Reactie Jaarbericht bevolkingsonderzoek 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT-CB-2825684

14 februari 2008

Op verzoek van de SP-fractie tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie VWS van 19 december 2007 geef ik u mijn reactie op het ‘Jaarbericht bevolkingsonderzoek 2007: zelftests op lichaamsmateriaal’ van de Gezondheidsraad.

In dit Jaarbericht, dat op initiatief van de Gezondheidsraad zelf is uitgebracht, staat het nut van zelftests op lichaamsmateriaal centraal. Aan de hand van het onderzoek dat hierover beschikbaar is, wordt nagegaan in hoeverre zelftests hun claim – betrouwbaarheid, gezondheidswinst door vroege opsporing – kunnen waarmaken. Daarnaast geeft de Gezondheidsraad zijn mening over de huidige wet- en regelgeving en in hoeverre deze voldoet om de bevolking te beschermen.

De markt voor zogenoemde zelftests is, zoals de Gezondheidsraad het aangeeft, volop in beweging. Dankzij snelle wetenschappelijke ontwikkelingen en toepassingen daarvan is het aanbod van zelftesten, of doe-het-zelf-testen de afgelopen jaren sterk gegroeid. De verwachting is dat deze trend de komende jaren zal doorzetten.

Op 12 maart 2007 heb ik u ter informatie een afschrift gestuurd van mijn brief aan de Voorzitters van de Gezondheidsraad en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg met het verzoek om mij te adviseren over de ontwikkelingen in de voorspellende geneeskunde in relatie tot bevolkingsonderzoek, screeningen en de rol van de overheid. Onderdeel van de adviesvraag is de toename van het aantal (vrij verkrijgbare) tests en de maatschappelijke effecten en de betekenis van het alom toenemend (commercieel) screeningsaanbod aan de bevolking vanuit het perspectief van burgers, van zorgaanbieders en zorgfinanciers en van het overheidsbeleid.

De adviezen van de Gezondheidsraad en de RVZ verwacht ik voor eind maart 2008. In reactie op dit gevraagde advies zal ik daarna met een standpunt komen vóór de zomer van 2008. Hierin zal ik een reactie op de aanbevelingen van het jaarbericht meenemen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

dr. A. Klink