Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat een bararium (luchtgordijn achter een glasplaat) een oplossing is voor het rookverbod in de horeca.

1. Bent u bekend met het bericht ‘Rookverbod te lijf met bararium’? 1)

Ja.

2. Deelt u de mening dat een bararium een rookvrije werkplek voor werknemers garandeert? Zo neen, waarom niet?

Neen. Uit informatie van de ondernemers blijkt het hier te gaan om glazen platen, die voor een groot deel van de bovenkant van de bar naar beneden lopen. Overdruk zou er voor zorgen dat er geen rook uit het rokersgedeelte achter de bar kan komen. Een rookvrije werkplek betekent concreet dat in de gelegenheid niet gerookt mag worden, behalve in daartoe aangewezen en afgesloten rookruimten. Alleen al op het punt van het afsluitbaar zijn voldoet het bararium niet aan de eisen van de wet. Een overdrukruimte vermindert voor werknemers weliswaar de blootstelling aan schadelijke stoffen maar blootstelling wordt hier niet mee voorkomen.

3. Bent u voornemens een bararium toe te staan als goed werkend alternatief voor een rookvrije ruimte? Zo neen, waarom niet?

Neen, een bararium wordt door mij niet als een goed werkend alternatief voor een rookvrije ruimte gezien, zie verder het antwoord op vraag 2.

4. Klopt het dat u tot twee keer toe niet reageerde op een brief van de ondernemers die het bararium bedachten? Wanneer mogen zij een reactie verwachten?

De ondernemers hebben mij op 27 mei 2008 een brief gestuurd. Deze brief is beantwoord op 11 juli 2008 (VGP/ADT 2860485).

1) ‘Rookverbod te lijf met bararium’, Trouw, 23 juni 2008