Herfstborrel Meines en Partners

Speech minister M.J.A van der Hoeven, tijdens de Herfstborrel van Meines & Partners, 27 november 2007, Kloosterkerk, Den Haag, thema: 'De uitverkoop van Nederland?'

Dames en heren,

Kent u de kreet ‘Indië verloren, rampspoed geboren’? Daar moest ik aan denken toen ik het thema van deze bijeenkomst hoorde: ‘de uitverkoop van Nederland’.

Eind jaren veertig woedde er in ons land een discussie over wat er economisch van ons land moest worden zonder Nederlands-Indië. De tegenstanders van verzelfstandiging voerden fel campagne tegen dekolonisatie.

We weten allemaal hoe het afliep. Indonesië wérd zelfstandig. En de voorspelde rampspoed bleef uit. Sterker nog, Nederland begon eind jaren vijftig aan een periode van ongekende economische bloei.

Nederland in de uitverkoop?

Hoe zullen volgende generaties terugkijken op onze huidige zorgen over globalisering? Ik wil die zorgen niet bagatelliseren. Maar tegelijkertijd kijken naar waar onze eigen kracht ligt. En die optimaal benutten. Dit is hét antwoord op angsten van veel mensen over een snel veranderde wereld, waarvoor ik begrip heb. Een positieve agenda met zelfvertrouwen.

De Nederlandse geschiedenis geeft aanleiding tot zelfvertrouwen. Net als de huidige toestand van onze economie. Vorig kwartaal groeide onze economie met ruim vier procent. De hoogste groei in meer dan zeven jaar.

Toch wordt er heel wat afgesomberd. ABN Amro wordt overgenomen door een Belgisch-Spaans-Schots bankentrio, Numico is gekocht door het Franse Danone, Corus door het Indiase Tata en ga zo maar door. Allemaal waar.

Maar van het bijbehorende beeld - als zou het Nederlandse bedrijfsleven in de uitverkoop worden gegooid – deugt weinig. Dat zou namelijk betekenen dat je winkeldochters wegdoet tegen bodemprijzen.

  • 1. Allereerst gaat het hier niet om winkeldochters, maar om bestsellers waarvoor flinke prijzen worden betaald.
  • 2. Ten tweede, het Nederlandse bedrijfsleven is niet alleen een bestseller. Het is ook een best buyer. Met Nederlandse overnames in het buitenland was in de periode 2004-2006 bijna 77 miljard euro gemoeid, met de buitenlandse overnames in Nederland 48 miljard.
  • 3. Ten derde, je kunt je afvragen hoe nationaal een Europees bedrijf nog kan zijn. Ruim 80 procent van de aandelen van grote beursgenoteerde Nederlandse bedrijven is in handen van buitenlandse aandeelhouders.

Positieve agenda Nederland

Er is dus geen sprake van een eenzijdige buitenlandse overname van Nederlandse ondernemingen. Het is eenvoudig de volgende fase in de internationalisering van het bedrijfsleven, in Nederland en daarbuiten.

Wél zien we nu een stroomversnelling die leidt tot veranderingen in de samenleving, in de economie, in de industriële bedrijvigheid. En tot breed gevoelde onzekerheid. Recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau illustreert dat. Kreeg de samenleving zes jaar geleden nog een ruime zeven, op dit moment is het nog maar een magere vijf. Met mij gaat het goed, zelfs heel goed. Nederlanders behoren tot de gelukkigste mensen van de wereld. Maar wat brengt de toekomst voor mij en voor mijn kinderen? Met die vraag lijken veel Nederlanders te worstelen.

Ik begrijp die onzekerheid. Én ik vind het als politica mijn taak om die onzekerheid om te zetten in een positieve agenda. Een post als Economische Zaken is daar prima voor geschikt. Ik wil naar een ondernemender en innovatiever Nederland. Niet alleen uit het oogpunt van economische groei. Maar vooral omdat het de sleutel is tot meer welzijn, tot grotere sociale mobiliteit, tot meer duurzaamheid. Ondernemerschap is nu eenmaal de beste manier om onze gezamenlijke creativiteit te kanaliseren.

Een hek om Nederland staat nadrukkelijk niét op mijn agenda. Sommigen lijkt dat een oplossing voor die veranderende wereld. Maar zo’n hek biedt slechts schijnzekerheid. Op de langere termijn leidt het tot een ‘gepamperde’ economie die afhankelijk is van de overheid en dus niet meer kan concurreren. De mensen of bedrijven die je voor je land wilt behouden, hou je daarmee niet binnen. De meest ondernemende geesten pakken juist hun biezen, zodra je ze probeert in te sluiten.

Feiten over de ‘uitverkoop’

Dat neemt niet weg dat ik de zorgen achter de protectionistische geluiden, begrijp. Maar laten we eens rustig naar de feiten kijken.

Sommige Nederlanders zijn bang om hun baan te verliezen door bedrijvigheid die naar het buitenland vertrekt. Dat kan ik mij voorstellen. Maar wat zeggen de koele cijfers?

Jaarlijks ontstaan en verdwijnen er in ons land 800.000 à 1 miljoen banen. Dat is de normale dynamiek die een gezonde economie kenmerkt. Inkomende en uitgaande bedrijvigheid bepaalt slechts 5 procent van deze dynamiek. Ook blijkt uit onderzoek van Berenschot dat 84 procent van de Nederlandse bedrijven afgelopen tien jaar geen activiteiten heeft verplaatst naar het buitenland.

Anderen zijn niet alleen bezorgd over het vertrek van bedrijven. Maar ook over het vertrek van scherpe en ondernemende geesten. Volgens de cijfers is er echter geen sprake van ‘brain drain’, maar eerder van ‘brain remain’. Volgens de OESO bedraagt de jaarlijks vertrekkende en inkomende stroom hoger opgeleiden zo’n 200.000, in beide richtingen.

Er zijn ook mensen die met zorg in het hart Europese hoofdkantoren uit ons land zien vertrekken. Toch herbergt Nederland maar liefst 454 hoofdkantoren (bron: ‘In actie voor acquisitie’ van Ministerie van EZ). En dat is niet toevallig. Want uit internationaal onderzoek blijkt dat Nederland ná Zwitserland beschikt over het beste vestigingsklimaat voor Europese hoofdkantoren.

Heldere kaders

Kort en goed, Nederland doet het zo gek nog niet in de globaliserende wereld. We zouden gek zijn om onze positie te verzwakken door ons te verliezen in protectionisme.

Aanval is en blijft de beste verdediging. Kijk naar de Nederlandse scheepsbouwers. In de jaren zeventig en tachtig hadden ze het zwaar te verduren. Met als gevolg dat ze zich gingen richten op nichemarkten met hoge toegevoegde waarde. Baggerschepen, offshore, luxe jachten. Momenteel bloeit de scheepbouwsector weer.

Zolang wij een goed georganiseerd land zijn met creatieve en hoogopgeleide mensen die hier graag willen wonen en werken, met een concurrerend vestigingsklimaat, zal er altijd werk blijven in Nederland. De noemer, het verband waaronder dat werk wordt uitgevoerd, zal veranderen. Maar het werk blijft.

Moeten we als overheid dan maar op onze handen gaan zitten? Zeker niet. Wat Nederland nodig heeft, is niet zoiets benauwends als een hek. Maar heldere kaders voor onze eigen en internationale ondernemers.

Daarom bouwt EZ aan een gastvrij maar ook duidelijk vestigingsklimaat. Zo is in de afgelopen jaren het fiscaal vestigingsklimaat sterk verbeterd. Samen met het bedrijfsleven stimuleren we ook onderzoek en ontwikkeling. Dat is dé manier om ervoor te zorgen dat Nederlandse producten en diensten vernieuwend en dus concurrerend zijn. Ook de kennismigrantenregeling en het terugdringen van overbodige regels is van belang voor een gunstig vestigingsklimaat.

Buitenlandse investeerders zien we graag komen. Zolang deze zich als commerciële partijen gedragen en zich houden aan de spelregels van de kapitaalmarkt. Bij staatsinvesteringen uit opkomende markten is dat niet altijd duidelijk. Daarom verlang ik helderheid over het bestuur en de doelen van deze staatsfondsen.

Een ander voorbeeld van duidelijke kaders: de Code Tabaksblat. Die geeft richtlijnen voor het bestuur van beursgenoteerde bedrijven in Nederland. De Commissie Frijns ziet toe op de naleving van de Code Tabaksblat. Volgende maand komt zij met een advies over de relatie tussen de prestaties en beloning van topbestuurders. Een thema dat maatschappelijk leeft. En waar ik mee aan de slag wil.

Ook de EU speelt een belangrijke rol bij het bieden van perspectief. Dat de Europese lidstaten economisch zo goed draaien, is geen toevalligheid. Volgens een recent rapport van het Duitse financiële concern Allianz heeft dat alles te maken met de Lissabon-strategie. Ondanks alle kritiek lijkt die strategie dus te werken.

Verder verdient Nederland zijn boterham vooral binnen de EU. Het economisch zwaartepunt daarvan verschuift meer naar het Oosten en het Zuiden. President Sarkozy met zijn plan voor een 'Mediterane Unie' speelt daar handig op in. Ik pleit er niet direct voor om Sarkozy's plan te omarmen (daar moeten we nog maar eens goed naar kijken). Maar zijn ambitie om met deze landen een sterkere samenwerkingsrelatie aan te gaan, spreekt mij aan. Ik ben van plan meer aandacht te besteden aan de positie van Nederland binnen de EU, en van de EU ten opzichte van andere regio's.

Slot

Dames en heren,

Ik rond af. Bedrijven en investeerders zijn voordurend op zoek naar nieuwe kansen, nieuwe kennis, nieuwe afnemers en nieuwe leveranciers. Er wordt gekocht. Door Nederlandse bedrijven in het buitenland. En omgekeerd door buitenlandse bedrijven in Nederland. In beide gevallen gaat het om investeringen – het zijn twee kanten van één medaille.

Het gaat om de Nederlandse positie op de mondiale markt. En dus kunnen we er maar beter voor zorgen dat we een goed vestigingsklimaat hebben. Tegelijk begrijp ik de zorgen van mensen. Over de snel veranderende wereld en bedrijven die in buitenlandse handen overgaan. Tegen die mensen zeg ik: dit kabinet heeft een positieve agenda. Openheid, ondernemerschap en innovatie. Nederland is een topeconomie en wij gaan ervoor zorgen dat we dat blijven.

Ik dank u voor uw aandacht.