Start HBO-opleiding Pedagogisch Management Kinderopvang van Fontys Hogeschool

Dames en heren,

Graag spreek ik met u over kwaliteit in de kinderopvang. Het thema van de forumdiscussie die straks wordt gevoerd.
En om maar meteen heel duidelijk te zijn: het streven naar kwaliteit is voor mij geen doel op zich, maar een middel om een doel te bereiken. Dat is: kansen scheppen voor kinderen. Ontwikkelingskansen voor alle kinderen die een deel van de week doorbrengen bij de kinderopvang, of in de peuterspeelzaal.

Kinderen die naar de kinderopvang gaan, of naar een peuterspeelzaal, krijgen daar de kans hun talenten te ontdekken, te ontwikkelen en te ontplooien. En als er kinderen bij zijn met een taalachterstand, dan kunnen ze er spelenderwijs de Nederlandse taal leren, met behulp van programma’s voor Voor – en Vroegschoolse educatie.

Dames en heren,

Die laatste paar zinnen gaan niet over de werkelijkheid. Ze schetsten de toekomst, zoals ik die graag zou willen zien: een toekomst waar de werelden van VVE, kinderopvang en peuterspeelzalen meer naar elkaar toekruipen.
Zodat de scheiding tussen zwarte en witte peuterspeelzalen – voor kinderen met en kinderen zonder taalachterstanden- kan worden opgeheven. En kinderen met een taalachterstand óók in de kinderopvang gebruik kunnen maken van VVE-programma’s.
Zodat kinderen in de toekomst samen leren en samen spelen, ongeacht hun herkomst of hun culturele of intellectuele bagage. Zodat ze even rijk aan ervaringen en even arm aan achterstanden de kleuterklas binnenkomen.
Daarom werken we aan maatregelen die de werelden van VVE, peuterspeelzalen en kinderopvang dichter bij elkaar moeten brengen. Met gelijkwaardige eisen aan de kwaliteit. In het coalitieakkoord heeft het kabinet veel geld beschikbaar gesteld om de kinderopvang en de VVE verder te ontwikkelen en de samenwerking te stimuleren. Zo komt er voor VVE de komende jaren geld beschikbaar dat oploopt tot een bedrag van 210 miljoen euro in 2011. Daarbovenop komt 35 miljoen om de kwaliteit van peuterspeelzalen te verhogen. En om de groei van de kinderopvang ook voor de komende jaren mogelijk te maken, is een extra bedrag vrijgemaakt van 1,6 miljard euro.
Dat zijn bepaald geen kleine getallen. Kleine kinderen en de wensen van hun ouders, nemen we dan ook serieus.

Dames en heren,

Het toekomstbeeld dat ik net schetste, maakt meteen duidelijk dat het woord kinderopvang de lading niet goed (meer) dekt. Want het gaat om zoveel méér dan het opvangen van kinderen. In het woord kinderopvang zit een beetje het idee verborgen dat kinderopvang een soort noodzakelijk kwaad is. Dat gedachtegoed begint gelukkig steeds meer terrein te verliezen. Je zou het zo kunnen zeggen: was kinderopvang vroeger iets waar je je kinderen kon brengen- nu vinden we dat er voor kinderen veel te halen valt. Op het gebied van spelen, leren en opvoeden. We zijn kinderopvang steeds meer gaan zien als een volwaardig milieu van opvoeding naast het gezin.

En het heeft in Nederland lang geduurd voor we zover waren.
Ik ben er een paar dagen terug óók over begonnen, dus bij sommige van u gaat er vast een belletje rinkelen als ik over Simon Schama begin – maar omdat het om zo’n opmerkelijk stukje van onze geschiedenis gaat, wil ik het toch graag nog een keer naar voren brengen.
De Engelse historicus Schama ontdekte namelijk dat Nederlanders een bijzondere relatie met hun kinderen onderhielden. Hij heeft dat beschreven in zijn boek Overvloed en Onbehagen, dat gaat over de Nederlandse cultuur in de 17e eeuw.
Zo schrijft hij dat buitenlanders die in die tijd naar ons land kwamen, geschokt waren over de manier waarop wij met onze kinderen omgingen. Ze vonden ons veel te soft. Dat kinderen voor het slapen gaan een kusje kregen, vonden bezoekers uit Engeland bijvoorbeeld ècht niet kunnen.
Ook het feit dat kinderen op schilderijen werden afgebeeld als èchte kinderen -
dus met vieze luiers of ondeugende koppetjes – was elders in Europa niet gebruikelijk. Daar werden kinderen altijd afgebeeld als zoete engeltjes of als het kindje Jezus.
Schama heeft daar een nogal ingewikkeld verhaal bij, maar hij eindigt zijn hoofdstuk over de kinderen met, en ik lees het u even voor: Het is duidelijk dat de Nederlanders in de gezinsliefde hun beste eigenschappen belichaamd zagen, en daarin schuilt een belangrijk raadsel van hun familiecultuur”. Einde citaat.
Het zou zomaar kunnen dat de oorsprong van de trage opmars van de professionele kinderopvang in ons land, dáár ligt: in de 17e eeuw. En misschien is dat ook de bron van die sterke moederschapcultuur, die zo typisch Hollands is. En die nog werd versterkt door de latere verzuiling.

Maar nu, in de 21 eeuw, zijn we getuige van een kentering.

Na het jaar 2000 zijn we in een stroomversnelling terechtgekomen. De afgelopen jaren zijn méér vrouwen gaan werken. Bovendien zijn ze meer úren gaan werken. En kinderopvang is gewoner geworden. Omdat we er anders over zijn gaan denken. Bij steeds meer ouders leeft het idee, dat het goed is voor de ontwikkeling van hun kind, als het een paar dagen per week bij de kinderopvang doorbrengt.
Dat zou best te maken kunnen hebben met veranderende opvattingen over opvoeding. Zo bleek vorig jaar, uit een onderzoek van maandblad J/M dat ouders –anders dan in voorgaande jaren – opvoeddoelen noemen die hun kind tot een sociaal mens maken. Ouders vinden het heel belangrijk dat hun kinderen verantwoordelijkheidsgevoel wordt bijgebracht en dat ze rekening leren houden met anderen. In de kinderopvang of peuterspeelzaal leren en spelen kinderen samen en juist dat groepsverband is natuurlijk een ideale vorm om die sociale vaardigheden te ontwikkelen.

We hebben dus te maken met een mentaliteitsverandering en met de Wet op de kinderopvang, van 2005, zijn de kosten voor opvang voor ouders ook nog eens veel lager geworden.

Logisch dus, dat de kinderopvang een onstuimige groei doormaakte de afgelopen jaren. Verbleven er voor 2007 zo’n 350.000 kinderen in de kinderopvang, in 2007 waren dat er maar liefst 570.000.

We investeren er, als overheid, ook stevig in. Omdat ik wil dat kinderopvang betaalbaar blijft. Voor de overheid, maar ook voor de ouders. Niet voor niks is er, zoals ik eerder al zei, 1,6 miljard euro extra uitgetrokken, voor de komende jaren, om de uitgaven van de groei te bekostigen.

Dames en heren,

We hebben de afgelopen jaren flink gas gegeven, om toegankelijke kinderopvang te kunnen bieden, aan ouders die ervoor kiezen gezin en werk te combineren.

Maar met alleen hard rijden ben je er niet: je moet ook weten waar je naartoe wil. Gelukkig heeft de sector zelf dat heel goed op een rijtje.

Eerder deze week nam ik het Manifest in ontvangst van Context Kinderopvang, met de veelzeggende titel: de Kunde van de Kinderopvang. Met een heldere beschrijving van de maatschappelijke en pedagogische opdracht ten aanzien van ouders, kinderen en de maatschappij.
En met een duidelijke visie op de kunde van medewerkers. In het manifest staat:

“Professionals in de kinderopvang hebben kennis van de ontwikkeling van kinderen, zij weten hoe zij kinderen kunnen stimuleren en wanneer zij moeten en kunnen aansturen als een ontwikkeling minder optimaal verloopt”.

Met het beeld, als zouden ouderlijke gevoelens genoeg zijn om te kunnen werken in de kinderopvang – en dat beeld kom je nog een enkele keer tegen- rekent het manifest definitief af. Daarmee zet de sector zichzelf op de kaart als deskundig, professioneel en als leverancier van kwaliteit.
En ze laten het niet alleen bij mooie woorden. Ze komen ook met een concreet plan, namelijk Excellente Kinderopvang, om de kwaliteit van pedagogisch medewerkers te verbeteren. Aan de ene kant door de bestaande opleidingen te verbeteren en aan de andere kant door mensen bij te scholen die al in de kinderopvang werken. Deze ambities sporen met mijn beleid om de kwaliteit van de kinderopvang te versterken. In de OCW-begroting is er dan ook 40 miljoen euro voor ingeboekt.

Dames en heren,

De kwaliteit van de kinderopvang is zo goed als de mensen die er werken. Dat geldt voor pedagogisch medewerkers èn voor managers.

Beste studenten,

Jullie zijn die kwalitatief hoogwaardige werknemers van morgen. Als kersverse studenten van de HBO-opleiding voor pedagogisch management kinderopvang. De eerste opleiding van zijn soort in ons land.
Ik heb mij laten vertellen dat de opleiding in het teken staat van ondernemerschap, management, pedagogiek, educatie en ontwikkelingspsychologie. Dat klinkt als een klok.

Beste mensen van Fontys,

Van harte gefeliciteerd met deze primeur. Ik hoop dat zich de komende jaren veel studenten aanmelden, want goedopgeleide mensen – die verstand hebben van leiding geven, maar ook weten hoe een kind zich ontwikkelt- zijn hard nodig om de kwaliteit van de kinderopvang te borgen.

En beste studenten,

Ik wens jullie heel veel succes met je studie.
Ik hoop dat jullie straks met al die nieuwe kennis in huis, gaan bijdragen aan die toekomst, waarmee ik mijn verhaal begon. Als belangrijke schakel in een kindercentrum, gespeld met een hoofdletter K voor kwaliteit. Dat wil zeggen: een centrum waar kinderen samen leren en spelen, ongeacht kleur en afkomst, en waar elk kind dat dat nodig heeft, spelenderwijs aan de slag kan met taal. Zodat kinderen rijk aan kansen en arm aan achterstanden over de drempel van de basisschool kunnen stappen.

Dank u wel.