Antwoorden op kamervragen over brandveiligheid van gebouwen uit de jaren zestig en zeventig

Antwoorden op kamervragen van de leden Griffith en Van der Burg (VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de brandveiligheid van gebouwen uit de jaren zestig en zeventig. (Ingezonden 27 mei 2008)

1. Vraag
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat brand bij veel hoge gebouwen uit de jaren zestig en zeventig moeilijk te bestrijden is? 1)

1. Antwoord
Ja.

2. Vraag
Kunt u aangeven om hoeveel van soortgelijke gebouwen het in Nederland gaat? Vallen hier ook studenten-, verpleeg- en verzorgingshuizen en woongebouwen onder?

2. Antwoord
Er worden op nationaal niveau geen gegevens bijgehouden over aantallen bouwwerken, bouwjaren of huidig gebruik. Dat is ook niet zinvol omdat voor de beoordeling van de brandveiligheid en bestrijding veel meer gegevens en informatie van belang zijn dan een jaartal. Lokaal is de relevante informatie wel beschikbaar, zie de antwoorden hieronder.

3. Vraag
Welke brandveiligheidseisen worden gesteld aan gebouwen uit de jaren zestig en zeventig? Kunt u aangeven of, en zo ja waarom, deze eisen afwijken van de huidige brandweereisen en wat de consequenties en de mogelijke risico’s daarvan zijn?

4. Vraag
Welke bevoegdheden heeft de brandweer om de betrokkenen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de brandveiligheidseisen? Vindt u deze bevoegdheden voldoende? Zo neen,welke stappen wilt u nemen om hierin verandering aan te brengen?

Antwoord op vraag 3 en 4
De voorschriften voor de brandveiligheid van alle gebouwen zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2003 en in de gemeentelijke bouwverordeningen.
• Het Bouwbesluit 2003 stelt eisen aan de bouwkundige staat. Het maakt in het vereiste veiligheidsniveau onderscheid tussen nieuw te bouwen gebouwen en bestaande gebouwen. Het niveau van de nieuwbouweisen is afgestemd op de huidige stand van de techniek in combinatie met de economische haalbaarheid en de gewenste veiligheid. De eisen voor bestaande gebouwen zijn lichter, omdat het niet redelijk is om aan een bestaand bouwwerk, dat ooit met vergunning is gebouwd, het nieuwbouwniveau op te leggen.
• De gemeentelijke bouwverordeningen stellen eisen aan installaties en gebruik. Deze maken meestal geen onderscheid tussen nieuwe gebouwen en bestaande gebouwen.

Deze regelingen zijn uitputtend bedoeld en bieden in de regel voldoende veiligheid voor zowel bestaande als nieuwe gebouwen, niet alleen voor de gebruikers maar ook voor de brandweer. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om deze voorschriften te handhaven. Zij kunnen bovendien, afhankelijk van het gebruik, in concrete gevallen voor bestaande gebouwen besluiten om hogere bouwtechnische eisen te stellen dan het Bouwbesluit 2003 voorschrijft. Dit is dus ook mogelijk voor de brandveiligheid. Zij moeten dan wel duidelijk motiveren waarom dit noodzakelijk is. Er mogen echter geen eisen worden gesteld die hoger zijn dan de nieuwbouweisen.

Brandweerkorpsen werken hetzij rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van Burgemeester en wethouders, hetzij onder verantwoordelijkheid van het bestuur van een gemeenschappelijke regeling waaraan gemeenten deelnemen. Zij hebben derhalve geen eigen bevoegdheden en hanteren dan ook geen eigen voorschriften voor bouwwerken. De bevoegdheid van Burgemeester en wethouders is voldoende, ook voor de borging van de brandveiligheid.

5. Vraag
Op welke wijze houden de verantwoordelijke bestuurders zicht op het aantal gebouwen en de status van dit soort gebouwen in hun regio?

5. Antwoord
Het uitoefenen van toezicht op gebouwen is een taak van Burgemeester en wethouders op grond van de Woningwet. De Woningwet bevat daarvoor nadere voorschriften.

Het inventariseren van brandveiligheidsrisico’s maakt deel uit van de normale werkwijze voor een gemeentelijk brandweerkorps of een veiligheidsregio. Dit dient zowel de handhaving van de brandveiligheid als de voorbereiding op de brandbestrijding. Voor de wijze waarop gemeenten of veiligheidsregio’s deze inventarisatie uitvoeren bestaan op dit moment geen voorschriften van Rijkswege.


1) Het Algemeen Dagblad, 14 mei 2008 en Elsevier, 18 mei 2008.