Nederland twee jaar langer in Uruzgan

Nederland levert na augustus 2008 opnieuw een bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan tot augustus 2010. De Nederlandse militairen krijgen daarbij versterking van troepen uit andere landen. Het kabinet heeft hierover vandaag een zogeheten artikel-100-brief naar het parlement gestuurd.

De komst van andere partners leidt gaandeweg tot een vermindering van twee- tot driehonderd Nederlandse militairen in Uruzgan. Het totaal aantal Nederlandse troepen in Afghanistan komt daarmee op termijn op 1350 tot 1450. Op 1 augustus 2010 draagt Nederland zijn leidende militaire rol in Uruzgan over aan een ander land. Vanaf die datum tot 1 december 2010 zal terugtrekking van de Task Force Uruzgan plaatsvinden.

De regering realiseert zich dat de nieuwe missie veel vergt van de krijgsmacht, zowel van het personeel als van het materieel. Hoewel het een complexe en risicovolle missie blijft, met de kans op Nederlandse slachtoffers, is zij van mening dat het belang van de missie opweegt tegen de risico´s.

Bij de besluitvorming heeft het kabinet nadrukkelijk rekening gehouden met de financiering van de missie. Naast de extra kosten die met de inzet zijn gemoeid, heeft de bijdrage in Afghanistan ook gevolgen voor de reguliere defensiebegroting. Daarbij gaat het onder meer om materieel dat als gevolg van extra slijtage eerder aan vervanging toe is. Na 2008 wordt daarom twee keer vijftig miljoen euro extra toegevoegd aan de defensiebegroting.

Het besluit voor de missie is genomen op verzoek van de Afghaanse regering, de NAVO en de VN. Ook het draagvlak onder de bevolking en de verbondenheid met de Afghaanse bevolking is daarin meegewogen. Het doel van de NAVO-missie blijft: zorgdragen voor een veilig Afghanistan waardoor ontwikkeling en opbouw mogelijk wordt.