Herdenking bevrijding Nederlands Indie

Stilstaan bij de oorlog is belangrijk, maar niet voldoende. We moeten naar de toekomst durven kijken. Niet alleen, maar met elkaar. Ook met de daders. Dan kunnen we de oorlog een plaats geven en dan kan iedereen de noodzakelijke lering uit het verleden trekken. Dat zei staatssecretaris Bussemaker tijdens de herdenking van de bevrijding van Nederlands Indië. De volledige tekst van haar toespraak is hieronder afgedrukt.

Dames en heren,

Toen ik in de jaren zeventig op de middelbare school zat, werd er tijdens de geschiedenislessen weinig aandacht aan de oorlog in Nederlands Indië besteed. Europa kreeg alle aandacht. Azië nauwelijks.

Thuis vertelde mijn vader wel over zijn leven in Indië. De dood van zijn vader – een marineofficier - en het Jappenkamp, waarin hij drie jaar had doorgebracht. Maar zijn verhalen waren nooit lang. Zijn oorlogsverleden manifesteerde zich vooral stilzwijgend en door het afwijzen van alles waar Japan voor stond. Geen Japanse auto’s voor de deur en de tv en stereo-installatie waren van Europese makelij.

Voor mensen die de oorlog in Nederlands Indië hebben meegemaakt, is de oorlog altijd aanwezig. De herinneringen aan de kampen, de mensonterende leefomstandigheden, de vernederingen, de fysieke pijn en het aangezicht van de dood is niet door de tijd te verdrijven.
Mensen, zoals mijn eigen vader, leven al 63 jaar met de verschrikkingen van de oorlog.

Voor hen – en voor velen hier aanwezig – is 15 augustus een belangrijke dag. Natuurlijk vanwege de capitulatie van Japan en de bevrijding uit de kampen, maar ook omdat deze dag een erkenning van het leed uit het verleden is. Een verleden waar lang over is gezwegen.

Het is duidelijk dat het verwerken van de oorlog tijd kost. Veel tijd.
Dat geldt niet alleen voor de slachtoffers uit Nederland en Indonesië, maar dat geldt voor de inwoners van alle landen die bij de oorlog betrokken zijn geweest.

En niet in het minst voor Japan.
In 1999 bezocht ik het oorlogsmonument in Hiroshima. Daar werd mij duidelijk dat, volgens de Japanse geschiedschrijving, de oorlog voor Japan pas in 1945 begon. Met de atoombom. De periode van 1938 – 1945 lijkt niet te bestaan in de Japanse officiële geschiedschrijving.
15 augustus wordt wel herdacht, maar voornamelijk om de eigen slachtoffers te herdenken.
Gelukkig zijn er in Japan steeds meer mensen die zich hier tegen afzetten en die hun verleden wel onder ogen willen zien. Ze willen weten wat er in die jaren is gebeurd en vooral waarom. Zij willen het stilzwijgen doorbreken.

Het verwerken van de oorlog kost tijd. Veel tijd. Voor iedereen.
Het is daarom zo belangrijk dat we jaarlijks op 15 augustus stilstaan bij de oorlog.
Maar stilstaan alleen is niet voldoende. We moeten ook vooruit. We moeten naar de toekomst durven kijken. Niet alleen, maar met elkaar.
Ook met de daders. Dan kunnen we de oorlog een plaats geven en dan kan iedereen de noodzakelijke lering uit het verleden trekken. En dan kunnen we ons bevrijden van een traumatisch verleden.

Ik begrijp dat dit voor veel mensen onaanvaardbaar is. Dat ze het niet kunnen opbrengen om de voormalige vijand tegemoet te treden. Maar wellicht dat sommige slachtoffers en jonge mensen, en dan denk ik vooral aan de tweede generatie oorlogsslachtoffers, hiertoe wél in staat zijn. Dat ze ondanks het verleden, aan de toekomst willen werken.

Ik vind het bewonderenswaardig dat kleine groepjes mensen hierin al het voortouw nemen. Nederlanders en Japanners die elkaar opzoeken en oprecht interesse tonen voor elkaars leven. Mijn eigen vader is één van hen. Mijn eigen vader die in mijn jeugd niks wou weten van Japan is in contact gekomen met Akira, een Japanner wiens vader in de Tweede Wereldoorlog officier was op een onderzeeboot.
Net als mijn opa.
De vader van Akira is mede verantwoordelijk voor de vernietiging van een Nederlandse onderzeeboot en het leven van tientallen Nederlanders. Maar ook de Japanse onderzeeboot is getorpedeerd.
De vader van Akira is daarbij omgekomen.

Ondanks dit verleden, zijn mijn ouders en Akira vrienden van elkaar geworden. Doordat ze open staan voor elkaar en samen hun geschiedenis bespreken, weten ze respect voor elkaar op te brengen en zien ze elkaar niet als tegenstander of als vijand, maar als een persoonlijkheid. Als mensen van nu.

Ik heb daar bewondering voor. En ik hoop dat meer mensen de kracht kunnen vinden zijn voorbeeld en dat van anderen, te volgen.

Natuurlijk, wat er is gebeurd door toedoen van de Japanners, mogen we niet vergeten. Nooit! Wat ons is aangedaan, hoeven we niet te vergeven. Net zo min.
Maar als we verder willen en ons sterk willen maken voor vrede, moeten we ons in elkaar verdiepen. Zodat we elkaar leren te accepteren en te waarderen. Als mensen, met een verleden, maar ook met een toekomst.