Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij conferentie open standaarden en open source software

Dames en heren,

U denkt met Sinterklaas of met Kerst: “Kom, laat ik eens een leuke game kopen voor mijn neefje”. U weet dat hij “Warcraft” heel mooi vindt, koopt het en geeft het hem cadeau. Vol enthousiasme pakt hij het uit. Maar dan zegt hij verdrietig: “Dit spel kan ik niet spelen, want het is voor een andere spelcomputer”.

Net zo frustrerend is het als burgers documenten willen uitwisselen met de overheid. Het kan niet zo zijn dat dit maar in het formaat van één leverancier kan. De overheid kan niet tegen iemand die een ander formaat gebruikt zeggen, u gebruikt niet de software die wij gebruiken. Jammer, maar we kunnen u niet helpen.

Dit lossen we niet op door alle mogelijke formaten, of standaarden, toe te staan, maar door te standaardiseren op standaarden die iedereen vrij mag gebruiken en die leveranciers in hun software mogen implementeren op gelijke voorwaarden: open standaarden dus.

Het actieplan “Nederland open in Verbinding” dat Staatssecretaris Heemskerk en ik in september naar de Kamer hebben gestuurd, gaat hierover. Gelijke kansen voor iedereen, zonder uitsluiting van bepaalde groepen.

Het actieplan gaat ook over open source software. Software die door iedereen gebruikt, verbeterd en verspreid mag worden. Software die burgers, overheden en bedrijven stimuleert om met elkaar samen te werken.

Een voorbeeld is het amendement in de Amsterdamse gemeenteraad in 2005 om open source alternatieven te bekijken. Dat heeft tot veel enthousiasme geleid en nu is er zelfs een businessplan. Maandag werd in het Parool bericht dat de eerste proefopstellingen zelfs beter en efficiënter functioneerden dan verwacht.
Wat Amsterdam overigens eerst deed was rondkijken wie er nog meer met open standaarden en open source software bezig was. Dat bleken heel wat gemeenten te zijn en het bleek ook dat velen geïnteresseerd waren in de experimenten van de gemeente Amsterdam
Deze heeft toen een bijeenkomst georganiseerd met tien van de niet geringste steden en daaruit is het manifest “Open Overheidsorganisaties” voortgekomen waarin leveranciers gevraagd worden hun software op open standaarden te baseren en de gemeenten te bedienen met software die niet van maar één leverancier afhankelijk is.
Steeds meer gemeenten tekenden dit manifest en het signaal naar de leveranciers is duidelijk, namelijk: biedt ons software die ons vrijheid geeft en niet bindt aan één leverancier.

In het actieplan staat dan ook dat open source software een gelijkwaardige plaats bij overheidsaanbestedingen moet hebben.
Het plan beschrijft ook de stapsgewijze invoering van de open standaard ODF voor de uitwisseling van documenten om uiteindelijk uit te komen bij de ODF voor alle overheidsorganisaties; het Rijk op 1 april 2008, de andere overheden vanaf december 2008.
Het ministerie van BZK heeft als eerste de zogenaamde “ODF-plugin” binnen het departement uitgerold en voldoet nu aan die verplichting. Voor de “officiële publicaties”, voorzien voor eind 2008, geldt dat elektronische documenten ook in ODF zullen worden geleverd.

Het andere punt van het actieplan is dat bij contracten met de rijksoverheid het “comply or explain” principe geldt.
Dit laatste, de mogelijkheid om af te wijken van de norm als het noodzakelijk is, hebben we er in gezet omdat we de kwaliteit, continuïteit en betrouwbaarheid van de elektronische dienstverlening willen garanderen en de administratieve lasten niet willen laten stijgen. Dit blijft één van de belangrijke aandachtspunten.

“Ik wil mijn vrijheid terug”
dat zei een vertegenwoordiger van de gemeente Haren. Vrijheid voor het kiezen van de software die ik wil en van een leverancier die mij begrijpt.
Zowel open standaarden als open source software vergroten de vrijheid bij het kiezen voor een leverancier. Er ontstaat veel meer concurrentie. Ook Haren heeft gemerkt dat open source software en open standaarden tot samenwerking leidt door te gaan samenwerken met 4 andere gemeenten.
Deze zogenaamde Groningse A7-gemeenten werken samen in het onderzoek en de implementatie van open source trajecten. Door kennis met elkaar te delen en omdat kosten voor open source software laag zijn, dalen de kosten van de ICT-investeringen. En alle partijen kunnen makkelijk afspraken maken hoe ze gegevens met elkaar willen uitwisselen, zonder daarbij afhankelijk te zijn van één leverancier.
Hierbij heeft de burger baat, dat moet het uiteindelijke doel zijn.
Uitgangspunt is dat elke burger in principe toegang heeft tot overheidsinformatie. Dat wil het Kabinet onder andere waarborgen in de webrichtlijnen waarin open standaarden verplicht zijn. Om dezelfde reden heeft de Belastingdienst het aangifteformulier inkomstenbelasting ook voor Apple- en Linux-gebruikers toegankelijk gemaakt.

Dames en heren, de basisvoorzieningen van de e-overheid zijn al grotendeels gebaseerd op open standaarden en maken veel gebruik van open source software.
Voor de e-overheid geldt dat open standaarden verplicht zijn. Er worden veel open source software toepassingen gebruikt én gemaakt, zodat we ook weer kunnen teruggeven aan de samenleving.
Diensten als DigiD, eFormulieren en onderdelen van stroomlijning basisgegevens maken gebruik van open standaarden en zijn verwezenlijkt als open source software. Daarmee is de overheid transparanter geworden.
Gemeenten doen veel: naast Amsterdam zijn Groningen, Heerenveen en Den Haag bezig, maar ook Haren, Vaals en Spijkenisse. In het boekje ‘Open Gemeenten’, dat inmiddels bij iedere gemeente is bezorgd en ook vandaag gratis voor u beschikbaar is, staan tientallen voorbeelden van gemeenten die volop open source software gebruiken. Bijna iedere twee weken komt er een nieuwe bij op de OSOSS website.

Alleen al in Europa bedraagt de marktwaarde van open source software 12 miljard euro. Dat biedt grote kansen voor het bedrijfsleven. Ik zie dat ook veel bedrijven open standaarden en open source software als uitdaging zien en de overheid willen helpen bij het implementeren en onderhouden ervan. Ik juich dat nadrukkelijk toe.
En als ik kijk naar de informatiemarkt in de hal, dan zie ik genoeg bekende en minder bekende bedrijven die u kunnen helpen bij het implementeren, onderhouden en ontwikkelen van open source software.

Dames en heren
Terugblikken én vooruitzien: zowel staatssecretaris Heemskerk als ik vinden de maatschappelijk effecten van open standaarden en open source software buitengewoon belangrijk. We doen het namelijk ergens voor. Samenwerken, transparantie en een verbetering van de maatschappelijk dienstverlening zijn zaken waar wij ons voor inzetten.
Daarom stellen we daar in de komende vier jaar 8,5 miljoen Euro voor beschikbaar. Voor een programmabureau en aanvullende acties.
Dat helpt, maar het helpt een beetje. Veel belangrijker is actie door U: de departementen, de medeoverheden en overheidsinstellingen.
Kijk om u heen vandaag, praat met elkaar; het delen van informatie, daar gaat het immers om.