Antwoorden op kamervragen over 'blowen door agenten'

Antwoorden op vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de minister Ter Horst over 'blowen door agenten'. (Ingezonden 18 december 2007)

1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het artikel 'Agent mag in vrije tijd niet blowen'? 1)

1. Antwoord
Ja.

2. Vraag
Is het mogelijk, ingevolge de huidige regelgeving, dat met deze richtlijn een politieambtenaar in de regio Amsterdam- Amstelland, disciplinair gestraft kan worden indien hij in zijn vrije tijd blowt?

2. Antwoord
Het bevoegd gezag van de regio Amsterdam-Amstelland geeft met deze richtlijn aan wat zij verwacht van politieambtenaren in deze regio ten aanzien van het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen. Indien een ambtenaar afwijkt van hetgeen in de richtlijn is aangegeven, is mogelijk, afhankelijk van de omstandigheden, sprake van plichtsverzuim. Op grond van de politierechtspositie kan plichtsverzuim disciplinair worden gestraft.

3. Vraag
Deelt u de mening dat het goed is dat politiemensen beseffen dat ze ook in hun vrije tijd een uitstraling hebben als politieman en dat hierbij blowen niet past?

3. Antwoord
Politieambtenaren vervullen ook in hun vrije tijd een voorbeeldfunctie. Ik sluit mij aan bij het standpunt van een aantal korpsen, waaronder het korps Amsterdam-Amstelland, dat het de uitstraling en het gezag van een politieambtenaar kan schaden wanneer zij in hun vrije tijd softdrugs gebruiken.

4. Vraag
Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat alleen de regiopolitie Amsterdam-Amstelland deze richtlijn hanteert, omdat dit rechtsongelijkheid binnen de politie tot gevolg zou hebben? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid deze richtlijn landelijk aan de politieregio’s en het KLPD op te leggen? Zo neen, waarom niet?

4. Antwoord
Ieder korps hanteert eigen beleid met betrekking tot het gebruik van (soft)drugs door politieambtenaren in diensttijd en in hun vrije tijd. Sommigen hebben, net als het korps Amsterdam-Amstelland, dit beleid vastgelegd in een richtlijn. De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van beleid met betrekking tot het gebruik van softdrugs ligt bij de korpsen zelf. Ik heb hiervoor al aangegeven dat ik hecht aan de uitstraling en het gezag van politieambtenaren. Daarom heeft het mijn voorkeur om tot eenduidig beleid te komen. Ik zal de korpsbeheerders verzoeken zo spoedig mogelijk een eenduidig beleid vast te stellen in de zin van mijn antwoord op vraag 3.

1) De Telegraaf, 14 december 2007, katern Amsterdam, pagina T11.