Antwoorden op kamervragen over de homo-razzia in Tilburg

Antwoorden op kamervragen van de leden Van Raak en De Rooij (beiden SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over . (Ingezonden 3 juni 2008)

1. Vraag
Wat was de reden voor de politieactie op de homo-ontmoetingsplaats langs de A58? 1)

1. Antwoord
De korpsbeheerder heeft mij per ambtsbericht laten weten dat er bij politie en gemeente al geruime tijd meldingen van overlast bekend waren over de parkeerplaats Leikant aan de A58. De overlast bestond onder andere uit vernielingen van de hekwerken van aangrenzende privéterreinen, klachten over ongewild getuige zijn van onzedelijke handelingen en klachten van vrachtautochauffeurs dat de parkeerplaatsen overvol waren, waardoor zij geen wettelijke rust konden nemen.

2. Vraag
Wat was het doel van de politieactie?

2. Antwoord
Uit het ambtsbericht blijkt dat het doel van de controle drieledig was:

  • Inzicht krijgen in wat er zich ter plaatse op en aangrenzend aan deze parkeerplaats afspeelde in relatie tot eerdergenoemde klachten;
  • Terugdringen van de overlastmeldingen met betrekking tot schennis der eerbaarheid;
  • Informeren van bezoekers van de homo-ontmoetingsplaats over de klachten en hen informeren over de onwenselijkheid van deze situatie.

3. Vraag
Hoe is dit besluit tot stand gekomen en wie zijn hierbij betrokken geweest?

3. Antwoord
Het ambtsbericht geeft aan dat het besluit iets te doen aan de overlast is genomen tijdens een ambtelijk overleg eind 2007. Hierbij werd besloten de situatie integraal aan te pakken. Deelnemers aan het overleg waren de gemeente Goirle, de politie (team Leijdal) en Rijkswaterstaat. Daarin is afgesproken dat iedere partner zijn/haar verantwoordelijkheid zou nemen ten aanzien van de problematiek rond de homo-ontmoetingsplaats.

De dag voor de actie, te weten op 28 mei, is het draaiboek aangeboden aan de teamchef Leijdal. Deze heeft diezelfde dag met de burgemeester van Goirle de actie besproken. Ook de gebiedsofficier van justitie is diezelfde dag telefonisch benaderd over de actie.

Aangezien de parkeerplaats op het grondgebied van de gemeente Tilburg is gelegen, had de burgemeester van Tilburg ook betrokken moeten worden bij het besluit. Dit is abusievelijk nagelaten.

4. Vraag
Wat is er die avond precies voorgevallen op de parkeerplaats? Hoe is de politie te werk gegaan en waarom heeft zij voor deze aanpak gekozen?

4. Antwoord
Uit het ambtsbericht van de korpsbeheerder blijkt dat de uitvoering van de politiecontrole in 4 fasen plaatsvond:

  • Fase 1: Briefing politiemedewerkers op het politiekantoor
    Het bejegeningsprofiel bestond uit het aanspreken van personen die in het bos zijn of die uit het bos komen, legitimeren als politieambtenaar, het doel van de actie meedelen, identiteit noteren voor vastlegging in het Bedrijfsprocessensysteem (gebruikelijk bij overlastsituaties) en verzoeken zich te verwijderen van de parkeerplaats. Bij constatering van een strafbaar feit (anders dan het zich bevinden op verboden gebied) repressief opgetreden.
  • Fase 2: Uitvoering op de parkeerplaats ´Leikant´
    Vanuit een niet als politievoertuig herkenbare auto, geparkeerd op de parkeerplaats Leikant, werd de observatie door de politie uitgevoerd. Opgetreden is conform het bejegeningsprofiel.
  • Fase 3: Uitvoering op de parkeerplaats ´Lage Aard´
    Daar op enig moment het bezoekersaantal van de parkeerplaats Leikant afnam, heeft de politie de controle verplaatst naar de eveneens aan de A58 nabij gelegen parkeerplaats Lage Aard. Hier is de werkwijze en aanpak van de ‘Leikant’ voortgezet.
  • Fase 4: Débriefing medewerkers op het politiekantoor
    Na de controle is een débriefing gehouden op het politiekantoor. Er zijn in het totaal 25 namen van bezoekers vastgelegd in het Bedrijfsprocessensysteem. Er zijn in totaal drie strafbare feiten geconstateerd.

Met het verplaatsen van de controle van parkeerplaats ‘Leikant’ naar ‘Lage Aard’ is buiten de oorspronkelijke doelstellingen en de aangewezen locatie van de controleactie getreden waarvoor toestemming was van het bevoegde gezag. De ‘Lage Aard’ stond niet bekend als overlastplek en er waren geen verzoeken tot optreden van het bevoegd gezag. Er is die avond ook geen overleg geweest met de verantwoordelijke gezagsdragers over de verplaatsing. Dit betekent dat het vaststellen en registreren van de identiteit van betrokkenen op de ‘Lage Aard’ niet terecht is gebeurd.

5. Vraag
Waarom is ervoor gekozen te werken met agenten in burger?

5. Antwoord
Eén van de doelstellingen van de politiecontrole was om inzicht te krijgen in wat er zich ter plaatse op en aangrenzend aan deze parkeerplaats afspeelde in relatie tot eerdergenoemde klachten. Hiernaast was het de bedoeling bezoekers aan te spreken en te informeren over de klachten en de onwenselijkheid van de situatie. Uit dit oogpunt is er voor gekozen om de controle in burger en niet in uniform te doen aangezien het aannemelijk is dat potentiële bezoekers van de homo-ontmoetingsplaats zich zouden laten afschrikken door uniformen.

6. Vraag
Is het waar dat bij toekomstige acties boetes uitgedeeld gaan worden en het thuisfront geïnformeerd zal worden? Zo ja, waarom?

6. Antwoord
Indien er sprake is van waarneming van strafbare feiten zal hier door de politie tegen worden opgetreden. Het actief informeren van het thuisfront hoort daarbij niet tot de werkwijze van de politie.

7. Vraag
Deelt u de mening dat er onnodig paniek is gezaaid en dat het ongewenst is dat homoseksuelen op deze manier schrik wordt aangejaagd? Zo ja, wat gaat u doen om dit recht te zetten? Zo neen, waarom niet?

7. Antwoord
Gezien de overlastsituatie was er voldoende grond voor politieoptreden op de parkeerplaats Leikant. Wel ben ik, net als de korpsbeheerder, van mening dat de actie met meer invoelingsvermogen dan in de onderhavige actie getoond uitgevoerd had kunnen worden.

De grond voor het optreden op de parkeerplaats Lage Aard ontbrak aangezien daar geen sprake was van overlastmeldingen en toestemming van het bevoegd gezag voor deze actie ontbrak. De korpsbeheerder heeft daarom aan de korpschef de opdracht heeft gegeven de namen van degenen van wie ten onrechte de identiteit is vastgesteld uit het bedrijfsprocessensysteem van de politie te verwijderen.

8. Vraag
Deelt u de mening dat deze actie contraproductief werkt op de aangiftebereidheid van homoseksuelen met betrekking tot discriminatie en geweld? Zo ja, wat gaat u doen om dit in de toekomst te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

9. Vraag
Hoe verhoudt deze politieactie zich tot de maatregelen met betrekking tot homo-emancipatie die het kabinet heeft voorgesteld in de nota “Gewoon homo zijn”? 2)

Antwoord op de vragen 8 en 9
Het is bekend dat de aangiftebereidheid van homoseksuelen met betrekking tot discriminatie en geweld laag is. De politie verricht veel inspanningen om dit te verhogen. Het tegengaan van overlast en het toezicht houden op wat zich op de parkeerplaats afspeelt is in het belang van de bezoekers van de parkeerplaats, ook voor de homoseksuelen die op zoek zijn naar een contact. Het is daarom van belang dat dit soort acties in goed overleg met het bevoegde gezag en op professionele wijze (met gebruikmaking van de beschikbare expertise bij onder andere het LECD) worden voorbereid en uitgevoerd.

1)
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article543499.ece/Vragen_bij_homo-razzia_politie_Tilburg_langs_A58?source=rss
2) Kamerstuk 27 017, nr. 33, vergaderjaar 2007-2008