Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij Werkbezoek aan politie Limburg-Noord

Geachte commissaris Rookhuijzen, burgemeester Bruls, dames en heren,

U weet het misschien niet, maar het thema administratieve lasten voor politiepersoneel kwam definitief op de politieke agenda te staan hier in Noord-Limburg.
Tijdens de eerste 100-dagen van dit kabinet stapte premier Balkenende in een politieauto en kreeg van een politieagent van dit korps de wind van voren over hoe die agent onder papierbergen werd bedolven.
Soms was het zelfs zo, dat na een kort incident aan het begin van de dag, de agent de rest van de dag aan het bureau vast zat: proces verbaal uitwerken, formulieren invullen, instanties informeren, etcetera, etcetera. Dat is dus niet wat we bedoelen met ‘meer blauw op straat’.

Natuurlijk: ook registreren en verantwoorden hoort bij het werk van politieagenten. Het is een vak waarbij goede en tijdige informatie van levensbelang kan zijn. En burgers hebben recht op verantwoording als hun vrijheden worden beperkt.

Maar de vraag is of we niet een beetje zijn doorgeschoten;
of de politieorganisatie, en dus ook de agent en de rechercheur, niet overvraagd worden.
Met de professionalisering van de politieorganisatie gaat de kwaliteit omhoog. Maar moet de altijd verantwoordingslast navenant toenemen?

Het kabinet maakt zich zorgen over wat dit betekent voor het werk van agent en de rechercheur.
Welk deel van een gemiddelde dienst besteden ze aan administratieve taken?
Wat zijn de grootste ergernissen van de politieprofessional op het gebied van regeldruk?
En hoe komen we tot verbeteringen die het werk van politiemedewerkers écht beter, prettiger en vooral effectiever maken?

Om een antwoord te krijgen op die vragen heb ik onderzoek laten doen naar de tijdsbesteding en naar de beleving van administratieve lasten van 30 rechercheurs en 30 agenten, verdeeld over vier verschillende korpsen.
U krijgt vandaag de resultaten van dit onderzoek, maar ik kijk vast vooruit naar wat we daar verder mee gaan doen.

Het blijkt dat de agent 20 procent van een gemiddelde dienst besteedt aan administratieve werkzaamheden; de rechercheur gemiddeld 38 procent.
Dat lijken misschien geen torenhoge percentages voor een informatie-intensieve organisatie als de politie. Maar het is toch te veel.
Dat zie je vooral als we wat gedetailleerder kijken naar waar die werkzaamheden uit bestaan.
Dan blijkt namelijk dat dezelfde informatie regelmatig dubbel moet worden ingevoerd, niet gebruikt wordt of dat onduidelijke en ingewikkelde formulieren moeten worden gebruikt.

Het onderzoek toont aan dat politiemensen, in ieder geval naar de buitenwereld toe, geen grote klagers zijn. Toch geven ze aan dat de administratieve lasten de afgelopen jaren zijn gestegen. Op het meldpunt voor politieprofessionals dat ik onlangs heb ingesteld, www.mijnechtewerk.nl, krijgen we ook regelmatig signalen over problemen met de administratieve lasten bij politie.
Het is dus wel degelijk van groot belang dat we samen optrekken om de administratieve lasten aan te pakken.

Op basis van het onderzoek en gesprekken in het veld presenteer ik vandaag aan u de Top 5 van grootste knelpunten op het gebied van administratieve lasten bij de politie.
De vijf knelpunten zijn in – let op - willekeurige volgorde:

  1. de gebruiksvriendelijkheid van de geautomatiseerde systemen;
  2. ingewikkelde formulieren;
  3. de informatieverstrekking aan het openbaar ministerie;
  4. de wildgroei aan partnerinformatie;
  5. de ongerichte adressering van beleid.

Wat opvalt is dat de vijf knelpunten zo verschillend van aard zijn. Ze kunnen dan ook niet op dezelfde manier worden aangepakt.
Bovendien, er zijn al veel verbeteringen in gang gezet.
Ik noem het vernieuwen van de politiesystemen voor handhaving en opsporing en het standaardmodellen voor eenvoudige aangifte en eenvoudig dossier, die momenteel landelijk worden uitgerold.
Ook het samenbrengen van ketenpartners in Veiligheidshuizen zal naar verwachting positief uitwerken op de administratieve belasting van politiemedewerkers.

Dames en heren, het is nadrukkelijk de bedoeling om aan te sluiten op deze initiatieven, maar ook een extra impuls te geven aan het oplossen van de belangrijkste knelpunten.

Binnenkort gaan we met expertgroepen aan de slag, om voor elk van deze knelpunten te bekijken welke winst er deze kabinetsperiode te behalen valt. De voortgang hiervan kunt u volgen op de website www.mijnechtewerk.nl.

Een paar plannen kan ik al uit de doeken doen:
In het project administratieve lastenvermindering voor burgers zijn goede ervaringen opgedaan met workshops, waarin met verschillende partijen in korte tijd een formulier wordt verkort en begrijpelijk wordt gemaakt. Dit wil ik ook voor de verschillende korpsen gaan organiseren.

Op het punt van de informatieverstrekking aan het Openbaar Ministerie worden er bij verschillende korpsen goede afspraken gemaakt over effectieve en efficiënte aanlevering. Deze best-practices verdienen brede bekendheid en navolging, en ik ga me ervoor inzetten dat dit gebeurt.

Ten aanzien van de ongerichte adressering van beleid, ontwikkelen we een integraal afwegingskader voor nieuw beleid. Daarbij worden de gevolgen van nieuw beleid heel nadrukkelijk getoetst aan de gevolgen voor de administratieve lasten van politieprofessionals.

Dames en heren, ik doe dit niet alleen. Mijn rol is vooral verbeteringen te faciliteren en te stimuleren.
Ik reken op u, de politieorganisatie, maar ook op de andere partners. Vanuit Den Haag kan ik mijn steentje bijdragen, maar een aantal zaken zult u toch ook zelf moeten doen. Ik hoop dan ook dat u dit initiatief met enthousiasme zult oppakken.

Als dank voor uw gastvrijheid vandaag, commissaris Rookhuijzen, biedt ik u een exemplaar van het onderzoeksrapport en van de Top 5 van knelpunten aan, en vertrouw erop dat we samen een nieuwe impuls kunnen geven aan het nog beter en aantrekkelijker maken van het politiewerk.

Ik heb uiteraard, voordat ik hier naartoe kwam, proberen uit te vinden wie nu die voorlopig anonieme agent was die – ik vertelde u dat in het begin - tegen de premier klaagde.
Vergeefs, maar ik ben dan ook geen speurder van beroep.
Ik hoop dat u hem wel kunt vinden want ik zou het leuk vinden om ook hem – met dank - een exemplaar van dit rapport te kunnen sturen.