Antwoorden op kamervragen van Bouchibti over de wachtlijsten voor de herindicatie PGB bij Bureau Jeugdzorg Limburg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

JZ-K-U-2863089

26 augustus 2008

Antwoorden van minister Rouvoet op kamervragen van het Kamerlid Bouchibti over de wachtlijsten voor de herindicatie PGB bij Bureau Jeugdzorg Limburg (2070824550).

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de brief van Bureau Jeugdzorg Limburg waarin staat dat er een wachttijd van een half jaar is voor het stellen van een herindicatie voor een Persoons Gebonden Budget (PGB)?1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Wat is de oorzaak van de forse stijging van het aantal binnenkomende aanvragen, waardoor de wachttijd voor een herindicatie van het PGB is gestegen van 8 naar 26 weken? Is de vertraging van de ene op de andere dag ontstaan? Was deze ontwikkeling te voorzien?

Antwoord 2
Landelijk kent het aantal indicaties voor AWBZ-zorg door de bureaus jeugdzorg een sterke groei. Zo is het aantal indicatiebesluiten door bureaus jeugdzorg voor een pgb in 2007 ten opzichte van 2006 toegenomen met 42%. Het aantal indicaties voor bijvoorbeeld ADHD lijkt een sterke autonome groei te kennen.
De reden voor de recente extra stijging van het aantal aanvragen voor een herindicatie pgb in Limburg is volgens bureau jeugdzorg aldaar waarschijnlijk gelegen in de aangekondigde wijzigingen in de AWBZ. Met name het mogelijk niet meer vergoeden van Ondersteunende begeleiding vanuit de AWBZ voor lichte gevallen en het invoeren van een eigen bijdrage vanaf 1 januari 2010, leiden mogelijk tot een sterke groei van de aanvragen voor (een herindicatie voor) een pgb.
Bureau jeugdzorg Limburg kende in 2007 een gemiddelde instroom aanvraag voor een pgb van 52 per week. In de eerste helft van 2008 is deze opgelopen tot 61 per week. Na juni 2008 zijn de aanvragen verder gegroeid tot 76 per week.
Ik maak mij hierover zorgen en zal samen met mijn collega, de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, nagaan wat hieraan te doen is.

Vraag 3
Deelt u de mening dat deze wachttijd drastisch verkort moet worden? Zo ja, welke rol ziet u voor uzelf in het terugbrengen van deze wachttijden?

Antwoord 3
Voor de goede werking van bureau jeugdzorg zijn de provincies verantwoordelijk. Zij dienen te zorgen voor een tijdige afhandeling van de aanvragen pgb door de bureaus jeugdzorg. De provincie Limburg heeft mij laten weten dat bij bureau jeugdzorg Limburg sedert enkele weken het aantal indicatiestellers voor pgb’s verdubbeld is. Dit moet leiden tot merkbaar kortere wachttijden.

Vraag 4
Klopt het dat de ouders met grotere zorgvragen niet voor een tijdelijke overbruggingsindicatie in aanmerking komen, waardoor zij noodgedwongen ofwel afstand moeten doen van de hulpverlening, ofwel veel geld moeten lenen om de noodzakelijke hulp voor te kunnen schieten?

Antwoord 4
Doorgaans geeft bureau jeugdzorg een ambtelijke verlenging van het indicatiebesluit af die gelijk is aan de indicatie voor de voorafgaande periode. Dit betekent dat in de bestaande zorg geen discontinuïteit optreedt als gevolg van wachttijden. Als bij de definitieve herindicatie meer AWBZ-zorg nodig is, geeft bureau jeugdzorg deze met terugwerkende kracht af.

Vraag 5
Is u bekend c.q. bent u bereid te onderzoeken hoeveel mensen de hulpverleners die zij in het verleden uit het PGB bekostigd hebben moeten opzeggen omdat zij niet in staat zijn om de kosten te dragen?

Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 6
Doet dit probleem zich alleen in Limburg voor of moeten ook ouders elders in het land grote bedragen voorschieten omdat de wachttijden daar ook fors zijn opgelopen?

Antwoord 6
Navraag bij de MOGroep leert dat het aantal recente aanvragen voor een (herindicatie voor een) pgb in het hele land een toename laat zien. In twee provincies, waaronder Limburg, heeft dit geleid tot een forse toename van de wachttijden. Zie hiervoor ook mijn antwoord bij vraag 4.

Vraag 7
Deelt u de mening dat kinderen en ouders niet de dupe mogen worden van deze hoogopgelopen wachttijd? Welke rol ziet u voor zichzelf weggelegd?

Antwoord 7
Zie hiervoor mijn antwoord op de vragen 3 en 4.

1) Brief van Bureau Jeugdzorg Limburg, van 26 juni 2008, onderhands toegezonden aan de bewindspersoon