Brede kabinetsaanpak om meer mensen aan het werk te helpen en te houden

De Nederlandse arbeidsmarkt staat voor grote veranderingen. Er zijn dringend maatregelen nodig om meer mensen aan het werk te helpen en te houden. Het kabinet komt hiervoor met een omvattende en samenhangende aanpak. Hierin staat een andere kijk op werk centraal: meer nadruk op het investeren in mensen, hun mogelijkheden en vernieuwing. Ook moeten mensen zonodig eerder en beter van werk naar werk begeleid worden. Uit het advies van de commissie Arbeidsparticipatie blijkt dat het oplosbaar is, maar dit vergt een aanpak om te voorkomen dat er een groot tekort aan werknemers ontstaat die bovendien onvoldoende opgeleid zijn.

Dit is de kern van de kabinetsreactie op het advies “Naar een toekomst die werkt” van de commissie Arbeidsparticipatie (commissie-Bakker) waarmee de ministerraad heeft ingestemd op voorstel van minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De bewindslieden hebben de hoofdlijnen van de brede kabinetsaanpak voor de komende jaren naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het kabinet had de commissie eind 2007 ingesteld en gevraagd om te adviseren hoe de arbeidsparticipatie structureel verhoogd kan worden. De commissie heeft vastgesteld dat dat met een brede en integrale aanpak inderdaad mogelijk is. Het kabinet deelt die analyse van de commissie. Daarvoor zijn maatregelen nodig om zowel snel meer mensen aan de slag te helpen die nu langs de kant staan, als maatregelen voor structureel meer werkzekerheid met investeringen in inzetbaarheid door zowel werkgevers als werknemers. Voor dat laatste denkt het kabinet aan het introduceren van een werkbudget voor iedereen en het beter van werk naar werk helpen van mensen bij dreigend baanverlies. Hierbij gaat het kabinet aan de gang met een werkbudget. Voorstellen voor het vergroten van werkzekerheid zullen met sociale partners besproken worden.

Het kabinet treft ook op korte termijn maatregelen. Zo komen er in 2009 onder meer extra fiscale maatregelen om meer werken en langer doorwerken te stimuleren. Zo krijgen werkgevers korting op sociale premies als ze oudere werklozen in dienst nemen. Dat krijgen ze ook als ze werknemers tussen de 62 en 65 jaar in dienst hebben. Verder denkt het kabinet aan een tijdelijke no-riskpolis voor werkgevers, indien die een werkloze van 55 jaar en ouder in dienst nemen. De werkgever hoeft dan in de eerste jaren bij ziekte het loon van de werknemer niet door te betalen.

Het kabinet zet verder in op effectievere re-integratie van mensen die langs de kant staan, onder meer door regionale afspraken. Het kabinet gaat met gemeenten, UWV en werkgevers verdere meerjarige afspraken maken om werklozen, arbeidsgehandicapten en niet-uitkeringsgerechtigden aan werk te helpen. Er komen nieuwe instrumenten voor de arbeidsmarkt, zoals loonkostensubsidies. Het kabinet denkt ook aan een participatieplicht voor mensen die langer dan een half jaar WW hebben. Er komen afspraken met UWV en gemeenten over striktere toepassing van sancties op mensen met een uitkering die kunnen werken maar niets doen om aan werk te komen.

Het kabinet neemt maatregelen om schooluitval te verminderen, de kwaliteit van het beroepsonderwijs te verhogen en de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren en zal hierover dit najaar aan de Kamer rapporteren. Bovendien worden werkgevers verplicht om jongeren die ze in dienst nemen zonder diploma, de zogenaamde groenpluk, op te leiden tot een startkwalificatie. Het kabinet overweegt de invoering van een leeftijdsonafhankelijke leerplicht tot het niveau van een startkwalificatie en doet onderzoek naar de invoering van een scholingsplicht voor zowel werkgever als werknemer in de arbeidsovereenkomst. Er komen loopbaancentra waar werknemers informatie kunnen krijgen over scholing die hun kansen op werk of een andere baan vergroot.

Het kabinet vindt net als de commissie-Bakker dat een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd net als in andere landen onvermijdelijk lijkt om ook op termijn voldoende werknemers te hebben. Het kabinet doet er weliswaar alles aan om dit te voorkomen, maar dat kan alleen als onder meer mensen langer doorwerken tot 65 jaar en de sociale zekerheid betaalbaar blijft.