Reactie op monitoringrapport commissie Frijns

Reactie van de minister van Economische Zaken, mw. M. J. A. van der Hoeven, t.g.v. in ontvangst nemen nalevingsrapport 2007 Monitoring Commissie, Den Haag, 19 december 2007

Dames en heren,

Inleiding
Allereerst dank ook ik de Commissie Frijns voor het rapport. U hebt in korte tijd weer veel werk verzet. Minister Bos heeft zojuist iets gezegd over de rol van de Raad van Commissarissen in relatie tot beloningen. Ik wil mij in mijn reactie vooral richten op toezicht en diversiteit.

Voor onze economie is het van levensbelang dat het Nederlandse bedrijfsleven goed presteert. Het toezicht door de Raad van Commissarissen (RvC) is daarbij een belangrijke factor. Dat blijkt de laatste tijd steeds duidelijker. De SER betrekt het toezicht in het recente advies over de positie van werknemers. Het ministerie van Justitie is bezig met een wetsvoorstel met daarin aandacht voor het one-tiermodel. En ook in de adviezen van de Vereniging voor Staathuishoudkunde wordt het belang van goed toezicht benadrukt.

Diversiteit
Kortom: de RvC mag zich verheugen in de nodige belangstelling. Dat is ook terecht. De RvC kan immers het bestuur terugroepen en adviseren. Het toezicht moet het belang van de onderneming dienen. Dat betekent niet – júist niet – dat de RvC klakkeloos de lijn van het management van de onderneming moet volgen. De RvC moet een kritisch geluid kunnen laten horen en het bestuur op andere gedachten kunnen brengen. Dat kan alleen als de kwaliteit van die RvC hoog is. Die kwaliteit staat of valt met de samenstelling van de Raad. De leden moeten elkaar niet voortdurend de tent uit vechten. Maar ze moeten het ook weer niet altijd met elkaar eens zijn. Dat pleit ervoor in een RvC mensen met verschillende achtergronden, leeftijden en specialisaties bij elkaar te brengen. Niet alleen de RvC zélf, maar ook diversiteit binnen die Raad staat de laatste tijd dan ook erg in de belangstelling.

Vrouwen
Vooral de rol van vrouwen – of juist het nagenoeg ontbreken daarvan - binnen het bestuur en de RvC van ondernemingen is daarbij zeer actueel. De Commissie vindt niet dat er een wettelijk verplicht quotum moet komen voor vrouwen in Raden van Commissarissen. Wél vindt de Commissie dat de RvC moet streven naar een gemengde samenstelling met vooral meer diversiteit in geslacht. Want ook ondernemingen zélf hebben er baat bij om meer vrouwen in de top te hebben.

Ik ben blij met de aanbevelingen van de commissie. Ik geloof er namelijk heilig in dat meer diversiteit bijdraagt aan hogere kwaliteit. Ik las eens dat je kracht niet afhangt van hoevéél gaven je hebt, maar vooral van het evenwicht tussen die gaven. Een Raad van Commissarissen die alléén maar bestaat uit zeer capabele jonge vrouwen met allemaal een andere nationaliteit is net zo eenzijdig als een Raad die slechts leden heeft uit het welbekende old boys network. Een Raad die qua samenstelling in balans is, kan evenwichtige besluiten nemen.