het Nationale Verkeersveiligheidscongres 2008

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Beste mensen,

We leveren met z’n allen ontzettend veel inspanningen om het verkeer in Nederland veiliger te maken. Dat zie ik vandaag ook hier, want onder de noemer ‘samen veiliger voor iedereen’ maakt u zich collectief sterk voor meer verkeersveiligheid. We kunnen nooit álle verkeersongelukken voorkomen, maar we kunnen er samen wel zoveel mogelijk aan doen om het aantal ongelukken tot een minimum te beperken.

Beste mensen,
In 2007 overleden er in Nederland 791 mensen als gevolg van een verkeersongeluk. Dat zijn twintig mensen minder dan in 2006, toen er 811 mensen overleden. Over de afgelopen vijf jaar is het aantal verkeersdoden met 27% gedaald. De dalende trend van de afgelopen jaren zet zich dus voort, en dat is iets waar we ontzettend blij mee mogen zijn, en waar we ook tróts op mogen zijn. Maar het gaat nog steeds om bijna 800 mensen die op een dag niet meer zijn thuisgekomen. Bijna 800 families die voor altijd een gemis ervaren. Dat is voor mij de drijfveer om te zorgen dat het aantal doden en gewonden in het verkeer verder omlaag gaat.

Wat valt er op aan de ongelukken in 2007? Allereerst dat de cijfers van de verkeersdoden van 2007 in de diverse leeftijds- en vervoerscategorieën over het algemeen in lijn liggen met de dalende trend van de laatste jaren. Hier en daar schommelt het wat, maar daar kunnen we op basis van één jaar geen conclusies aan verbinden.

Voor een aantal groepen is de stijging van slachtoffers ten opzichte van 2006 vrij fors. Dat geldt bijvoorbeeld voor de leeftijdsgroep van zestien tot en met vierendertig. Daarin vielen in 2007 274 slachtoffers, tegenover 227 in 2006. Hetzelfde geldt voor voetgangers: 18 mensen meer dan in 2006. En al daalde het aantal slachtoffers bij 65+’ers, er blijven in die categorie relatief veel dodelijke ongelukken voorkomen.

Er waren in 2007 ook positieve uitschieters. Het aantal slachtoffers in de leeftijdsgroep van 43 tot en met 49 daalde met 22 procent sterk. 13 mensen kwamen om door een dodehoekongeluk, tegenover 26 in 2006.

Bij alle cijfers en getallen die ik noem, moeten we één ding in het achterhoofd houden. Deze cijfers staan niet in steen geschreven. Volgend jaar is het beeld waarschijnlijk weer net iets verschoven. Maar laten we optimistisch blijven. Want ik houd in mijn achterhoofd dat het aantal verkeersslachtoffers nu al een aantal jaren gestaag daalt, en dat het dus de goede kant op blijft gaan.

Juist omdat we succes boeken, moeten we voorkomen dat de aandacht voor het verbeteren van verkeersveiligheid verslapt. Daarom kom ik binnenkort met het Strategisch plan verkeersveiligheid. Velen van u hebben daar al aan meegewerkt. De rode draad in het plan is wat we er in Nederland aan gaan doen om de daling door te zetten. Oftewel: hoe zorgen we ervoor dat er in 2020 niet meer dan 580 verkeersdoden te betreuren zijn? Hoe zorgen we ervoor dat in 2020 duizenden mensen minder dan nu gewond raken in het verkeer?

In de eerste plaats gaan we vasthouden aan wat goed gaat. Never change a winning team. De belangrijkste pijler is samenwerking. Samenwerking met andere overheden, maatschappelijke organisaties en handhavers en al die andere partijen die met ons de handen ineenslaan voor een veiliger Nederland. Door iedereen bij de verkeersveiligheid te betrekken, dringen we door tot in de haarvaten van de samenleving.

Op die manier lukt het ons ook om verkeersveiligheid zo integraal mogelijk aan te pakken, een tweede succesvolle pijler. Integraal betekent dat we kijken naar regels, naar preventie, naar handhaving én naar beloning. Dat we ons niet uitsluitend richten op de mens, op de weg of op het voertuig, maar op alle drie. En dat we steeds meer dwarsverbanden met andere beleidsterreinen leggen. Als we agressie in het verkeer aanpakken, doen we ook iets tegen de agressie in het algemeen.

De derde succesvolle lijn die we in het strategische plan doorzetten is die van Duurzaam Veilig, de visie die als bron van inspiratie al tien jaar een waardevolle bijdrage levert aan ons verkeersveiligheidbeleid. Duurzaam Veilig is het gedachtegoed dat ervoor heeft gezorgd dat er de laatste jaren veel rotondes, dertigkilometerwegen en fietspaden zijn aangelegd.

We gaan dus door met het succesvolle beleid, maar er moet méér gebeuren, want het wordt steeds moeilijker. Iedereen moet in principe zelf kunnen bepalen wanneer hij of zij op pad gaat en met welk vervoermiddel. Maar we gaan wel ons wel op een aantal groepen richten die extra aandacht kunnen gebruiken. Dat zijn bijvoorbeeld de kwetsbare verkeersdeelnemers als kinderen, fietsers en ouderen. Ook hier blijft samenwerking een vereiste; we hebben iedereen nodig om dit probleem aan te pakken. En naast de aanpak van de objectieve onveiligheid zal ook in samenwerking met de partners in het verkeersveiligheidsveld worden bekeken welke factoren leiden tot gevoelens van onveiligheid bij die kwetsbare groepen, en hoe we daar in het beleid rekening mee kunnen houden.

In dit verband met de kwetsbare groepen wil ik het onderzoek noemen dat de Fietsersbond en TNO deze week hebben gepresenteerd. Zij onderzochten de mogelijkheden voor het verkleinen van het letsel bij fietsers na een botsing met de voorzijde van een personenauto, met een soort uitwendige airbag. Een interessant rapport omdat fietsers anders blijken te botsen dan voetgangers. We zullen hier zeker nog naar kijken en proberen om het onderwerp op de internationale, Europese, agenda te krijgen.

Een ander uitgangspunt van het strategisch plan verkeersveilgheid is dat we de nadruk leggen op de eigen verantwoordelijkheid van de verkeersdeelnemers. Hardleerse types, zoals mensen die dronken achter het stuur zitten, zijn óók een groep die extra aandacht kan gebruiken. Onlangs heb ik de aftrap gegeven voor de pilot voor het alcoholslotprogramma. In Friesland proberen 80 mensen drie maanden lang het alcoholslot uit. Dat is weer een stap op weg naar invoering ervan. Notoire alcoholovertreders, maar ook mensen die met een promillage van 1,3 of meer worden betrapt, al is het voor de eerste keer, krijgen straks met het alcoholslot te maken. En we gaan ook beginnen met een experiment om drugs in het verkeer aan te pakken. Op de kennismarkt van dit congres kunt u trouwens uitgebreid met het alcoholslot kennismaken.

Wie ik ook echt wil gaan aanpakken is de agressieve en asociale automobilist. Al in 2008 treedt voor asociale verkeersdeelnemers een Educatieve Maatregel Gedrag in werking. Die houdt in dat een overtreder een cursus moet volgen om zijn gedrag aan te passen. Misschien gaan we ook verplichte snelheidsbegrenzers voor deze groep invoeren. Ongewenst gedrag van weggebruikers aanpakken is een terechte aanpak, want gedrag is oorzaak nummer één van verkeersongevallen.

En als we het dan toch hebben over aanspreken op eigen verantwoordelijkheid, moeten we het ook over het rijbewijs hebben. Het rijbewijs wordt op dit moment vooral gezien als een verworven recht. Mensen vergeten wel eens dat een rijbewijs ook plichten en verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Ik wil dat het rijbewijs meer wordt gezien als een vergunning. Die vergunning wordt verleend als je aan de eisen voldoet, maar die ook ingetrokken kan worden als je niet meer aan de eisen blijkt te voldoen.

Beste mensen,
Ik noemde net al even het belang van samenwerking voor een consistent verkeersveiligheidsbeleid. En ik wil echt mijn complimenten geven voor de goede samenwerking met alle partners bij de totstandkoming van het strategisch plan verkeersveiligheid. Veel partijen zaten en zitten ook de komende tijd regelmatig om tafel: andere overheden, maatschappelijke organisaties, handhavers. Ook de ouderenbonden schoven op nationaal niveau voor het eerst aan. Dat is een mooi voorbeeld van nieuwe dwarsverbanden leggen.

Met z’n allen pakken we diegenen aan die hun verantwoordelijkheid niet nemen om zich fatsoenlijk te gedragen. En daarmee nemen we onze verantwoordelijkheid om de kwetsbaren in het verkeer te beschermen.

Ik wens u vandaag een vruchtbare dag toe en wens u heel veel succes met het nóg verkeersveiliger maken van Nederland.

Dank u wel