Aanpak administratieve lastenreductie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Ons kenmerk: IPAL 2007-00058 U

Geachte voorzitter,

Per brief van 15 maart jl. (07-Fin-B-07) heeft uw Commissie mij gevraagd u te informeren over de wijze waarop de 2e tranche van de administratieve lastenreductie wordt aangepakt, en daarbij ook in te gaan op de wijze waarop de aanpak van de nalevingskosten hierin wordt betrokken. Ik wil, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, in antwoord daarop graag uiteen zetten hoe deze aanpak de komende tijd vorm zal krijgen.

Het Coalitieakkoord geeft aan dat een vitale en innovatieve economie de basis zijn voor een duurzame ontwikkeling van onze welvaart. Nederland zal aan het behoud en de versterking van zijn concurrerend vermogen moeten blijven werken. Het project vermindering van de regeldruk van bedrijven zal daarom worden gecontinueerd.

Het Coalitieakkoord bevat daartoe onder meer enkele concrete doelstellingen, zoals voor het verminderen van de administratieve lasten en het versnellen van de verlening van vergunningen. Het kabinet zal deze doelstellingen in de bredere context van de noodzaak van het terugdringen van de regeldruk voor het bedrijfsleven de komende maanden gaan uitwerken.

Voorop staat dat het bedrijfsleven daadwerkelijk merkt dat de regeldruk afneemt. Dit geldt niet alleen voor de administratieve lasten en de vergunningverlening, maar ook voor andere aspecten zoals de kosten die aan wet- en regelgeving als zodanig zijn verbonden (de nalevingskosten) en de lasten van het toezicht. Het gaat om het nemen van merkbare maatregelen, redenerend vanuit de belemmeringen zoals het bedrijfsleven die zelf ervaart.

Daarbij zal het kabinet willen voortbouwen op de infrastructuur en de ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgebouwd.

De concretisering van deze beleidslijnen zal in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven, mede overheden en andere betrokkenen plaatsvinden. Daartoe zal de komende tijd met betrokken partijen overleg worden georganiseerd.

Het vervolgens op te stellen beleidsprogramma zal een concrete uitwerking van de aanpak van de regeldruk voor bedrijven in brede zin bevatten. De staatssecretarissen van Financiën en Economische Zaken zullen dit project gezamenlijk aansturen.

Wij zullen u voor het zomerreces dit beleidsprogramma toezenden.

Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de jager