Toespraak bij de opening van het nationale aspergeseizoen

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), G. Verburg, bij de opening van het nationale aspergeseizoen, 10 april 2008.

Dames en heren,
U heeft een mooie plek uitgezocht voor de opening van het aspergeseizoen: de Euromast in Rotterdam. U zult het met me eens zijn: deze Euromast heeft ook wel iets weg van een reusachtige asperge.

De asperge is natuurlijk een ware delicatesse, dat zal iedereen hier beamen. Maar de asperge is veel meer:

  • De asperge is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse cultuurgoed.
  • De asperge staat symbool voor de band van de consument met het platteland.
  • En tenslotte staat de asperge symbool voor de band van de consument met zijn voedsel.

Daarmee is de asperge dus niet zomaar een groente, maar de asperge is een gevoelsartikel.

Ik zie iedereen nog steeds glazig kijken. Ik illustreer het aan de hand van drie voorbeelden. Ten eerste: de asperge is onze enige echte seizoensgroente. Alleen verkrijgbaar vanaf begin april tot 24 juni, de naamdag van Sint Jan. En dat maakt de asperge speciaal. En dat maakt ook dat mensen zich onrustig gaan voelen bij de nadering van het voorjaar. Het gaat kriebelen. Lang dacht de wetenschap dat dat kwam omdat de temperatuur aantrekt, omdat de dagen gaan lengen en omdat het landschap weer kleur krijgt. Maar nee, ik vertel u: het is de nadering van het aspergeseizoen, wat de mensen een blij gevoel geeft.

Het is niet wetenschappelijk onderbouwd, maar de tijdelijke beschikbaarheid van asperges is natuurlijk wel zijn grote kracht. En ik hoop dan ook serieus niet dat het met asperges de kant opgaat als met de sperzieboontjes, de tomaten, de komkommers en de aardbeien, die het hele jaar door in de supermarkt zijn te krijgen. Dat zou de exclusiviteit van de asperge zeer ondergraven en daarmee natuurlijk ook de afzet.

Bovendien - en dat vind ik echt belangrijk - maakt die tijdelijke beschikbaarheid van de asperge de consument meer bewust van de seizoenen. De consument heeft door het jaarrond verkrijgbaar zijn van allerlei groenten geen idee meer wat de groenten van het seizoen zijn. En sterker nog: weet vaak niet eens dat bepaalde groenten seizoensgebonden zijn.

Die kant moeten we - vind ik - niet op. We moeten nooit vergeten dat we - zoals het motto van mijn ministerie ook aangeeft - 'leven van het land'. En dat betekent ook 'geven om natuur'.

En dat brengt me meteen ook bij mijn tweede voorbeeld waarom de asperge voor mij meer is dan 'gewoon maar een groente'. Natuurlijk kun je asperges in de supermarkt kopen, maar de echte aspergeliefhebber koopt zijn asperges natuurlijk direct bij de teler.

Gelukkig is het voor veel consumenten een traditie geworden om in het voorjaar het platteland op te gaan en om asperges te kopen die diezelfde dag nog zijn gestoken. Met een jutezak of een kistje achter op de fiets... Een mooiere manier om met eigen ogen te zien hoe en waar je voedsel wordt geproduceerd, is bijna niet denkbaar. Bovendien past het eten van asperges ook uitstekend in de ' slow food' gedachte: meer aandacht voor verse en ambachtelijk bereide producten met veel aandacht voor smaak. Genieten en proeven.

Helaas is het voor de consumenten in de Randstad niet zo eenvoudig om even bij een aspergeteler langs te gaan, maar het zou toch fantastisch zijn als zo'n mooi product ook in de supermarkt wat meer aandacht krijgt. In een apart ingerichte hoek, mooi uitgestald en met goede uitleg en bijbehorende recepten. Je haalt een beetje platteland in de stad. In Frankrijk gebeurt dat ook. Dat land kent een lange traditie van regionale specialiteiten die ook in de supermarkt te verkrijgen zijn. Dat uitventen van de herkomst van producten, met veel aandacht voor de smaak, dat moet toch ook hier kunnen: met bijvoorbeeld de Hollandse Nieuwe, de Oosterscheldekreeft?

Tenslotte: de teelt en de consumptie van asperges is natuurlijk ook een cultureel gebeuren. Ik geloof niet dat er een groente is waar speciale markten voor worden opgezet. Waar broederschappen voor worden opgericht, koninginnen benoemd en ambassadeurs aangesteld. Er is zelfs een aspergemuseum! Het maakt in ieder geval duidelijk dat er - met name in Brabant en Limburg - heel veel mensen nog een binding hebben met hun voedsel en met het platteland.

Dames en heren,
Hoelang kun je over een delicatesse praten, zonder dat je ervan mag proeven? Ik tot nu. Ik vind het geweldig dat u een beetje van de cultuur en beleving van de asperge heeft gebracht in het hartje van Rotterdam. En ik vind het groots dat u elk jaar weer de opening van het aspergeseizoen zo uitbundig viert. Ik heb twee wensen. Ten eerste hoop ik dat de tweede donderdag van april net zo bekend wordt als de derde dinsdag van september. En ten tweede wens ik u een uitstekend aspergeseizoen!