Antwoorden op kamervragen over thuiswinkelbedrijven en maximale kredietvergoeding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk) 2060714640

Ons kenmerk: FM 2007-01167 U

Geachte voorzitter,

1.
Bent u bekend met de uitzending van Kassa op zaterdag 5 mei 2007 waaruit blijkt dat thuiswinkelbedrijven nog steeds voor alle kredieten die zijn afgesloten voor 1 juli 2006 de oude maximale kredietvergoeding in rekening brengen?

Ja. Ik ben bekend met die uitzending. Mijn inhoudelijke reactie vindt u hieronder.

2.
Deelt u de zienswijze dat uit de overgangsregeling in het Besluit financiële dienstverlening en uit antwoorden op eerdere vragen daarover 1) blijkt dat voor kredieten die zijn verstrekt voor 1 juli 2006 en die nog niet zijn beëindigd voor 1 juli 2007 alleen de nieuwe maximale kredietvergoeding, een lagere rente derhalve, mag worden gerekend vanaf 1 juli 2006? Zo ja, ontstaat dan niet de situatie dat leners gedurende de overgangsperiode te veel aan rente betalen?

3.
Vindt u het niet onwenselijk dat het voor de leners onduidelijk is of en hoe ze te veel betaalde rente kunnen terugkrijgen?

4.
Zijn of komen er afspraken met brancheorganisaties die ertoe leiden dat te veel betaalde rente aan de leners automatisch wordt teruggestort, dat wil zeggen zonder tussenkomst van de leners zelf?

5.
Bent u bereid om de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in te schakelen om op het naleven van dergelijke afspraken toe te zien?

Net als u vind ik het onwenselijk als er onduidelijkheid voor leners zou ontstaan. Ik deel de zienswijze dat voor het toepassen van de overgangsregeling is vereist dat het vóór 1 juli 2006 verstrekte krediet vóór 1 juli 2007 wordt beëindigd. Concreet betekent dit dat over het eventuele nog openstaande restant van het "oude" kredietsaldo op 1 juli 2007, vanaf dat moment nog maximaal de verlaagde kredietvergoeding van 18% in rekening mag worden gebracht. Dezetoepassing van de overgangsregeling heeft mijn ambtsvoorganger reeds uiteengezet in zijn brief van 25 oktober 2006 in antwoord op vragen van de leden Heemskerk en Noorman-Den Uyl en leidt er niet toe dat leners gedurende de overgangsperiode teveel aan rente betalen. Een andere zienswijze zouoverigenstot gevolg kunnen hebben dat consumenten worden aangezet om afbetaling van de lening uit te stellen om in aanmerking te kunnen komen voor terugbetaling van rente. Dit zou meer risico’s met zich brengen tot overkreditering van de consument, maar ook leiden tot extra administratieve handelingen die achteraf moeten worden gepleegd.

De thuiswinkeliers hebben het ministerie toegezegd de in de brief van 25 oktober 2006 uiteengezette toepassing in acht te nemen. Hierdoor worden de door u en mij gewenste eenduidigheid en duidelijkheid geboden aan consumenten. Ik heb geen signalen dat de overgangsregeling verkeerd wordt toegepast. Voor afspraken met de branche over terugbetaling van teveel betaalde rente zie ik dan ook geen aanleiding.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos

1) Aanhangsel Handelingen, nr. 258, vergaderjaar 2006-2007