Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij Kennisbijeenkomst Voorhoedegemeenten

Dames en heren,

Dit is de eerste keer dat u en ik, als Voorhoedegemeenten en Staatssecretaris elkaar ontmoeten, maar geloof me: ik had van u gehoord. En dat is ook niet zo raar, want in gemeenteland heeft u al een naam opgebouwd.
Een Gideonsbende voor de e-overheid.

Ik wil u daarom eerst bedanken voor uw inzet en enthousiasme.
Sinds 2005 was u een elite die – zoals een voorhoede in een brede strategie betaamt – het risico niet schuwde en met plezier het onbekende wilde verkennen, uittesten en ontwikkelen.
En daar ook moeite voor wilde doen, zonder dat er meteen een Haagse knip voor open moest.

Een van de voorwaarden voor deelname aan het project voorhoedegemeenten was dat het aanbod van de elektronische dienstverlening in de gemeente in 2007 tenminste 65% moest zijn.
Dat is voor 24 van de 26 deelnemende gemeenten ook gelukt!
En ruim zelfs, er zijn gemeenten die zelfs al 100% scoren! Zoals Den Haag.

Caesar zou zijn legioen wat plechtiger en triomfantelijker ontvangen hebben, maar ik zal - nuchter Nederlands - me tot het uitspreken van mijn waardering beperken. Wat u heeft gedaan heeft tot resultaat geleid. En het is nu tijd naar de volgende fase te kijken.

Tot nu – dames en heren - heeft de nadruk gelegen op ontwikkelen, toetsen en implementeren.
Nu gaat u uw resultaten delen met alle andere gemeenten in Nederland. Je zou het beeld van de olievlek kunnen gebruiken, ware het niet dat zo’n vlek tegenwoordig niet als positief wordt ervaren.
Maar u begrijpt wat ik bedoel. We gaan de boer op; Voorhoedegemeente zoekt vrouw.

Ze hebben namelijk wat te bieden.
Ze weten waar ze over praten als het gaat om de e-overheid en ze kunnen toepassingen laten zien die samen met hen zijn ontwikkeld.
Ik noem een paar voorbeelden.
Het eerste is het Referentiemodel Stelsel Gemeentelijke basisgegevens; een standaard voor het binnengemeentelijk koppelen van basisgegevens.
Dat is niet iets waar de burgers meteen voor, met versierde fietsen, naar het gemeenthuis zullen trekken, maar ze zullen wel degelijk merken dat alles sneller en effectiever zal gaan.
Waar we steeds op hameren: dat mensen maar één keer hun gegevens moeten hoeven te geven, wordt hierdoor mogelijk

Het zelfde geldt voor de ontwikkelde e-formulieren en e-processen en het mid-office procesmodel. Opnieuw; verwacht geen verbaasde en opgetogen inwoners. Maar ze zullen het wel merken.

En daar gaat het voor mij ook om.
De afgelopen jaren is er natuurlijk veel gebeurd en er zijn goede stappen gezet, maar de nadruk van het vorige Kabinet lag toch vooral op het instrumentele deel van de e-overheid.

Ik wil dat de burgers en de bedrijven ook echt merken dat de overheid zich inspant en in ernst een optimale dienstverlening nastreeft.
Dienstverlening die aan de logica van de burgers beantwoordt en niet is opgezet, redenerend vanuit de bureaucratie of het bedrijfsbelang van de gemeentediensten.
Administratieve lastenverlichting en de kwaliteit van de dienstverlening; daar gaat het onze inwoners om en daar moeten we naar luisteren.

In het beleidsprogramma ‘Samen leven Samen werken” zijn 10 knelpunten opgenomen die we van burgers hebben gehoord, en die ze zeer belangrijk vinden. Ik noem er en paar:

-Persoonlijke dienstverlening. Dat kan straks als Mijnoverheid.nl verder is ontwikkeld, één persoonlijk site voor al uw zaken met de overheid, inclusief de inkomensafhankelijke regelingen.
-Dat burgers op allerlei manieren – elektronisch, maar ook per telefoon of aan de balie – goed, snel en met respect behandeld worden, maar ook langere openingstijden.
En nog zeven andere knelpunten.

Die knelpunten wil ik oplossen, want mijn het credo is inzetten op de, voor burgers en bedrijven, merkbare verbetering van de dienstverlening van de overheid.

Dames en heren, ik laat me soms meeslepen door mijn overtuiging dat de overheid weer moet leren de burger centraal te stellen; niet alleen in uitspraken en goedbedoelde verklaringen, maar echt, tastbaar, reëel.
Daarbij vergeet ik haast dat er nog een belangrijk punt meespeelt.

Een betere en efficiëntere dienstverlening bespaart de burgers maar ook – en niet in de laatste plaats – onszelf, als overheid, tijd en geld.

Ik ga de mening over de overheidsdienstverlening meten en streef daarbij naar - in elk geval - een zeven.
Dat is geen cosmetica of public relations, maar een bedrijfsbelang.
We moeten weten wat de burgers ervaren en dat moet blijven leiden tot aanpassen van onze doelstellingen.
De eerste meting gaan we overigens nog dit jaar doen.

Het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening; u heeft er uw handen vol aan.
En in 2008 komt er voor de gemeenten nog meer aan.
Daar is de implementatie van de basisregistratie; een heel karwei.
De implementatie van Mijn overheid; ook geen kleinigheid en dan de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, de WABO.

Gelukkig zijn er de zogenaamde i-teams die u helpen bij het opstellen van plannen om dit allemaal te realiseren.
En een aantal gemeenten is bezig met een Klantenkontaktcentrum, waarvan het de bedoeling is om een eerste aanspreekpunt te creëren voor de burgers die de weg zoeken in het gehele overheidsland.

Er zijn stemmen die de veranderingen allemaal teveel tegelijk vinden. Daarom is er advies gevraagd aan de commissie Postma/Wallage en die pleit voor een Nationaal Urgentieprogramma; niet alles tegelijk willen doen!

Maar ook in dit advies wordt aan de implementatie van de basisregistraties de hoogste prioriteit gegeven. EGEM en i-teams worden daarbij nadrukkelijk genoemd!

We werken op dit moment aan een kabinetsstandpunt over hoe dit advies handen en voeten te geven.
Daarbij – en bij al het vorige natuurlijk – speelt opnieuw dat we als rijksoverheid een hechte en op samenwerking gerichte relatie willen hebben met de gemeenten en de VNG.

Ik ben er zeker van dat u vandaag een prettige en leerzame dag zult hebben.
Ervaringen uit de eerste hand, daar kan niets overheen.
Ik hoop maar dat de ervaringen van onze inwoners straks even gunstig zullen zijn.

Ik dank u ook voor boekje, “Gemeenten in de Voorhoede” dat maar een beperkte weergave is van al uw inspanningen. Toch mag het voor alle andere gemeenten een bron van inspiratie zijn voor een merkbare verbetering van de dienstverlening. Ik raad het u allen van harte aan.