Exportborrel

Toespraak staatssecretaris Heemskerk bij de exportborrel, 18 juni 2008.

Dames en heren,

U bent er allemaal weer. Ik ben er weer. Het is dus weer tijd voor de laatste exportcijfers. Cijfers die opnieuw laten zien dat Nederland goed weet te profiteren van de veranderingen die de globalisering met zich meebrengt. Dat is op zich natuurlijk niet vreemd: Nederland heeft altijd gekozen voor een open economie en een internationale oriëntatie. Deze keuze zorgt al eeuwen voor veel welvaart en werkgelegenheid [sheet 2]. We verdienen bijna 30% van ons Bruto Binnenlands Product met internationale handel; dat is dit jaar zo'n 176 miljard euro. Per Nederlander is dat bijna 11.000 euro per jaar. Dat is bijzonder veel. En het wordt steeds meer. Door de uitbreiding van de EU en de opkomst van landen als China en het voormalige Oostblok [sheet 3]. Zo steeg de export naar Hongarije afgelopen jaar bijna 13,5%, naar Tsjechië 20%, naar Litouwen 26%, naar Polen 30% en naar Slowakije zelfs met 32%.
Nederland is de zesde exporteur in de wereld en de derde exporteur in Europa, na Duitsland en Frankrijk. Nog even in ieder geval, want volgens het CBS zal Nederland dit jaar Frankrijk inhalen!
Op landbouwgebied zijn we nu al de tweede exporteur. En dan niet de tweede van Europa maar zelfs van de hele wereld. Dat is iets om trots op te zijn!
Het zal u ook niet verbazen dat onze export net als in de afgelopen jaren een groot deel van de economische groei voor zijn rekening neemt [sheet 4]. Zo is de export van goederen in de eerste vier maanden van 2008 volgens het CBS met ruim 7% in volume gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2007. Dat is hetzelfde fraaie groeitempo als vorig jaar [sheet 5]. Naar verwachting zal onze export dit jaar zelfs met 444 miljard euro - ruim 24 miljard euro meer dan in 2007 - een nieuw record bereiken.

Dat ziet er goed uit. Nu maar hopen dat de export van ons voetbalteam naar het EK ook tot zulke oranjegekleurde cijfers zal leiden [sheet 6]. Wist u dat ook bij het voetbal globalisering een groeiende rol speelt? Niet alleen omdat daarbij ook sprake is van winnaars en verliezers, maar omdat, volgens Wereldbank-econoom Branco Milanovic het voetbal verandert door het verdwijnen van grenzen tussen landen. Daarom is globalisering - naast de grootte van de economie van het deelnemende land - een ontwikkeling die door economen van ABN AMRO is gebruikt voor hun Soccernomics 2008: een poging om op basis van economische criteria te voorspellen welke teams het het beste zullen doen tijdens het EK. Er werd gekeken naar het aantal buitenlandse voetballers in de top tien van topscorers in nationale competities, en het aantal 'voetbalsterren' in sterke buitenlandse competities. Ze kwamen tot de conclusie dat een land meer kans heeft om het EK te winnen als het veel topspelers heeft in buitenlandse competities, en minder kans als de eigen competitie overheerst wordt door buitenlandse spelers. In de combinatie grote economie én globalisering scoort Nederland heel hoog. Volgens de Soccernomics maakt Oranje een goede kans om tijdens de EK in de top 3 te eindigen en zelfs Europees kampioen te worden! De andere twee kanshebbers zijn volgens de onderzoekers Frankrijk en Italië.....

Maar dit uitstapje naar de cijfers die ons allemaal ook flink bezighouden, brengt mij ook vrij soepel bij het thema van deze Exportborrel 'Exportkennis is markt'. Want niet alleen voetbal verandert door globalisering, ook ons bedrijfsleven. Bedrijven moeten zich steeds sterker internationaal oriënteren. Wat ze daarvoor nodig hebben zijn internationale spelers, medewerkers met een internationale oriëntatie in vrijwel alle lagen van de organisatie. Medewerkers die al tijdens hun studie (internationale) competenties hebben ontwikkeld en talen- en handelskennis hebben.

Dat vraagt om onderwijs dat aansluit bij deze kennisvraag van de markt. Studenten moeten breder én internationaler inzetbaar zijn. Niet alleen in het hoger onderwijs, maar ook in het MBO. Om deze ervaring op te kunnen doen moeten bedrijven bereid zijn stageplaatsen ter beschikking te stellen. Om dat te stimuleren is er niet alleen de Prijs voor het beste Internationale Leerbedrijf, die ik straks zal uitreiken, maar ook een speciaal programma: het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs (PIB). Een programma om docenten en studenten van MBO- en HBO-scholen te ondersteunen bij het opdoen van internationale ervaringen. EZ en OCW ondersteunen het programma en werken daarbij samen met de MBO Raad, Colo, de HBO Raad en MKB Nederland. EZ heeft hiervoor 5 miljoen euro uitgetrokken, OCW 1,7 miljoen.

Hoewel het Programma bedoeld is voor scholen, kunt u via de deelnemende instellingen uitstekend uw internationale belangen behartigen. Dat beide partijen daar baat bij hebben én van kunnen leren, was heel erg duidelijk tijdens mijn missie naar Marokko vorige week, samen met staatssecretaris Aboutaleb.
Aan dit bezoek hebben 50 bedrijven en onderwijsinstellingen deelgenomen. De vertegenwoordigers van de meereizende onderwijsinstellingen waren erg enthousiast over het idee om met Marokko samen te werken. Want door de uitwisseling van studenten en onderwijzers of het stimuleren van internationale stages, wordt het curriculum van de scholen internationaler en kan de school beter gekwalificeerde studenten 'afleveren'. De deelnemende bedrijven profiteren ook. Omdat de studenten die bij hen stage lopen of een marktonderzoek uitvoeren een bijdrage leveren aan hun bedrijf, maar zeker ook omdat er zo een betere aansluiting ontstaat tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven.
Vooral in de toeristische sector is men enthousiast over samenwerking met onderwijsinstellingen. De Marokkaanse minister van Toerisme gaf dan ook aan graag samen te willen werken aan een' train-the-trainers' project, stage-uitwiselingen en traineeprogramma's. Zo heeft één van de deelnemende opleidingsinstituten een overeenkomst getekend met de beroepsopleiding voor toerisme in Haouzia [Ha - oe - zia (zonder klemtoon)] voor studenten- en docentenuitwisseling.

EZ ondersteunt ook Europese programma's die de internationale oriëntatie van studenten stimuleren. Zoals het Life Long Learning Program, en Leonardo da Vinci, dat internationale projecten voor beroepsonderwijs op MBO niveau financieel ondersteunt. Deze subsidies zijn bedoeld voor onderwijsinstellingen, bedrijven, koepelorganisaties, sectorale organisaties etc.

Als uw bedrijf op zoek is naar internationaal georiënteerde medewerkers kunt u de scholen een handje helpen door in de landen waar uw bedrijf actief is stageplekken aan te bieden. Want als u uw toekomstige werknemers op die manier "gericht" op stage stuurt, doen deze jonge mensen precies die ervaring op die in hun latere beroepspraktijk gewenst is. Het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs kan daarbij - via de scholen - helpen. Neem vooral contact op met de EVD als u hier interesse in hebt.
Een bedrijf dat u hierin voorging is Schrobbeler BV. Een bedrijf uit Eindhoven dat een kruidenlikeur maakt die niet meer alleen plaatselijk, maar ook boven de rivieren en in België en Luxemburg populair is. Het bedrijf wil graag nóg meer grenzen over. Daarom doet een student van het Deltion college (MBO) nu onderzoek naar de marktkansen in Polen. Het bedrijf heeft al eerder studenten ingezet voor onderzoek en is erg tevreden over de resultaten. Ook zien ze in een goede student een potentiële nieuwe kracht.
U hoort het. Genoeg kansen en mogelijkheden om globalisering ook voor uw bedrijf tot een winnende factor te maken. Als u maar investeert in de goede spelers!