'Meer samenwerking nodig met gasproducerende landen'

Minister Van der Hoeven wil in 2008 extra maatregelen nemen om Nederland als gasland op de kaart te zetten. Dat zei ze 16 januari 2008 bij de nieuwjaarsbijeenkomst van de Koninklijke Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland.

Nederland moet nu al maatregelen nemen om in de toekomst een sterke positie als gasland te houden. Van der Hoeven: ‘Dankzij ons aardgas zijn we als klein land een invloedrijke partner in de Europese Unie. Die positie moeten we in stand houden. Maar we moeten reëel zijn. Onze voorraden raken langzaam op.’

Nederland gaat daarom de contacten met gasproducerende landen uitbouwen. De concurrentie op de wereldmarkt van vloeibaar gas neemt toe. Binnenkort bezoekt de minister Algerije en onlangs sprak ze in Rusland over samenwerking voor aanvoer van gas. Ze is van plan regelmatig op handelsmissie te gaan naar grootproducent Rusland. Van der Hoeven: ‘Die samenwerking kan veel vruchten afwerpen. Zeker als we onze gasvraag weten te koppelen aan de Russische vraag naar producten en kennis die wij kunnen bieden. Ik denk aan energiebesparing, landbouw of watermanagement.’

Verkeersknooppunt

Ook in eigen land is nog het nodige werk aan de winkel. Zo moet bijvoorbeeld de capaciteit van de infrastructuur worden uitgebreid, zodat Nederland meer gas kan transporteren. Binnenkort stuurt de minister hierover een brief naar de Tweede Kamer.
Doel van de maatregelen is dat Nederland in de toekomst het verkeersknooppunt wordt van Noordwest Europa voor invoer, doorvoer, opslag en handel van gas. De uitgangspositie is gunstig. Nederland ligt tussen grote gasmarkten als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Bovendien is de bodem zeer geschikt voor ondergrondse gasopslag en kan de Rotterdamse haven de aanvoer van LNG-gas aan.