Brief GGZ Dijk en Duin 31-10-2007 Knelpunten AWBZ 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-CB-U-2820607

30 januari 2008

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een brief ontvangen van GGZ-Dijk en Duin te Castricum, gedateerd 31 oktober 2007. U hebt aan minister Klink gevraagd om een reactie op deze brief.

Omdat de brief vooral betrekking heeft op de knelpunten in de AWBZ, zal ik op uw verzoek ingaan.

In algemene zin spreekt uit de brief een grote gedrevenheid. Met grote inzet is het de instelling Dijk en Duin gelukt om wachtlijsten weg te werken en is de kwaliteit van de zorgverlening aan cliënten verbeterd. In het streven om de zorgverlening nog verder uit te breiden ervaart men de (financiële) grenzen als zeer beperkend. Ondanks de bereikte resultaten, waar men terecht trots op mag zijn, is helaas de toonzetting van de brief zeer hard.

Na deze algemene opmerking wil ik ingaan op de verschillende elementen, die in de brief naar voren worden gebracht.

Sluiting poli’s tussen 14 december en 1 januari
Door de instelling wordt aangegeven dat zorg wordt geleverd boven de contractafspraken en vanaf medio december deze extra zorgleverantie wordt beëindigd. Wel wordt de noodzakelijke acute hulpverlening voortgezet.

Om de zorgverlening in de regio te kunnen reguleren worden door het zorgkantoor productieafspraken gemaakt met de zorgaanbieders. Het totale zorgaanbod is vervolgens afgestemd op de zorgvraag van de cliënten. Vanaf het begin van het jaar heeft de NZa aan de zorgaanbieders aangegeven dat extra productie niet zal worden vergoed.
Hierdoor krijgen ook andere zorgaanbieders een kans om zorg te leveren. Daarbij wordt bewaakt of in de regio voldoende middelen aanwezig zijn om de totale zorgvraag te kunnen opvangen.

Voorop staat dat de zorgverlening aan cliënten niet in de knel mag komen. Er is hier sprake van adequate zorgverlening nu de acute zorgverlening is gegarandeerd en ook de reguliere zorgverlening binnen aanvaardbare termijnen beschikbaar is.
Bij de instelling Dijk en Duin wordt er naar gestreefd om zorg te kunnen leveren ver binnen de treeknorm. Dat is een goed uitgangspunt. Maar van een problematisch knelpunt is pas sprake als deze norm wordt overschreden. Ik zie dan ook geen aanleiding om in dit geval extra gelden ter beschikking te stellen.

Landelijk beeld NZa en regionale knelpunten
In de brief wordt gewezen op de spanning die bestaat tussen het beeld van de NZa dat landelijk voldoende middelen beschikbaar zijn en de regionaal ervaren knelpunten.

Voor mij staat adequate zorgverlening centraal. Mede daarom laat ik de NZa regelmatig onderzoeken of er knelpunten aanwezig zijn die om een oplossing vragen. Ook de zorgkantoren kunnen bij de NZa knelpunten aanmelden. In de regio’s Flevoland, Drenthe en Friesland heeft de NZa specifieke onderzoeken uitgevoerd. Daarnaast heeft de NZa de aangemelde signalen van andere zorgkantoren onderzocht.
Dit heeft in 2007 geleid tot een aantal adviezen aan mij in mei, oktober en december. Kern van de adviezen is, dat er in algemene zin voldoende middelen beschikbaar zijn om aan de zorgvraag te voldoen. Wel signaleerde de Nza een aantal specifieke knelpunten, waarbij de NZa adviseerde om extra middelen beschikbaar te stellen. Het betreft hier de toeslagen aanvullende verpleeghuiszorg en extreme zorgbehoefte gehandicapten. Daarnaast is een extra bedrag van euro 28,6 miljoen gewenst voor het verlichten van de wachtlijsten jeugd-GGZ (hiervan is euro 1,2 miljoen bestemd voor de zorgkantoren waarmee Dijk en Duin een contractrelatie heeft). Deze adviezen heb ik overgenomen en de NZa heeft inmiddels de gelden over de regio’s verdeeld.
Ook de regio Friesland heeft een extra bedrag van euro 3,8 miljoen ontvangen.

Natuurlijk kan het zijn dat, net als bij Dijk en Duin, ook op lokaal niveau of bij individuele instellingen spanningen worden ervaren. Zoals ik bovenstaand heb aangeven wordt dit deels veroorzaakt doordat de instelling Dijk en Duin boven de contractafspraken extra zorg wil leveren om nog sneller zorg te kunnen leveren.

“De politiek speelt het spel van verdeel en heers”
De voorzitter van de raad van bestuur van Dijk en Duin verwijt de politiek dat deze een verdeel- en heersspel speelt.

Ik betreur die opmerking. Met de NZa wordt een goede verdeling nagestreefd van de beschikbare middelen en bij gesignaleerde knelpunten worden oplossingen gezocht. Ik deel dan ook niet de mening van de voorzitter van de raad van bestuur dat de zorgverleners met een verdeel- en heerstactiek om de tuin worden geleid.

“Ook 2008 wordt niet beter gezien de aangekondigde ombuigingen. De AWBZ wordt alleen gezien als kostenpost, waarbij er geen aandacht is voor de GGZ”

In 2008 wordt inderdaad een aantal ombuigingsmaatregelen getroffen in de AWBZ. Voor de GGZ-sector gaat het met name om de 1% efficiencymaatregel. Deze maatregel kan echter niet los worden gezien van de overige maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd.
Zo wordt er een indexering toegepast van ruim 3% en is een groeiruimte voor de AWBZ-zorg beschikbaar van euro 539 miljoen waarvan netto euro 200 miljoen voor volumegroei.
Voorop staat adequate zorg aan de cliënt. Vandaar dat ook extra gelden beschikbaar komen om de kwaliteit van de AWBZ-zorgverlening te verhogen. Per saldo zal in de komende kabinetsperiode een bedrag van euro 1,9 miljard extra worden toegevoegd aan de AWBZ. Daarbij is ook de GGZ niet vergeten. In 2006 en 2007 zijn, zoals reeds aangegeven, extra middelen beschikbaar gesteld voor de wachtlijsten bij de jeugd GGZ.

Voor de individuele instellingen zal de productieafspraak 2007 leidend zijn. Het zorgkantoor kan afspreken met Dijk en Duin om extra productie toe te kennen. Dit is de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor. Centraal daarbij is het uitgangspunt dat het totale zorgaanbod in de regio voldoende is om de zorgvraag te kunnen opvangen.
Overigens dient bedacht te worden dat in 2008 de kortdurende GGZ-zorg wordt vergoed vanuit de ZVW. Voor dit deel zullen daarom geen afspraken in het kader van de AWBZ worden gemaakt tussen het zorgkantoor en de instelling Dijk en Duin.

“Verzekeraars zullen onvoldoende aandacht schenken aan de GGZ nu de kortdurende GGZ per 1 januari 2008 is overgegaan naar de ZVW”
Ik heb geen aanleiding te veronderstellen dat zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid niet zullen nemen bij de inkoop van GGZ. Zoals in de brief gemeld wordt, is de vraag naar behandeling van psychische aandoeningen als depressie en angststoornissen groot, en groeiende. Verzekeraars zullen alleen daarom al de nodige aandacht besteden aan de GGZ. De kwaliteit en (in de eindsituatie) ook de prijs zullen beiden inzet zijn van de onderhandelingen tussen verzekeraars en aanbieders. Instellingen zijn onder de Zorgverzekeringswet echter niet contracteerplichtig. Zij houden dus zelf greep op de prijs van hun producten. Bovendien leidt een effectieve, kwalitatieve sterke, geestelijke gezondheidszorg vaak tot besparingen in de somatische zorg. Zorgverzekeraars hebben genoeg beweegredenen om samen met aanbieders te werken aan meer doelmatigheid en meer kwaliteit in de GGZ.

Ik hoop u hiermee in voldoende mate te hebben geïnformeerd over mijn standpunt ten aanzien van de door de instelling naar voren gebrachte onderwerpen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker