Persconferentie na ministerraad van 29 augustus 2008

Minister-president Balkenende heeft in de wekelijkse persconferentie een toelichting gegeven op de besluitvorming in de ministerraad

Minister-president Balkenende:

Goedemiddag, vandaag is de laatste hand gelegd aan de voorbereidingen voor Prinsjesdag. De begrotingsbesprekingen zijn afgerond. Dat betekent dat de zaken nu gedrukt kunnen worden. Het grootste gedeelte is natuurlijk de afgelopen weken aan de orde geweest, en het was vandaag dus vooral een kwestie van afronden.

De begrotingsbesprekingen zijn de afgelopen weken ook voorspoedig verlopen, en dat in een tijd waarin een aantal lastige besluiten genomen moesten worden. Het kabinet stond voor de opgave een passend antwoord te geven op de huidige verslechterende conjuncturele ontwikkelingen op wereldschaal. We hebben te maken met een vertraging van de economische groei, oplopende inflatieverwachtingen en in ons land een blijvende krapte op de arbeidsmarkt. Het antwoord van het kabinet moest ook recht doen aan de toenemende zorgen onder werknemers en ouderen. Die begrijpelijke zorgen komen bijvoorbeeld tot uitdrukking in een afnemend consumentenvertrouwen.

Vorige week vrijdag hebben we elkaar ook gezien en toen heb ik samen met de minister van Financiën een tussenstand gegeven. We hebben het toen gehad over de BTW, om die niet te verhogen met het oog op de inflatie. Dat was de wens van velen, waaronder die van sociale partners. Daarnaast blijft er reden om te streven naar een verantwoorde loonontwikkeling - buitengewoon belangrijk in deze tijd ook wat betreft je concurrentiepositie - blijven werken aan bevordering van participatie en andere structurele versterkingen van de economie. En daarover zal met de sociale partners worden gesproken. En ook in die context is het kabinet bereid de WW-premies voor werknemers tot nul terug te brengen.

De eerste reacties van de werkgevers en werknemers zijn bemoedigend. Ik hoop en vertrouw erop dat we er samen voor kunnen zorgen dat de economische teruggang goed kan worden doorgekomen. En dat is in het belang van onze concurrentiepositie en daarmee ook in het belang van onze portemonnee. We moeten samen optrekken.

Voor nu geldt dat we tevreden zijn met het eindresultaat van de begrotingsbesprekingen. Het koopkrachtbeeld is goed verdedigbaar. Doordat het beleidspakket van het kabinet de inflatiestijging remt en werken bevordert, wordt de gemiddelde koopkracht beschermd. Ik teken daarbij wel aan dat 'gemiddelden' geen garantie geven voor individuele situaties.

Kortom, we zijn erin geslaagd om recht te doen aan de ambities en prioriteiten van het kabinet, en we zullen dat graag op dinsdag 16 september presenteren. Ik heb waardering voor de manier waarop de leden van het kabinet hebben deelgenomen aan de beraadslagingen en aan de besluitvorming, en de waardering geldt in het bijzonder voor de minister van Financiën.

Ik zei het eigenlijk al: het stimuleren van de arbeidsparticipatie is één van onze ambities. We moeten voorkomen dat er een structureel tekort ontstaat aan arbeidskrachten en dat met het oog op onze welvaart, economische groei en betaalbaarheid van de verzorgingsstaat. Het kabinet zal op Prinsjesdag nadere maatregelen bekendmaken.

Vandaag hebben we alvast het besluit genomen om jongeren met een beperking voortaan maximaal te ondersteunen bij het vinden van een baan. Daarbij gaan we uit van wat deze jongeren kunnen, in plaats van wat ze niet kunnen, en als je die houding inneemt dan is er heel veel mogelijk. Niet de uitkering moet centraal staan, maar het uitzicht op werk. En dit uitgangspunt leggen we vast in een nieuwe wettelijke regeling.

Zoals altijd blikken we vooruit naar zaken die te maken hebben met internationale ontwikkelingen, en natuurlijk hebben we ook stilgestaan bij de ontmoeting - aanstaande maandag - als er een extra Europese Raad plaatsvindt over Georgië en de relaties tussen de Europese Unie en Rusland. U heeft wellicht de brief gezien aan de Kamer die over dit onderwerp gaat. Daarin staan vijf hoofdpunten.

In de eerste plaats wordt Rusland opgeroepen onverkort uitvoering te geven aan het zespuntenakkoord dat door Georgië en Rusland is onderschreven, en dat door bemiddeling van het Franse Voorzitterschap van de Europese Raad tot stand is gekomen.
Op de tweede plaats wordt er aangedrongen op het verlenen van humanitaire hulp en wederopbouw in de getroffen gebieden in Georgië. Wij zijn solidair met de Georgische bevolking en de Georgische democratie.
We veroordelen de Russische erkenning van Zuid-Ossetië en Abkhazië. Dat is een schending van territoriale integriteit en soevereiniteit van Georgië en is ook in tegenspraak met Veiligheidsraadresoluties die ook Rusland heeft onderschreven.
Op de vierde plaats: als Rusland volhardt in een niet-constructieve opstelling, dan zal dat sporen gaan nalaten in de strategische relatie tussen de EU en Rusland. Het is moeilijk voorstelbaar dat we dan gewoon doorgaan met verbreding en verdieping van die relatie.
Het vijfde punt: een brede dialoog met Rusland blijft van belang: politiek, economisch, en samen verantwoordelijk zijn voor het mondiale veiligheidsvraagstuk. Deze punten zullen door mij en de minister van Buitenlandse Zaken worden ingebracht in het overleg met mijn collega's in Brussel. Het gaat erom dat we ons gezamenlijk beraden vanuit de Europese Unie.

Dit wat betreft een aantal zaken die vanochtend en vanmiddag aan de orde waren.