Antwoorden op kamervragen van Wolbert over patiënten in nood door tekort thuiszorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2810695

4 december 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Wolbert over patiënten in nood door tekort thuiszorg (2070803550).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht (in het Algemeen dagblad van 24 oktober 2007) over de dreigende gevolgen van de capaciteitsproblemen bij de zorgkantoren van Achmea?

Antwoord 1
Ja. Achmea heeft een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse staat en de NZa om te bewerkstelligen dat het budgetplafond van de AWBZ in 2007 wordt losgelaten. De rechter heeft op 13 november jl. deze eis van Achmea afgewezen, met als motivering dat Achmea niet heeft kunnen aantonen dat de cliënten die onder haar zorgkantoren vallen niet de zorg krijgen waarop zij op basis van de AWBZ recht hebben. Achmea wordt verweten zich onvoldoende te hebben ingespannen. Verder oordeelt de rechter dat de staat gerechtigd is om een financieel kader te stellen aan de uitgaven van de AWBZ.

Vraag 2
Is het waar dat cliënten in ziekenhuizen moeten wachten tot ze naar huis kunnen omdat er niet meteen thuiszorg geleverd kan worden?

Antwoord 2
Het kan, evenals bij thuiswonende cliënten, voorkomen dat cliënten in ziekenhuizen even moeten wachten voordat de geïndiceerde zorg thuis kan worden geleverd. Zolang dit binnen de Treeknormen gebeurt vind ik dat acceptabel.

Vraag 3
Weet u dat het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen heeft aangegeven dat de geïndiceerde thuiszorg de laatste tijd vaak overgenomen wordt door mantelzorgers, zodat patiënten toch snel naar huis kunnen? Zo ja, bent u van plan daar iets aan te doen?

Vraag 4
Is het u bekend dat er op het ogenblik bijna 100 cliënten in de provincie Drenthe wachten op thuiszorg? Weet u hoeveel daarvan spoedeisende zorg nodig hebben of langer dan
6 weken moeten wachten?

Antwoord 3 en 4
Ik ben ervan op de hoogte dat dit ziekenhuis dit via de media kenbaar heeft gemaakt. Verder beschik ik niet over doorlopende informatie over het aantal wachtenden in de provincie Drenthe (een Achmea-regio). Gelet op de recente uitspraak van de rechter op basis van het door Achmea aangespannen kort geding (zie bij antwoord 1), zie ik geen reden om nadere maatregelen te treffen. Overigens heeft het recente knelpuntenonderzoek van de NZa in deze regio ook laten zien dat er bij thuiszorginstellingen in de regio capaciteit beschikbaar is om nieuwe clienten aan te nemen, zodat er geen sprake hoeft te zijn van een problematische wachtlijst in deze regio.

Vraag 5
Is het u bekend dat volgens enkele ziekenhuizen het bijna zo ver is dat terminale zorg niet meer thuis geleverd kan worden?

Antwoord 5
Het uitgangspunt is dat terminale zorg in alle gevallen moet worden geleverd. Primair kan hier een beroep gedaan worden op zorgaanbieders die nog budgetruimte beschikbaar hebben. Mochten die instellingen niet de vereiste kennis in huis hebben dan kunnen eventueel wel deskundige thuiszorginstellingen (zonder budgetruimte) in de regio alsnog deze zorg leveren. Met de NZa is verder afgesproken dat zij op dit punt vinger aan de pols houden en zullen ingrijpen als de zorg werkelijk in gevaar komt.

Vraag 6
Vindt u de omstandigheid dat mensen niet meer kunnen kiezen waar ze willen overlijden een aanleiding om de noodprocedure in werking te stellen, gelet op uw toezegging tijdens het algemeen overleg van 4 oktober jl. over dreigende cliëntenstops in de thuiszorg om indien noodzakelijk een dergelijke procedure in te voeren?

Antwoord 6
Om mogelijke onrust bij clienten te voorkomen heb ik in geval van (voornemens tot) regionale cliëntenstops een spoedprocedure geïntroduceerd. De NZa heeft de (werk)processen zo ingericht dat bij een melding van een acuut regionaal knelpunt van een zorgkantoor of op mijn verzoek met spoed deze melding wordt onderzocht. De benodigde informatie om een oordeel over de situatie te kunnen vormen, verzamelt de NZa meteen. Hiermee kan de NZa veelal binnen een week een advies geven hoe om te gaan met een eventueel acuut knelpunt. De NZa zal bij concrete signalen deze noodprocedure in werking stellen.

Vraag 7
Kunt u de toezegging tijdens dit algemeen overleg, dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zal bekijken of een herverdeling van budgetten tussen de regio’s nodig is, nog in 2008 invoeren?

Antwoord 7
In 2008 zal de beschikbare groeiruimte AWBZ op een nieuwe systematiek, namelijk op basis van objectieve kenmerken, worden verdeeld. Dit is een eerste stap op weg naar een nieuwe regionale verdeling van het AWBZ-budget. Vervolgens zal de NZa volgend jaar bekijken of en hoe een verdere verfijning van deze verdeelsystematiek wenselijk is. Het plan is om in 2009 zo’n 25% van de totale extramurale groeiruimte te verdelen via een meer verfijnd verdeelmodel.