Nederlandse Veteranendag feestelijk en gezellig

Een minstens tachtig jaar oude veteraan pinkt een traan weg. “Dit is zó mooi”, zegt hij met een brok in zijn keel, doelend op de dikke rijen luid applaudisserend publiek in de Haagse binnenstad. Daar neemt brigadegeneraal prins Willem-Alexander in landmachtuniform de middag van 28 juni het defilé af. Niet alleen ruim drieduizend veteranen, maar ook achthonderd actief dienende mannen en vrouwen, dertien muziekkorpsen en heel wat oude en nieuwe voertuigen trekken aan hem voorbij.

De veteraan exerceert trots verder, zo recht mogelijk als zijn stramme, oude lijf toelaat. “Ik hoop dat dit eerbetoon van de Nederlandse bevolking voor militairen voortaan vanzelfsprekend is”, voegt hij nog toe vóór hij uit het zicht verdwijnt. Aan minister-president Jan Peter Balkenende zal het niet liggen. “Namens ons land stond ú in de frontlinie op plaatsen waar angst en onrecht heersen”, zo zei hij in de Ridderzaal tot de voormalig militairen, of gemilitariseerde burgers, die het Koninkrijk dienden onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesmissies. “U deed wat u kon om orde, vrede en veiligheid te versterken. Met moed. Soms met de moed der wanhoop. Maar altijd namens ons. Omdat wij in Nederland de overtuiging hebben dat wie een betere wereld wil, daar zelf actief aan moet bijdragen. Met woorden èn daden. Hoe moeilijk dat vaak ook is. En al weten we dat er risico's aan verbonden zijn. We denken vandaag óók aan uw kameraden die in dienst van het Koninkrijk het leven hebben verloren of gewond zijn geraakt.”

Van dat laatste kunnen inderdaad enkele honderden mensen getuige zijn. Op het Binnenhof reikt de prins van Oranje die ochtend in de regen een draaginsigne gewonden uit aan korporaal Bas van Mourik, die in 2007 in Uruzgan letsel opliep. Minister van Defensie, Eimert van Middelkoop, speldt vervolgens eenzelfde onderscheiding op bij Bosniëveteraan Prins. Een derde exemplaar is voor Libanonveteraan Hessels, die het kleinood uit handen krijgt van Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm. Naast dit trio ontvangen veertig militairen hun 'Herinneringsmedaille Vredesoperaties'. De uitreiking gaat gepaard met een toespraak van Van Middelkoop.

Balkenende geeft toe dat Nederland er lang over deed zijn veteranen de aandacht en waardering te geven die hun toekomt. “Té lang”, zegt hij van mening zijnde dat de Indië- en Nieuw-Guineagangers en de Korea-veteranen, in de strijd om erkenning, het pad moesten banen door een woud van onverschilligheid en bureaucratie. “Aan hen komt de eer toe dat ze het voor latere generaties veteranen gemakkelijker hebben gemaakt begrip te vinden. Respect voor de inzet van veteranen is de noodzakelijke ruggensteun die wij geven aan de mensen die namens ons aan de frontlijn staan van recht en vrijheid. Zonder onze betrokkenheid gaat het niet. We kunnen als samenleving geen mensen op risicovolle missies sturen, zonder hen voortdurend te laten weten en voelen dat ze er niet alleen voor staan. Dat ze in persoonlijk opzicht kunnen rekenen op onze steun. Dat geldt voor de veteranen. En voor de militairen die op dit moment werken aan vrede en veiligheid, in Afghanistan, Bosnië, Somalië, Tsjaad en andere landen. Ook zij zullen eens veteraan zijn.”

Na het defilé, waarbij de regen van die ochtend plaats heeft gemaakt voor een stralend zonnetje, blijven de meeste veteranen nog even hangen op het gezellige Malieveld. Daar praten ze, soms na vele jaren, weer even bij met de maten van vroeger. Maar boven alles worden er herinneringen opgehaald, soms betreft het hele sombere en ingrijpende momenten, soms hele vrolijke die zelfs na zoveel jaar nog een schaterlach teweeg brengt.