternatieve opvangmogelijkheden binnen de wettelijke norm van 45 minuten. Omdat er een alternatief is, is plaatsing van een nood-OK-Unit volgens de IGZ voor de acute zorg en de verloskunde op dit moment niet noodzakelijk. Dit laat onverlet dat plaatsing wel wenselijk kan zijn. Uit de brieven van de verloskundigen en de gynaecologen aan de IGZ begrijp ik dat zij daar sterke voorkeur voor hebben. Het is belangrijk om te benadrukken dat de IGZ plaatsing van een mobiele OK-unit niet heeft verboden. Als partijen (ziekenhuizen, chirurgen, gynaecologen, verloskundigen, kinderartsen, zorgverzekeraar) in gezamenlijk overleg en in afweging van de verschillende problemen en mogelijkheden plaatsing van een mobiele OK-unit het meest wenselijk achten, dan is dat hun verantwoordelijkheid en hebben ze alle vrijheid om dat te regelen. De IGZ zal dan toetsen of deze unit verantwoord gebruikt kan worden. Net zoals de IGZ zal toetsen hoe de verloskunde verloopt als er géén unit is en de zorg wordt uitbesteed naar de omliggende ziekenhuizen. De komende tijd zullen de beroepsgroepen, ziekenhuizen en zorgverzekeraar deze afwegingen moeten maken.

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat de Raad van Bestuur van het ziekenhuis al in april 2008 op de hoogte was van de onveilige situatie op de OK’s, waarna hij er niet in is geslaagd om de situatie te verbeteren? Is het waar dat, nadat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) de operatiekamers onveilig heeft verklaard op 15 september 2008, de Raad van Bestuur pas enkele dagen later is overgegaan tot sluiting van de OK’s? Wat vindt u hiervan?

Antwoord 4

Het is ontoelaatbaar dat deze problematiek al geruime tijd bekend was bij de Raad van Bestuur, maar dat noch ten aanzien van de luchtbehandeling, noch ten aanzien van het regelen en nakomen van het gedrag gericht op infectiepreventie maatregelen zijn genomen door de Raad van Bestuur of medisch specialisten. De heersende cultuur in het ziekenhuis heeft verantwoorde zorg in de weg gestaan. Ik maak me hier ernstige zorgen over en ben van mening dat het op non-actief stellen van de voorzitter van de Raad van Bestuur daarom onvermijdelijk en noodzakelijk was.
De Raad van Bestuur heeft de inspectie op 15 september verzekerd dat beide OK-complexen met ingang van dinsdag 16 september buiten gebruik zouden worden gesteld. Uiteindelijk is dit pas in de loop van woensdag 17 september gebeurd, mede onder druk van de Inspectie, die de Raad van Toezicht heeft meegedeeld dat alsnog een bevel tot sluiting zou worden gegeven, wanneer het ziekenhuis niet onmiddellijk zelf zijn verantwoordelijkheid zou nemen.

Vraag 5

Welke concrete maatregelen zijn volgens u noodzakelijk om te kunnen waarborgen dat Raden van Bestuur de noodzakelijke maatregelen nemen, opdat operaties voldoen aan de kwaliteits- en veiligheidseisen?

Antwoord 5

De IGZ heeft het afgelopen weekend een rapport opgesteld over de specifieke verbeterpunten en heeft mij dit gisteren – maandag 22 september - met een advies van de Inspecteur Generaal doen toekomen.
Ik heb de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht gisteren met een officieel voornemen aangegeven dat ik deze week een aanwijzing zal sturen. Ik verwacht op de kortst mogelijke termijn en uiterlijk 1 november 2008, een plan van aanpak voor het gehele ziekenhuis, dat ingaat op drie onderdelen: het leveren van verantwoorde zorg, de financiële situatie en de plannen voor toekomst in relatie tot de gezondheidsvoorzieningen in de regio.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de financiële positie van de IJsselmeerziekenhuizen? Wat vindt u van de uitlating van de bestuursvoorzitter dat “het ziekenhuis langer doet met de apparatuur dan de leverancier voorschrijft”? Hoe beoordeelt u, gezien de lang spelende problemen, het bestuurlijk draagvlak van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur?

Antwoord 6

Ik vind de berichten over de financiële situatie ernstig. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft inmiddels – in overleg met het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) – een deskundige benoemd die de financiële situatie van het ziekenhuis onderzoekt.
Als het ziekenhuis langer doet met de apparatuur dan de leverancier voorschrijft wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg en handelt het ziekenhuis in strijd met de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Het ziekenhuis heeft, door problemen op vele vlakken, patiënten onnodige en vermijdbare risico’s laten lopen. Zie ook het antwoord op vraag 4 en 5.

1) 'Stop op operaties in zeven onveilige OK’s', de Volkskrant, 18 september 2008

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Agema
(PVV), ingezonden 19 september 2008 (vraagnummer 2008Z02783 / 2080900410)