Coördinatie in ouderenzorg verbeteren

Ouderen met complexe problemen zijn vaak niet goed in staat de zorg die zij nodig hebben te coördineren. Om een betere samenhang in de ouderenzorg tot stand te brengen, heeft staatssecretaris Bussemaker het Nationaal Programma Ouderenzorg in het leven geroepen. Namens alle ouderen nam Hannie van Leeuwen een cheque van 80,9 miljoen euro in ontvangst.

,,Ik ben mijn eigen coördinator en dat is veel te zwaar.’’ Zo ervaren veel ouderen het, en je ziet dat dit mensen diep raakt. Hoe ingrijpend de verhalen ook zijn, deze video belicht slechts een deel van de problematiek van gebrekkige zorgcoördinatie.

De mensen in de film zijn relatief mondig en maken weloverwogen keuzes, bijvoorbeeld om medicijnen wel of niet te nemen. Er zijn ook ouderen die dit niet meer kunnen, en zij zijn nóg slechter af.

Zo is er bij ruim één op de tien ouderen sprake van verhoogde kwetsbaarheid. Zij zijn lichamelijk en geestelijk minder vitaal en er hoeft maar iets te gebeuren of zij krijgen klachten en worden nóg minder zelfstandig. Zij kunnen vaak onvoldoende verwoorden wat voor hen belangrijk is en krijgen daardoor vaak niet de zorg die zij nodig hebben.

Bovendien gaat het in de video alleen maar om medische zorg, en daar ligt slechts een deel van het probleem. Ouderen hebben vaak ook te maken hebben met thuiszorg en welzijnszorg van de gemeente. Zij moeten het allemaal op elkaar af weten te stemmen. Dit is een té grote opgave, waardoor de coördinatie van de zorg vaak ontbreekt.

Ik wil hier voor de duidelijkheid zeggen dat niet álle ouderen hiermee te maken hebben. Het gaat om ouderen met een complexe problematiek, die veel zorg krijgen. Het is wel een grote groep. In 2006 waren er 2,2 miljoen personen van 65 jaar en ouder. Van hen kampte ruim de helft met meer dan één ziekte.

Net als de gezonde ouderen, kunnen en willen zieke ouderen een waardevolle bijdrage leveren aan de samenleving. We moeten hen stimuleren om zo lang mogelijk op een betrokken en productieve manier te leven.

Dit kan alleen als niet al hun energie opgeslokt wordt door problemen die zij tegenkomen tijdens hun zoektocht naar de juiste zorg.

Ik wil hier drie problemen noemen waar veel ouderen tijdens deze zoektocht op stuiten.

1) Ten eerste zijn er problemen met medicijngebruik. In de film kwamen twee ouderen aan het woord die zich niet konden vinden in doktersadviezen over geneesmiddelen. In het ene geval werden medicijnen voorgeschreven die een patiënte niet wilde gebruiken, in het andere geval werd een patiënte afgeraden om medicijnen te nemen die zij wél wilde gebruiken.

Het komt veel voor dat verschillende specialisten geneesmiddelen voorschrijven die elkaar niet goed verdragen, zodat medicijnen niet werken of er ernstige bijwerkingen optreden. Dit gebeurt relatief vaak bij ouderen omdat velen van hen meer dan één aandoening hebben en dus verschillende specialisten bezoeken. Het gevolg is dat er jaarlijks tientallen duizenden ouderen worden opgenomen. Dus niet omdat zij ziek zijn, maar omdat zij medicijnen krijgen.

2) Een tweede knelpunt is dat ouderen niet altijd de zorg krijgen waar zij de meeste behoefte aan hebben. Zo gebeurt het dat zij al hun energie steken in ziekenhuisbezoeken, terwijl de behandelingen die zij krijgen slechts een marginaal resultaat boeken. Soms zijn deze mensen meer gebaat bij een woningaanpassing en een vervoersvoorziening, zodat zij familie kunnen bezoeken en plezier beleven.

3) Ten derde wordt er niet genoeg geïnvesteerd in wat mensen nog wél kunnen. Zo revalideren zij onvoldoende na bijvoorbeeld een heupoperatie. Hun zelfredzaamheid neemt meer af dan nodig, waardoor zij eerder andere zorg nodig hebben – zoals zorg van een huisarts, thuiszorg of vervoersvoorzieningen uit de Wmo.

Na de film en deze voorbeelden rijst de prangende vraag:hoe komt het dat wij de zorg voor onze ouderen niet beter coördineren? In mijn visie liggen hier drie oorzaken aan ten grondslag:

Er is een organisatorisch probleem doordat verschillende zorgverleners onvoldoende met elkaar samenwerken. Ook is er onvoldoende kennis.

We weten vaak niet of de behandeling van ziekten bij 40 tot 60 jarigen, ook geschikt is voor mensen boven de 70 jaar. En er is een bestuurlijk probleem want niemand is de baas van alle organisaties die zorg aan ouderen bieden. Zo is er niemand die hen dwingt om beter samen te werken.

Geachte aanwezigen,

Het is duidelijk dat er iets moet veranderen. We moeten met z’n allen onze schouders zetten onder oplossingen voor deze problemen. Want het kan natuurlijk niet dat wij ónze ouderen – die goed voor ons gezorgd hebben toen wij kinderen waren – zó laten tobben als we net in de film hebben gezien. Daarom beginnen wij vandaag met het Nationaal Programma Ouderenzorg.

Wat dit programma precies inhoudt, zalBetty Meyboom-De Jongstraks vertellen. Ik wil hier opmerken dat ik met dit programma iedereen wil uitdagen om mee te denken over een betere samenhang in de zorg voor ouderen.

Daarom is het Programma Ouderenzorg geen panklaar recept, maar een cheque waarmee verschillende regio´s hun eigen ingrediënten kunnen inkopen en zelf recepten kunnen ontwikkelen. We kunnen ieder goed idee gebruiken, bijvoorbeeld gericht op afstemming én samenwerking tussen disciplines, bestuursniveaus, en eerste en tweede lijn.

Bij het ontwikkelen van ideeën moeten we kijken naar de meerwaarde van zorg in het leven van mensen. We moeten onderzoeken hoe zorg bijdraagt aan het oplossen van wezenlijke problemen waar mensen mee kampen.

Dit betekent dat wij vaak een stapje terug moeten zetten om zicht op het totaalplaatje van iemands leven te krijgen. Zo zien wij of iemand gebaat is bij een medische behandeling – en zo ja welke behandeling. Ook kan het zijn dat iemand meer geholpen is met thuiszorg of bijvoorbeeld een woningaanpassing.

Dames en heren,

Ik wil nu graag Hannie van Leeuwen naar voren roepen. U neemt namens alle ouderen in Nederland de cheque van 80,9 miljoen euro voor het Nationaal Programma Ouderenzorg in ontvangst. U verpersoonlijkt de belangen van ouderen en zorgt ervoor dat zij gehoord worden. Hannie maakt het verschil.

Ik ben erg blij dat u als lid van de stuurgroep van dit programma erop toeziet dat dit geld goed besteed wordt.

Ik hoop dat u veel inspirerende voorbeelden tegenkomt zodat wij het leven van ouderen met complexe problemen wat minder ingewikkeld kunnen maken.