Antwoorden op kamervragen van Langkamp over ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

17 juni 2008

DLZ-K-U-2849908

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker, mede namens de minister voor Jeugd en Gezin, op de vragen van het Kamerlid Langkamp (SP) over ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag (2070819600).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het artikel “Bestuurders weten te weinig van Jeugdzorg”, waarin een wethouder en een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg (BJZ) in Zeeland stellen dat er een “foutje” gemaakt is op het ministerie betreffende de indicatiestelling ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag voor jongeren/kinderen en/of hun ouders?

Antwoord 1

Sinds 1 januari 2008 kan er geen ondersteunende begeleiding algemeen (in uren) op psychosociale grondslag worden geindiceerd. Het CIZ geeft in deze gevallen een advies af. Het gaat dus niet meer om een AWBZ-indicatie. In de meeste gevallen zal het gaan om een advies aan instellingen voor maatschappelijke opvang of vrouwenopvang of om een advies aan thuiszorginstellingen in geval van ernstige ontregeling van een gezin op praktisch alle leefgebieden. Een AWBZ-indicatie kan wel afgegeven worden als het gaat om ondersteunende activiteiten gedurende een dagdeel in een instelling, als onderdeel van palliatief terminale zorg of indien tevens verblijf is geindiceerd. Het foutje waarover in het artikel gesproken wordt, klopt in die zin dat er dus sinds 1 januari 2008 geen sprake meer is van AWBZ-indicaties voor ondersteunende begeleiding algemeen op grondslag psychosociaal. Er is sprake van een door het CIZ afgegeven advies, op grond waarvan door de zorgaanbieder de zorg kan worden ingezet.

Vraag 2

Is het waar dat er gedurende de eerste drie maanden van dit jaar geen indicaties zijn gegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en BJZ voor ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag? Zo neen, hoeveel indicaties zijn er in deze periode voor deze vorm van hulp afgegeven? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor het budget dat de gemeenten ontvangen voor ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag in 2009?

Antwoord 2

Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 aangaf zijn er vanaf 1 januari 2008 adviezen afgegeven voor ondersteunende begeleiding algemeen op psychosociale grondslag.
De zorgaanbieder kan op grond van zo’n advies de zorg inzetten.

Vraag 3

Worden ook alle indicaties die BJZ doet voor de grondslag ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag meegerekend voor het bepalen van het budget voor 2009? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

Ondersteunende begeleiding algemeen op psychosociale grondslag gaat met name om instellingen voor maatschappelijke opvang, vrouwenopvang of thuiszorginstellingen in geval van ernstig ontregelde gezinnen. Op basis van de beschikbare gegevens hebben VWS en de VNG in een bestuurlijk overleg de volgende afspraken gemaakt over de overheveling en verdeling per 1 januari 2009 van alle compensatiemiddelen die gemoeid zijn met het schrappen van de psychosociale grondslag voor de functie ondersteunende begeleiding algemeen (OB-a):

  • euro 30 mln. naar specifieke uitkering maatschappelijke opvang/OGGZ en verslavingsbeleid;

  • euro 6 mln. naar specifieke uitkering vrouwenopvang;

  • euro 17 mln. naar het gemeentefonds voor de begeleiding van andere groepen zoals ontregelde gezinnen.

Vraag 4

Bent u bereid de negatieve gevolgen van het niet afgeven van indicaties voor ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag gedurende de eerste drie maanden van dit jaar voor het budget voor 2009 ongedaan te maken? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Dit is niet nodig omdat er adviezen zijn afgegeven voor degenen die volgens de regels voor deze vorm van zorg in aanmerking komen. Voor de clienten van de maatschappelijke opvang gaat dit aan de hand van het CIZ-protocol Opvang. In het geval van de thuiszorginstellingen hanteert het CIZ de in 2007 gehanteerde beleidsregels indicatiestelling.

Vraag 5

Bent u bereid maatregelen te nemen opdat de in de eerste drie maanden van dit jaar aangevraagde indicaties voor ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag alsnog afgegeven gaan worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Dat is niet nodig omdat het CIZ alle aanvragen heeft afgehandeld en daarvoor adviezen heeft afgegeven.

Vraag 6

Is bekend hoeveel kinderen en jongeren landelijk door middel van de inzet van gespecialiseerde gezinsverzorging op basis van psychosociale grondslag buiten de wachtlijst voor jeugdzorg worden gehouden? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken?

Antwoord 6

Gespecialiseerde gezinsverzorging kan alleen worden aangeboden ten laste van de AWBZ indien de functie activerende begeleiding is geindiceerd. De functie activerende begeleiding heeft echter nooit opengestaan voor de grondslag psychosociaal probleem. Een indicatie voor ondersteunende begeleiding in verband met een psychosociaal probleem geeft binnen de AWBZ dus geen toegang tot gespecialiseerde gezinsverzorging. Er bestaat dan geen recht en er is daarom geen sprake van buiten de wachtlijst houden.

Vraag 7

Zijn er kinderen en/of gezinnen die op een wachtlijst terecht komen voor gespecialiseerde gezinsverzorging met een indicatie ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag? Zo ja, om hoeveel kinderen gaat het en hoe lang moeten zij gemiddeld wachten? Zo neen, op welke zorgvorm wachten zij dan?

Antwoord 7

Zoals ik aangaf in mijn antwoord op vraag 6 geeft ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag geen toegang tot gespecialiseerde gezinsverzorging. Zij komen dus ook niet op een wachtlijst.

Vraag 8

Wat is de oorzaak van het feit dat er kinderen en/of gezinnen op de wachtlijst staan voor hulp op psychosociale grondslag?

Antwoord 8

Psychosociale problemen kunnen door allerlei redenen zijn ontstaan zoals echtscheiding, schuldproblematiek, verslaving aan drank en/of drugs enz. Afhankelijk van de gezinssituatie en de problematiek kunnen verschillende vormen van hulp worden geboden. Eén van die vormen is gespecialiseerde gezinsverzorging.

Gespecialiseerde gezinsverzorging met als doel opvoedingsbegeleiding thuis voor ouders met psychische en sociale problemen is en blijft beschikbaar als onderdeel van het gemeentelijk preventief jeugdbeleid, via bijvoorbeeld het algemeen maatschappelijk werk of een andere voorlopers van een gemeentelijk Centrum voor Jeugd en Gezin, of als onderdeel van provinciaal gefinancierde jeugdzorg.

Vraag 9

Is er voor deze kinderen en/of gezinnen overbruggingszorg beschikbaar? Zo ja, waaruit bestaat deze overbruggingszorg?

Antwoord 9

Indien nodig kan er gekozen worden voor overbruggingszorg. Afhankelijk van de oorzaak en de gezinssituatie wordt dan gekozen voor een passende vorm van zorg.

Vraag 10

Erkent u dat ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag een belangrijke preventieve werking kan hebben en aanspraak op meer gespecialiseerde jeugdzorg en/of jeugd-GGZ kan voorkomen? Zo ja, kunt u garanderen dat de kwaliteit en de continuïteit van deze vorm van hulp niet in gevaar komt door de overheveling van de AWBZ naar de gemeenten? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 10

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het preventieve domein en krijgen door de overheveling meer taken. Het voordeel is dat er zo meer vanuit het lokale domein georganiseerd kan worden. De gemeenten worden voor de overheveling gecompenseerd waarmee de continuïteit van de zorg kan worden gewaarborgd.

Vraag 11

Erkent u dat het risico bestaat dat door het wegvallen van de aanspraak op ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag in de AWBZ een groter beroep gedaan gaat worden op het budget van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg indien de gemeenten deze vorm van hulp niet willen of kunnen financieren? Zo ja, acht u dit wenselijk? Zo neen, waarom bestaat dit risico volgens u niet?

Antwoord 11

De gemeenten krijgen geld voor deze vorm van zorg per 1 januari 2009. In de gesprekken die ik voer met de gemeenten en alle andere betrokken partijen ter voorbereiding van de overheveling per 1 januari 2009 krijg ik van de gemeenten geen signalen dat zij niet bereid zouden zijn deze vorm van zorg te leveren.

Vraag 12

Hoe gaat u voorkomen dat er als gevolg van het wegvallen van de aanspraak op ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag in de AWBZ en overheveling naar de gemeenten in 2009, een groter beroep op het budget van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg gedaan gaat worden?

Antwoord 12

Zie mijn antwoord op vraag 11.