Toezeggingen AO Contractering AWBZ

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ/SFI-2842469

22 april 2008

In het Algemeen Overleg over de contracteerruimte van 22 november 2007 is een aantal vragen gesteld waarbij ik heb aangegeven om daar nader op terug te komen. Een deel van de vragen heeft betrekking op verbetering van het AWBZ-zorgverleningsproces en de contractering 2007. Deze vragen heb ik voorgelegd aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Onlangs heb ik de informatie van deze organisaties ontvangen en kan ik nader ingaan op de door u gestelde vragen. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om u te informeren over het onderwerp inkoopprijzen AWBZ, waarover u in een eerder stadium vragen heeft gesteld.

In deze brief zal worden ingegaan op de volgende onderwerpen:

  • Contractafspraken AWBZ oktober 2007

  • AWBZ-zorgverlening in Drenthe

  • Invloed staatssecretaris op beleidsregels NZa

  • Verbetering zorgverleningsproces 2008

  • Regionale spreiding van de convenanttaakstelling om 1,25% meer mensen in zorg te nemen

  • Inkoopprijzen AWBZ 2004-2006

Contractafspraken AWBZ oktober 2007
Ik heb u toegezegd om u nader te informeren over de contractafspraken die door zorgkantoren en zorgaanbieders zijn gemaakt op 15 oktober 2007.
Deze informatie heb ik op 20 maart van de NZa ontvangen (bijlage 1: NZa/IBON/08/171).
Uit deze rapportage blijkt dat de NZa zich in het najaar actief heeft ingezet om de AWBZ-middelen zo goed mogelijk in te zetten. Op 15 oktober liet het totaal van de ingediende aanvragen door zorgkantoren en zorgaanbieders een onbestede contracteerruimte zien van euro 8 mln. Door overheveling van budgetruimte tussen zorgkantoorregio’s zijn overschrijdingen veelal gecompenseerd met de onderschrijdingen. Na de verwerking van de ambtshalve overhevelingen en de spoedprocedure Friesland resteert aan onbenutte contracteerruimte een bedrag van euro 0,3 mln.. De totale ruimte bedraagt euro17,9 miljard.
Door de overheveling van budgetruimte zijn ambtshalve correcties van alle ingediende aanvragen voor de betrokken regio’s met overschrijding voorkomen en is optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare middelen. Zo is ook tegemoetgekomen aan uw wens om te voorkomen dat zich budgettekorten voordoen, terwijl elders in het land nog budgetoverschotten aanwezig zijn.

AWBZ-zorgverlening in Drenthe
Tijdens het Algemeen Overleg zijn vragen gesteld over de zorgverlening in de regio Drenthe. Meer specifiek werd daarbij de zorgverlener “De Nieuwe Zorg Thuis” genoemd.

In haar brief van 11 maart jl. (bijlage 2: IBON/08/154) is de NZa op mijn verzoek nader ingegaan op de zorgverlening in Drenthe.
Met betrekking tot de zorgverlening door “De Nieuwe Zorg Thuis” is geconstateerd dat sprake was van een onjuiste opgave van de gerealiseerde productie. Hierdoor ontstond een onbenutte contracteerruimte van euro 1,4 mln.. De NZa heeft er in toegestemd dat dit bedrag alsnog kon worden ingezet voor contractafspraken voor 2007 bij andere zorgaanbieders.

Daarnaast hebt u gevraagd of bij “De Nieuwe Zorg Thuis” sprake is van een bijzondere situatie waaraan nadere voorwaarden moeten worden gesteld, nu deze zorgaanbieder opereert als bovenregionale aanbieder en gebruik maakt van onderaanneming.

De NZa heeft op grond van signalen, mede in het kader van de knelpuntenrapportages en de monitor extramurale zorg, aanleiding gezien om de spelregels voor bovenregionale zorgaanbieders te onderzoeken. De NZa zal voor de zomer van 2008 een advies uitbrengen over dit onderwerp.
Over de resultaten van dit onderzoek zal ik u informeren.

Verbetering zorgverleningsproces 2008
Tijdens het Algemeen Overleg is een aantal aspecten aan de orde gekomen die het zorgverleningsproces kunnen verbeteren. Het betreft:

  • de informatievoorziening aan de cliënt door zorgkantoren;

  • de relatie tussen zorgaanbieders en zorgkantoor;

  • de informatievoorziening door de NZa aan de zorgaanbieders.
    Zowel de NZa als ZN heb ik gevraagd mij nader te informeren over mogelijke verbeteringen.

De informatievoorziening aan de cliënt door zorgkantoren
In haar brief van 18 februari 2008 (bijlage 3: ZN/2008/0002) geeft ZN aan dat de zorgkantoren een actieve rol spelen bij de zorgtoewijzing richting cliënten via de “bureaus zorgtoewijzing”. Daarbij zullen de zorgkantoren het initiatief nemen om de informatievoorziening op de websites te verbeteren. Vooral zal aandacht worden besteed aan de wachttijden per instelling en mogelijke beperkingen ten aanzien van de aanname van nieuwe cliënten. Ook zal de telefonische bereikbaarheid worden onderzocht en worden bezien of deze dient te worden verbeterd. ZN zal mij in mei infomeren over de doorgevoerde verbeteringen.

Relatie tussen zorgaanbieders en zorgkantoor
In de brief van de NZa (bijlage 2) wordt vooral ingegaan op de mogelijkheid om verschuiving aan te brengen in de budgetten die aan de zorgaanbieders ter beschikking zijn gesteld. De NZa heeft hierover een beleidsregel opgesteld waarbij het initiatief wordt gelegd bij zorgkantoren. De zorgkantoren dienen afspraken te maken met de zorgaanbieders waarbij zij ook eenzijdig kunnen overgaan tot herschikking van middelen. Het is daarbij wel van belang dat het zorgkantoor deze bevoegdheid ook opneemt in de privaatrechtelijke contracten met de zorgaanbieders om onenigheid te voorkomen indien de wenselijkheid van herschikking aan de orde is.
In de adviescommissie Care van de NZa is deze procedure aan de orde geweest en besproken met ZN en de brancheverenigingen van zorgaanbieders. De zorgkantoren en zorgaanbieders zijn hierover tevens nader geïnformeerd in de circulaire van 20 juli 2007 (kenmerk: JBES/ehor/Care/AWBZ/07/20c).

De informatievoorziening door de NZa aan de zorgaanbieders
Alle wijzigingen van de NZa-beleidsregels worden vooraf met ZN en de brancheverenigingen van zorgaanbieders besproken in de Adviescommissie Care van de NZa. Vervolgens worden de door de raad van bestuur van de NZa vastgestelde beleidsregels via een circulaire bekend gemaakt aan alle 1600 AWBZ-instellingen en de 32 zorgkantoren. Ook op internet worden de beleidsregels en circulaires gepubliceerd. Over de knelpuntenprocedure is een aparte circulaire verstuurd om de betrokken partijen goed te informeren.
De NZa is van mening dat door deze activiteiten de partijen over het algemeen goed op de hoogte zijn van de vigerende wet en regelgeving.

Invloed staatssecretaris op beleidsregels NZa
Door u is gevraagd of ik via een aanwijzing de NZa kan opdragen de beleidsregels te veranderen.

Formeel is hierover het volgende vastgelegd:
Minister en staatssecretaris kunnen de NZa 'aanwijzingen' geven over haar taak en werkwijze, regels en beleidsregels. Een aanwijzing kan effect hebben op de gehele reikwijdte van de WMG (art. 7), i.e., de interne bedrijfsvoering van de NZa, consumenten, zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars/zorgkantoren. In de aanwijzing Contracteerruimte 2008 is bijvoorbeeld een bedrag van euro 25 miljoen opgenomen als herverdelingsruimte voor het faciliteren van eventuele knelpunten. Voordat de NZa een aanwijzing wordt gegeven wordt de zakelijke inhoud van die aanwijzing dertig dagen voorgehangen bij beide Kamers der Staten Generaal.

Regionale spreiding van de convenantstaakstelling om 1,25% meer mensen in zorg te nemen
Tijdens het AO contracteerruimte is de vraag gesteld of in de volumemeting die in het kader van het AWBZ-convenant is gedaan, een onderscheid naar zorgregio’s is gemaakt (1,25% meer mensen in zorg).

De eindrapportage over de cijfers van 2005 is door KPMG opgeleverd in februari 2007. In deze rapportage wordt dit onderscheid niet gemaakt.
Overigens is een dergelijk onderscheid ook niet te maken met het beschikbare materiaal. Voor de rapportage is een veelheid aan bronnen gebruikt (CAK-cijfers, steekproefcijfers, NZA-cijfers, gegevens van zorgkantoren, gegevens van instellingen) waarvan de onderlinge vergelijkbaarheid problematisch is gebleken. Er zijn verschillende correctieslagen uitgevoerd om de betrouwbaarheid van bronnen te vergroten. Met de zo verkregen cijfers is het mogelijk geweest over de zorgproductie jaren 2004 en 2005 voldoende betrouwbare uitspraken te doen. Op het niveau van de zorgregio is dit niet mogelijk.

Inkoopprijzen AWBZ
Het punt van de inkoopprijzen AWBZ, waarnaar u door middel van een commissiebrief van juni 2006 informatie heeft gevraagd, is al meermalen aan de orde geweest als onderdeel van bredere discussies met u.
Nu de NZa in samenwerking met het CPB 19 december 2007 een researchpaper “ Market share and price in Dutch home care: market power or quality”, heeft doen verschijnen, kan ik u nu expliciet en in overzichtelijke vorm informatie geven over de inkoopprijzen van de AWBZ-zorg 2004-2006. In deze periode behoorde de huishoudelijke verzorging nog tot de AWBZ, dus de te noemen inkoopprijzen zijn inclusief huishoudelijk verzorging.
De waarde van de ingekochte productie ten opzichte van waarde van de productie op basis van de maximum tarieven was:

  • - 96 % in 2004,

  • - 95 % in 2005,

  • - 94 % in 2006.

Hieruit blijkt dat de zorgkantoren als onderdeel van de zorginkoop ook de prijs aan de orde kunnen stellen en in staat zijn een lagere prijs overeen te komen met de zorgaanbieders.

Uit het onderzoek komt ook naar voren in welk deel van de contracten nog sprake is van de maximum prijzen. Dit aandeel was:

  • 53 % in 2004

  • 29 % in 2005

  • 25 % in 2006

Hieruit blijkt dat steeds minder instellingen de maximum tarieven als uitgangspunt nemen bij de onderhandelingen met het zorgkantoor.

Bedacht dient te worden dat in 2007 de huishoudelijke verzorging naar de Wmo is gegaan en in 2008 de kortdurende geestelijke gezondheidszorg is overgeheveld naar de Zvw. Tevens heeft in 2008 een efficiencykorting van 1% op de maximum tarieven en een verlaging van de maximum tarieven voor ondersteunende begeleiding en persoonlijke verzorging plaatsgevonden. Hierdoor kan de positieve reeks niet zonder meer worden doorgetrokken.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker