10 miljoen extra voor positie patiënt/cliënt

Minister Klink stelt 10 miljoen euro extra beschikbaar voor patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties. Dat maakte de minister tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van deze organisaties in Utrecht bekend. Met het geld kunnen de organisaties zich versterken en de positie van patiënten/cliënten verbeteren.

Dames en heren,

Ik ben onder de indruk van het sociaal kapitaal dat hier aanwezig is. Met genoegen ben ik dan ook ingegaan op de uitnodiging, die ik van u heb ontvangen. Ik wil u graag allemaal het beste wensen voor het nieuwe jaar. Een jaar, waarin we geen brokken gaan maken.
Op de eerste plaats wens ik u allerlei goeds toe voor uw persoonlijke leven.
Daarnaast hoop ik dat u ook een mooi jaar gaat beleven in uw werk. Ik hoop dat 2008 een jaar wordt waarin we een sprong vooruit maken in het verstevigen van de positie van de patiënt/cliënt en het verbeteren van de kwaliteit in de zorg.

En, als ik kijk naar het brancherapport dat ik zojuist van de heer Clevers heb ontvangen, dan bent u het nieuwe jaar al goed begonnen. Ik wil iedereen die betrokken is geweest bij dit rapport complimenteren. Door mee te werken aan het brancherapport laat u zien wat uw activiteiten zijn en aan wie die ten goede komen. Ik waardeer deze helderheid enorm.

Dames en heren, ik wil het tijdens deze nieuwjaarsbijeenkomst niet alleen bij mooie woorden laten. Ik wil u de komende minuten ook duidelijk maken dat ik er hard aan ga werken om de positie van de patiënt/cliënt te verstevigen. Samen met de staatssecretaris wil ik resultaten boeken.

Dat betekent dat patiënten en cliënten moeten kunnen kiezen welke zorg het beste bij hen past, ze moeten invloed kunnen uitoefen op de zorg die ze krijgen en ze moeten zich veilig en begrepen voelen.

U zult het met me eens zijn: als we dat hebben bereikt, als patiënten en cliënten een sterke positie hebben, dan zal ook de kwaliteit van zorg verbeteren. Ik zie dat als dé grote uitdaging tijdens deze regeerperiode.

Om deze uitdaging aan te kunnen, gaan de staatssecretaris en ik de cliënt individueel en als groep versterken en ondersteunen.

Allereerst het verbeteren van de positie van de individuele zorgcliënt.

Het draait in de zorg en in de gezondheidszorg om de positie van de patiënt/cliënt. Ik wil bereiken dat die in deze kabinetsperiode sterker wordt, dat mensen hun weg kunnen vinden in de zorg en voldoende invloed kunnen uitoefenen als ze eenmaal gebruik moeten maken van de zorg. Ik ben met u over deze voornemens in gesprek. Ik heb u uitgenodigd om onze voorstellen verder te verbeteren.

Wij willen de cliënt in de praktijk toerusten en ondersteunen om maximaal invloed uit te oefenen op de zorg. Ik wil niet onbesproken laten dat er door de partijen in het veld al veel ondernomen wordt om de invloed van de cliënt op zorg te vergroten. Die initiatieven krijgen van ons alle ruimte. Wij sluiten met ons beleid aan en bouwen voort op die initiatieven.

Om keuzes in het zorgaanbod te kunnen maken, is goede keuze-informatie noodzakelijk. Het bureau Zorgbrede Transparantie van de IGZ ondersteunt u bij het ontwikkelen van indicatoren om de kwaliteit van de zorg zichtbaar te maken. Bij het zichtbaar maken van kwaliteit hoort ook het meten van de klantervaringen.

Het beschikbaar maken van kwaliteitsinformatie is noodzakelijk, maar niet genoeg. De zorg is voor de meeste mensen die er mee in aanraking komen een nieuw en complex terrein waarvan de handleiding of plattegrond ontbreekt. Of, om het meer in de woorden van deze tijd te noemen: de TomTom is niet mee geleverd.
Ik vind dan ook dat het duidelijk moet worden waar je informatie over de zorg kan vinden, en waar je met je klacht terecht kan.

Behalve het kiezen van zorg moet je als cliënt ook invloed kunnen hebben als je de zorg krijgt. Dat begint al bij het moment dat hulpverlener en cliënt met elkaar een gesprek aangaan over wat voor díe cliënt goede zorg is. Die afspraken moeten in de toekomst worden vastgelegd in een zorgplan, zodat de cliënt weet waar hij aan toe is.

De positie van cliënten moet zo sterk zijn dat u over de gehele linie een serieuze gesprekspartner bent. Het gaat óók om zeggenschap op het beleid van de instelling. We moeten er voor zorgen dat in de zorg ieder signaal, iedere klacht, iedere suggestie van een cliënt bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van de zorg.

Mensen lopen ook tegen problemen aan in situaties waar sprake is van meerdere zorgaanbieders die tegelijk of na elkaar zorg verlenen.
U weet als geen ander dat dat tegenwoordig veel voorkomt, want complexe zorg of ketenzorg is meer regel dan uitzondering. Ik vind dat de zorgverleners de verantwoordelijkheid hebben om te zorgen voor een perfecte onderlinge afstemming en informatie-uitwisseling. Ik wil de cliënt het recht geven op goede afstemming tussen zorgverleners.

Dames en heren, ik kom bij het tweede thema waarop de staatssecretaris en ik onze aandacht vestigen:

Het versterken van de organisaties van patiënten, gehandicapten en ouderen.

Voorop staat dat PGO-organisaties een belangrijke maatschappelijke rol vervullen. U en uw organisaties zijn onmisbaar in onze samenleving. U draagt er aan bij dat bijvoorbeeld ouderen en mensen met een beperking langer de eigen regie over hun leven kunnen blijven voeren en dat ze kunnen blijven meedoen aan de samenleving. Het is ook belangrijk voor hun contacten, voor mensen die steun en toeverlaat zijn voor hen. Ik ben daar erg blij mee.

Omdat ik uw organisaties zo belangrijk vind, trek ik voor de versterking ervan jaarlijks 10 miljoen euro extra subsidie uit. Dat komt bovenop het geld dat ieder jaar al beschikbaar is.
Tevens wil ik een nieuwe subsidiesystematiek opzetten. U hebt daar inmiddels ook uw reacties en suggesties op gegeven. Dit heeft mij ertoe aangezet mijn oorspronkelijke plannen nog eens goed te bezien.

Belangrijkste doel van de nieuwe subsidiesystematiek is dat het moet bijdragen aan sterke PGO-organisaties. Bij een sterke PGO-organisatie zie ik een organisatie voor me die:

  • cliënten helpt hun weg te vinden en keuzes te maken in het zorgaanbod

  • cliënten helpt de stap te maken van afhankelijke patiënt naar gelijkwaardige partner bij de behandeling van zijn aandoening

  • cliënten ondersteunt bij volwaardige participatie in de samenleving

  • een stevige positie krijgt.

Ik ben van mening dat over enkele jaren alle PGO-organisaties die subsidie willen ontvangen, hieraan moeten voldoen. Ik wil u daarom vragen om nader in kaart te brengen hoe de PGO-organisatie van de toekomst eruit ziet. Ook wil ik u uitnodigen om een soort van keurmerk op te stellen, een keurmerk waaraan PGO-organisaties over enkele jaren moeten voldoen. Met het ontwikkelen van een dergelijk keurmerk kan al op korte termijn worden gestart.

Wat mij betreft wordt er meerjarenplan gemaakt als onderbouwing van uw subsidieaanvraag, zodat er helderheid is over de strategie en de aanpak. Een in te stellen programmaraad kan adviseren bij de beoordeling van de meerjarenplannen.
Ik begrijp dat zoiets niet van de een op de andere dag geregeld kan worden, daarom zal ik er voor zorgen dat u ondersteund wordt bij het opstellen van uw meerjarenplan.

In mijn juli-brief aan de Kamer ging ik nog uit van vier aparte subsidieprogramma’s. Deze vier programma’s hadden een versterking van de PGO-organisaties tot doel. Dit doel blijft onveranderd, maar met de hiervoor gepresenteerde manier van subsidiering van integrale meerjarenplannen verwacht ik dat een meer samenhangende aanpak mogelijk is.

Ik ga de Tweede Kamer binnen afzienbare termijn informeren over de uitwerking van de nieuwe subsidiesystematiek. Uiteraard zal ik dan ook duidelijkheid verschaffen over de wijze waarop en de condities waaronder u voor 2009 en verder voor subsidie in aanmerking kunt komen.

Dames en heren, voordat ik ga afsluiten wil ik nog iets zeggen over de rol van de NPCF, de CG-Raad en het CSO in de nieuwe subsidiesystematiek. Deze drie koepels zijn voor mij belangrijke gesprekspartners vanwege hun kennis van het gehele PGO-veld, maar het is niet de bedoeling dat zij beslissen over subsidies. Ik zie voor de drie koepels een belangrijke rol weggelegd op het vlak van de collectieve belangenbehartiging. Ik verwacht daarnaast dat zij de PGO-organisaties ondersteunen bij hun ontwikkeling. Bij de integrale borging van de diverse belangen. Wellicht kunnen zij in dat kader ook enkele voor het gehele PGO-veld van belang zijnde thema’s uitwerken.

In dit licht wil ik ook graag mijn waardering uitspreken voor het Fonds PGO. Het fonds heeft in de afgelopen jaren een grote staat van dienst opgebouwd en is uitgegroeid tot een herkenbare en deskundige instelling. Een nieuwe wet over de organisatie van publieke taken maakt dat ik nadenk over de positionering van het fonds PGO. Ik zoek daarbij naar een vorm waarbij de subsidieverstrekkende organisatie voor het PGO-veld hoe dan ook duidelijk herkenbaar blijft.

Dames en heren, ik rond af.
Ik hoop dat ik in dit nieuwe jaar, net als in voorgaande jaren, mag rekenen op een constructieve bijdrage van uw kant. Dit jaar moeten we slagen gaan maken.
Ik ben er van overtuigd dat we er dan gezamenlijk voor kunnen zorgen dat de positie van de patiënt – en daarmee de kwaliteit van de zorg – in 2008 een grote sprong vooruit maakt.