Antwoorden op kamervragen van Ouwehand over de herziening van de Europese richtlijn 86/609/EEC

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2849052

11 juni 2008

Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Ouwehand (Partij voor de Dieren) over de herziening van de Europese richtlijn 86/609/EEC (2070819110).

Vraag 1
Kunt u toelichten hoe uw uitspraak dat “de herziening van de EU-richtlijn 86/609/EEG geen invloed heeft op de beleidsvoornemens dierproeven” zich verhoudt tot uw uitspraak dat de Wod pas gewijzigd zal worden zodra de herziening van de richtlijn voltooid is ?

Antwoord 1
De uitvoering van de geformuleerde beleidsvoornemens ten aanzien van dierproeven en de recente Kabinetsvisie ‘Alternatieven voor dierproeven’ vereisen geen wijziging van de Wod op de korte termijn. De beleidsvoornemens zijn daarmee onafhankelijk van de herziening van de Europese richtlijn.
De Wod zal worden gewijzigd zodra de herziening van de richtlijn daarom vraagt. Ik streef ernaar om alle aspecten die vragen om een wijziging van de Wod in één keer door te voeren. Op dit moment is het nog onduidelijk wanneer de Europese Commissie haar voorstel aanbiedt aan het Europees Parlement. Om die reden kan ik geen antwoord geven op welke termijn de Wod mogelijk gewijzigd zal worden.

Vraag 2
Kunt u aangeven welke van uw beleidsvoornemens dierproeven wel en welke niet afhankelijk zijn van de herziening van de richtlijn?

Antwoord 2
Zie vraag 1.

Vraag 3
Betekent uw uitspraak “het proces van de herziening van de EU-richtlijn en het Nederlandse dierproevenbeleid zitten elkaar niet in de weg ” dat u in ieder geval de komende twee jaar niet voornemens bent de Wod te wijzigen op basis van de evaluatie van de Wod, de kabinetsvisie alternatieven of de debatten met de Kamer hierover? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, in welke gevallen bent u voornemens de Wod eerder te wijzigen?

Antwoord 3
Zie vraag 1.

Vraag 4
Bent u bereid zich in te spannen om het herzieningsproces te bespoedigen of uw collega’s in de Europese Commissie hiertoe aan te sporen? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
Zoals ik heb geantwoord in de kamervragen van oktober 2007 kan ik op dit moment het proces niet versnellen. Het betreft een interne consultatie binnen de EC en dat kan niet worden bespoedigd met een interventie van Nederlandse zijde.