‘Ik ben best trots’

Harm Schonewille is beleidsadviseur voor De Gelderse Roos, een instelling voor mensen met psychische problemen en psychiatrische aandoeningen, en verantwoordelijk voor de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Hij vertelt over zijn ervaringen.

Zorgzwaartebekostiging

‘De zorgzwaartebekostiging betekent nogal wat voor ons. Tot nog toe behandelden we cliënten vooral als groep. We wisten hoeveel begeleiders we voor die hele groep nodig hadden. De begeleiders verdeelden vervolgens zelf hun aandacht over de leden van die groep. Met de invoering van de zorgzwaartepakketten in 2008 benaderen we onze cliënten veel meer per individu. Dat betekent dat we nu per cliënt moeten inventariseren hoeveel zorg hij nodig heeft.’

Schonewille verwacht dat de formatie door de zorgzwaartebekostiging niet erg zal veranderen: ‘Het aanpassen is een lastig proces omdat niet al onze patiënten onder de zorgzwaartebekostiging vallen. Er zitten ook DBC-cliënten tussen. Als er al aanpassingen zijn, dat verwacht ik dat we meer budget zullen krijgen. We hebben al een aantal jaren het idee dat de beschikbare middelen ontoereikend zijn. Tijdens de indicatiestelling en de controle is dit vermoeden bevestigd, maar we moeten nog maar zien of we de benodigde extra budget ook krijgen.’

Over de prioriteiten van de organisatie zegt de projectleider: ´Onze prioriteit ligt op dit moment bij het regelmatig controleren van het zorgzwaartepakket van de cliènten. Wij hebben te maken met een vrij constante groep cliënten met een zorgzwaartepakket, maar het verloop binnen de groep is groot. Er komen steeds nieuwe cliënten bij en er gaan ook steeds cliënten naar een andere groep omdat hun zorgzwaarte verandert. Het controleren van de zorgzwaarte betekent een extra administratieve last.´

Aan de communicatie over zorgzwaartepakketten met de cliënten doet De Gelderse Roos nog weinig: ‘Er is nu nog geen goed productenboek, daarom kunnen we de cliënten ook nog niet veel vertellen. Bovendien weten de meeste cliënten wel waar ze aan toe zijn. We werken nu ook al behandel- en verpleegplannen.’

De invoering van de zorgzwaartebekostiging is binnen de organisatie wel goed gecommuniceerd, al geldt dat vooral voor het lijnmanagement. De medewerkers weten nog niet zo goed waar ze aan toe zijn: ‘Ik merk dat medewerkers nogal terughoudend zijn. We moeten veel investeren om medewerkers te overtuigen van het nut en de noodzaak van de bekostiging, maar vooral ook om het levend te houden. Nu is de zorgzwaartebekostiging vooral nog een last. Ik ben dan ook best trots dat wij al ruim honderd jaar zorg leveren en dat nu, ondanks de invoering van de zorgzwaartebekostiging nog steeds doen. We moeten natuurlijk kritisch blijven op onszelf, maar het feit dat we al zo lang bestaan en helaas nog steeds te maken hebben met wachtlijsten zegt wel iets.’