Toespraak bij het aanbieden van de nota Biologische Landbouw

Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, bij het aanbieden van de nota Biologische Landbouw, 13 december 2007.

Dames en heren,

Welkom op deze misschien wat ongebruikelijke locatie. Het is een fictieve supermarkt. Het thema van de tentoonstelling en de inhoud van de nota passen zo mooi bij elkaar, dat ik besloten heb de nota niet op de post te doen, maar hem u persoonlijk aan te bieden. Onder het genot van, en ook dat past er helemaal bij, een biologisch hapje en drankje.

De timing is natuurlijk ook perfect. Ik weet niet of u vorige week de kranten heeft gelezen, maar het was louter ' biologisch' wat de klok sloeg: ' Recordomzet aan bioproducten', ' 2007 topjaar voor biologisch', `Import dreigt door tekort bioproducten'. Het zijn zomaar wat krantenkoppen die ik tegenkwam. En dat heeft de biologische sector ook wel verdiend.

De sector mag trots zijn op wat ze heeft bereikt en mag dat - wat mij betreft - ook wat vaker uitdragen. Bijvoorbeeld door te laten zien en te laten proeven hoe smakelijk biologische producten zijn. Het is niet voor niets dat top koks graag werken met biologische ingrediënten.

De afgelopen jaren heeft de sector, met steun van de overheid, al hard aangewerkt aan haar imago en aan de ontwikkeling van de biologische keten. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen.

Ik wil dan ook graag die samenwerking voortzetten. Zo is de nieuwe nota in goed overleg met de sector tot stand gekomen. En ik heb samen met de huidige convenantpartners uit het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties een intentieverklaring ondertekend om te komen tot een nieuw convenant.

De samenwerking gaat dus goed. En datzelfde kan ook zeggen over de vraag naar biologische producten. Het gaat zelfs zo goed dat de vraag op dit moment harder stijgt dan het aanbod. De uitdaging voor de sector is deze groei de komende jaren vast te houden, zodat de sector zich ontwikkelt tot een robuuste en een economisch volwaardige marktsector die op eigen benen kan staan. De convenantpartners gaan deze uitdaging oppakken. En daarom word in de nota dan ook ingezet op het op verantwoorde wijze afbouwen van de overheidsteun.

Dit gehoord hebbende, vraagt een aantal van u zich ongetwijfeld af: het gaat goed, het gaat crescendo met de biologische landbouw, dus waarom nog een nieuwe nota? Inderdaad, het moet gezegd: biologische landbouw scoort sterk op duurzaamheid, verbinding en verbreding. En dat is wat het Kabinet wil: een agrarische sector die op het gebied van duurzaamheid voorop loopt, en actief de verbinding zoekt met de maatschappij.

Maar toch heb ik nog wat te wensen.

Mijn eerste wens is dat de biologische sector zich blijft ontwikkelen. Dat de sector blijft werken aan het stimuleren van de vraag naar de producten en naar de verdere ontwikkeling van de sector zelf. De sector heeft op dit moment de wind mee: de vraag groeit harder dan het aanbod. Het is nu zaak - en dat blijkt ook uit de quick scan die ik heb laten uitvoeren - dat de groep potentiële omschakelaars (de mensen die erover denken om over te schakelen van gangbaar naar biologische landbouw) snel gaat groeien.

Die bal leg ik overigens heel nadrukkelijk in het speelveld van de sector. Het is aan hen om aan de producent te laten zien dat de biologische sector een volwaardige en economisch gezonde sector is waar ambacht en vakkennis tellen.

Als overheid zullen we de sector wel ondersteunen op het gebied van kennis en communicatie. En verder heb ik besloten om het gebruik van omschakelingsproducten in de catering van LNV te stimuleren. Ze tellen voortaan mee in het totale percentage biologische catering.

Mijn tweede wens is dat ik graag zou zien dat de biologische landbouw en de gangbare landbouw meer met elkaar gaan optrekken. De samenwerking komt weliswaar op gang, maar er wordt nog te weinig uitgewisseld. Bijvoorbeeld op het gebied van marketing. Veel meer initiatieven uit zowel de biologische landbouw als de gangbare landbouw zouden elkaar kunnen versterken. Denk bijvoorbeeld aan de Week van de Smaak.

En verder wordt er nog veel te weinig kennis uitgewisseld. Beide sectoren hebben veel onderzoek gedaan, maar houden de uitslagen voor de borst. Ik wil voor de komende vier jaar tien procent van het LNV budget voor beleidsondersteunend onderzoek blijven reserveren voor de biologische landbouw. Maar ik stel daarbij de eis dat bij tien procent van dit budget, actief de relatie gelegd moet worden met vraagstukken in de gangbare landbouw.

Dames en heren,

Ik wil het hierbij laten. We staan vandaag in dit Atrium in een etalage. Maar dat zou eigenlijk iedere dag zo moeten zijn. Want er is misschien al veel bereikt, maar er is nog een wereld te winnen. Ik wens u een smakelijke lunch en een leerzame rondgang over de tentoonstelling.