Onderzoek naar mosselzaadvisserij in de Waddenzee kan niet sneller

De mosselzaadval in de Waddenzee is de laatste jaren heel gering waardoor nog maar de helft van het aantal geplande onderzoekvakken bruikbaar is. Bij zaadval hechten mossellarfjes die in het water zweven zich aan de zeebodem. Het uitblijven van zaadval kan tot vertraging van het Project Onderzoek Duurzame Schelpdiervisserij (PRODUS) leiden. Ook omdat onderzoeksproject PRODUS afhankelijk is van het ritme van de seizoenen kan het onderzoek niet eerder worden afgerond.

Dit concluderen onderzoekers die een review hebben uitgevoerd van het PRODUS-onderzoek. Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een aantal onafhankelijke wetenschappers gevraagd te bekijken of het onderzoeksproject PRODUS goed is opgezet en of het onderzoek op een verantwoorde manier naar voren kan worden geschoven. In de reviewcommissie onder leiding van de heer dr. ir. A.A. Dijkhuizen zaten de heer prof. dr. W.J. Wolff, de heer prof. dr. P.M.J. Herman en de heer prof. dr. T. Piersma.

Verburg heeft deze review met de natuurorganisaties en mosselsector afgesproken naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State eind februari over de vergunningverlening voor de mosselzaadvisserij in het voorjaar van 2006. Volgens de Raad van State heeft het ministerie van LNV onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor het Waddenzeegebied.

De review commissie concludeert verder dat het onderzoeksproject PRODUS goed is opgezet, maar dat er enkele verbeteringen mogelijk zijn. Die verbeteringen liggen op het vlak van bemonsteren, analyse, het aantal onderzoekvakken en de omvang van het onderzoeksgebied.

De onderzoekers vinden het een gemiste kans dat het onderzoek zich alleen richt op de mogelijke vergunningverlening voor mosselzaadvisserij en minder op de verduurzaming van de mosselcultuur en de onderbouwing van het natuurbeheer in de Waddenzee.

Minister Verburg wil naar aanleiding van de review overleg met zeeonderzoeksinstituut IMARES van Wageningen UR om de opmerkingen van de onderzoekers over de uitvoering van het onderzoek te bespreken en om afspraken te maken over verdere invulling van het onderzoek te komende jaren.

Verder werkt de minister aan een nadere definiëring van het habitattype H1110a (permanent overstroomde zandbanken). De nadere definiëring zal in de zomer gereed zijn zodat de uitkomsten onder meer gebruikt kunnen worden in het vervolg van het onderzoek.

Minister Verburg hecht groot belang aan de review door de onderzoekers. Zij zet zich in om leemtes in de kennis in te vullen en waar mogelijk onderdelen van het onderzoeksproject PRODUS te verbeteren. Mosselzaad bestaat uit kleine mosselen die in de Waddenzee worden opgevist om later op andere plaatsen in de Waddenzee en in de Zeeuwse wateren te worden opgekweekt.