20.000 kinderen meer in kinderopvang

Het aantal kinderen in de buitenschoolse opvang (bso) en kinderdagopvang is tussen augustus en december 2007 fors toegenomen. In totaal zijn er plaatsen voor ruim 20.000 kinderen bijgekomen. De tijd die kinderen op een wachtlijst staan is in dezelfde periode afgenomen. Ondanks de grotere capaciteit en de kortere wachttijden komen er door de blijvend groeiende vraag nog steeds nieuwe kinderen bij op de wachtlijst. Dat staat in een rapport dat staatssecretaris Dijksma vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De afgelopen maanden heeft de kinderopvangsector flink werk gemaakt van de uitbreiding van het aantal plaatsen. In de bso zijn er plaatsen voor 12.000 kinderen bijgekomen (6,7 procent) en in de dagopvang plaatsen voor 8.300 kinderen (3,4 procent). Binnenkort zullen naar aanleiding van de tijdelijke subsidieregeling die staatssecretaris Dijksma op Prinsjesdag aankondigde, plaatsen voor nog eens 10.000 kinderen gerealiseerd worden. De overige plaatsen die de regeling biedt voor 6.000 kinderen, zullen waarschijnlijk ruim voor de sluitingsdatum van 1 augustus 2008 toegekend worden.

Het aantal dagen dat kinderen op wachtlijsten staan voor de kinderdagopvang en de buitenschoolse opvang (bso) is tussen augustus en december 2007 afgenomen. De gemiddelde wachttijd van kinderen die in december 2007 een plaats voor hun kind vonden daalde voor de bso van 196 naar 181 dagen en voor de dagopvang van 156 naar 143 dagen. In de bso kon iets meer dan de helft van de kinderen voor of op de gewenste plaatsingsdatum terecht, in de dagopvang iets minder dan de helft.

Dankzij de forse capaciteitsuitbreiding is er slechts sprake van een kleine toename van het aantal kinderen op de wachtlijst. In de dagopvang is de wachtlijst van 23.000 kinderen nagenoeg gelijk gebleven. Het aantal kinderen dat nu wacht op een plaats in de bso steeg van 20.200 naar 22.000 kinderen. Hoewel er meer kinderen op de wachtlijst staan, krijgen deze toch sneller een plaats. De blijvend groeiende vraag is grotendeels te verklaren uit een cultuuromslag in de opvattingen over het combineren van arbeid en zorg. De Emancipatiemonitor 2006 van het Sociaal Cultureel Planbureau spreekt van een vrijwel constant groeiende toename van de acceptatie van werkende moeders sinds begin jaren tachtig. Ook houden ouders rekening met deze wachtlijsten en schrijven hun kinderen daarom eerder in. In juni en december van dit jaar laat staatssecretaris Dijksma de vervolgonderzoeken doen naar wachtlijsten en wachttijden in de kinderopvang.