Toespraak staatssecretaris Bijleveld congres 'Minder regels meer service'

Voordat ik staatssecretaris was, dames en heren, was ik burgemeester. Dat heeft het grote voordeel dat je weet dat burgers geen abstracte categorie zijn, maar echte mensen met een naam en een gezicht en een adres; mensen die – meestal– iets heel redelijks willen van de overheid en dat ze het liefst snel, adequaat en met respect bediend willen worden.

Het zijn ook mensen die vanzelfsprekende zaken vanzelfsprekend vinden en de gegroeide overheidslogica niet vanzelfsprekend vinden.

Waar we nu mee bezig zijn is de overheid aan de burger aan te passen in plaats van dat we burger dwingen zich naar de overheid te schikken.

Dat is dus: de burger centraal stellen.

Dat is niet hetzelfde als een onderdanige overheid, want de overheid moet ook de moed hebben compromissen te sluiten en knopen door te hakken bij tegenstrijdige belangen. Maar het zijn altijd de belangen van burgers en nooit de belangen van de overheid zelf.

Dit Kabinet wil een betere dienstverlening, we willen af van regels die niet nodig zijn;

we willen af van controles die niet nodig zijn of zelfs alleen maar uit wantrouwen voortkomen.

We willen de dienstverlening optimaal maken door de mogelijkheden die de elektronica biedt goed te gebruiken.

En dan willen we ook nog dat de mensen merken dat de overheid daar hard aan werkt.

Dames en heren, het zou nog wel eens saai kunnen worden aan de borreltafel, als de voorbeelden van overheidsbemoeizucht of regelneverij, die nu nog gelden, verdwijnen.

Wat moeten we zonder de opwinding over de vraag of een achterlicht op de jas of aan de bagagedrager moet?

Wat moeten we zonder het bizarre verhaal dat Staatsbosbeheer vergunningen had ingevoerd voor door het bos hollen met meer dan tien personen tegelijk?

Maar serieus: het was absoluut geen pretje dat - als je een gehandicaptenparkeerkaart wilde - je ieder jaar opnieuw een medische verklaring moest gaan halen en op sturen, alsof – om het maar eens heel grof te zeggen – dat been er opeens weer aan zou groeien.

Het is ook niet te verklaren dat als je een paar maanden in het buitenland hebt gestudeerd je niet in Nederland een rijbewijs kan halen omdat je als binnenkomer een half jaar moet wachten voordat je rijexamen mag doen.

Er zijn, kortom een heleboel wetten en regels, die zonder twijfel allemaal logisch waren of misschien gedeeltelijk nog wel zijn, maar waar we heel goed zonder kunnen.

Ik heb in september mijn eerste plannen voor een betere overheidsdienstverlening met minder administratieve lasten aan de Tweede Kamer gepresenteerd.

Die aanpak breekt op een aantal punten met de aanpak van de vorige kabinetten.

Ik ga niet meer uit van kwantitatieve doelstellingen – van zoveel procent minder - maar van knelpunten die door burgers zelf zijn aangedragen zoals de wacht- en doorlooptijden of de onbegrijpelijke formulieren

Een andere nieuwe koers is dat we het de professionals makkelijker willen maken, zodat ze kunnen verplegen, onderwijzen en handhaven in plaats van te moeten boekhouden.

Dat zelfde moet ook voor bestuurders en ambtenaren opgaan.

Die moeten plannen kunnen maken en uitvoeren en niet al hun tijd besteden aan verantwoordingen, tussenevaluaties en monitors.

Een inventarisatie liet zien dat er meer dan 300 rijksbeleidmonitors zijn, allen gericht op het functioneren van gemeenten.

Maar – dames en heren - de belangrijkste koerswijziging is de andere verhouding tussen Rijk en de medeoverheden. Alle overheden hebben elkaar nodig, ook bij het verbeteren van de dienstverlening. Daarom ben ik blij dat bij bijna alle gemeenten de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven hoog op de agenda staan.

In 2008 is ‘regeldruk en betere dienstverlening’ een van de drie speerpunten van de VNG.

Ik ben daar heel erg blij mee!

De gemeenten vinden ons aan hun zijde. Samen gaan we de strijd aan tegen de onnodige bureaucratie. Samen pakken we de belangrijkste knelpunten voor burgers aan en werken we aan een merkbaar betere dienstverlening voor burgers.

Dames en heren,

We staan niet aan het beginpunt. Ook in 2007 hebben we al goede resultaten bereikt. Ik noem er vijf:

1) Zo is de verplichte medische verklaring voor chronisch zieken en gehandicapten bij de verlenging van de parkeervergunning is vervallen;

2)_Bij de helft van alle gemeenten kunnen burgers hun verhuizing elektronisch doorgeven;

3) Bij de helft van de gemeenten is de aanvraag van een elektronisch GBA uittreksel mogelijk;

4) Vrijwilligers hebben geen kleine evenementenvergunning meer nodig en subsidies worden voor meerdere jaren verstrekt.

En nummer 5 …. je kunt weer met zijn tienen hollen door het bos zonder een vergunning aan te vragen. Bedankt Staatsbosheer!

Maar we zijn er nog lang niet. In 2008 gaan we verder:

- De begrijpelijkheid van formulieren wordt beter. Het Rijk zorgt voor een gezamenlijke norm en heel praktische handvatten. Gemeenten maken vanaf september 2008 alleen nog maar begrijpelijke formulieren.

- De gemeenten voeren het Digitaal Klant Dossier in.

- De gemeenten gaan wacht- en doorlooptijden inzichtelijk maken door bijvoorbeeld een klantvolgsysteem in te voeren.

- De VNG kamt de modelverordeningen door.

Dames en heren,

Tien knelpunten moeten hoe dan ook deze kabinetsperiode worden opgelost. Zo moet de overheid meer een luisterend oor zijn voor klachten. De tijd die burgers nu steken in bezwaar en beroep tegen de overheid is simpelweg te groot. Dat kost niet alleen burgers, maar ook de overheid, veel tijd en energie. Te veel tijd en energie.

Het is dan ook juist hier in Rotterdam goed te melden dat de gastgemeente van vandaag, de gemeente Rotterdam, officieel van start gaat met toepassen van mediation bij de overheid. Er is een gemeentelijk netwerk mediators opgericht en er starten zes pilots.

Dus, voordat een besluit wordt genomen, wordt eerst met de belanghebbende contact opgenomen of de informatie wel juist is. En om te proberen het zonder allerlei vervelende juridische procedures de zaken op te lossen.

Het gaat niet alleen om een betere conflictoplossing maar dat er ook gekeken wordt naar het voorkomen van conflicten; het uitleggen van lastige besluiten aan de betrokkenen.

Rotterdam, veel succes hiermee! Ik ben zeer benieuwd naar de resultaten.

Dames en heren,

Het werk van de gemeenten is voor mij van groot belang. De door mijn ministerie ingestelde en gefinancierde Interbestuurlijke Taskforce Regeldruk en de honderd pioniergemeenten zijn hard aan de slag. En om de gemeenten te helpen hun eigen regels te door nemen stel ik vouchers ter beschikking waarmee ze deskundigen de regeldruk in kaart kunnen laten brengen. De VNG is daarbij een goede partner.

De gemeenten staan aan het front. Dat is ook logisch want zij kennen en spreken de burgers dagelijks.

Ik speel mijn rol door zoveel mogelijk mee te denken en instrumenten aan te reiken.

Maar soms denk ik wel eens.

Leren gemeenten wel voldoende van elkaar?

Waarom doet u niet net als Heerenveen?

Daar vertrouwt de gemeente erop dat de aanvrager van een bouwvergunning zelf zorgt dat het bouwplan voldoet aan de eisen uit het bouwbesluit voor gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid.

De gemeente controleert het bouwplan op de aspecten bestemmingsplan, brandveiligheid en constructieve veiligheid. Alleen hierover moeten gegevens worden aangeleverd.

Burgers krijgen bij het Heerenveens model 10% korting op de leges.

Of kijk naar Tilburg dat bij het geven van bijzondere bijstand. Mensen die vanuit de bijstand weer aan het werk gaan, worden in de beginfase ondersteund vanuit de gemeente. Indien blijkt dat een ex-bijstandsmoeder met een wasmachine werk en kinderen beter kan combineren, dan krijgt ze die.

We moeten – en dat is eigenlijk het hele eieren eten - onze eigen positie als overheid heroverwegen.

Wij staan niet langer in het midden van de cirkel. Daar staat de burger, en die vraagt vertrouwen, een zo goed mogelijke dienstverlening en zo weinig mogelijk gezeur.

En daar moeten wij voor zorgen en dan moeten wij niet aarzelen om heilige huisjes omver te halen. Ook al stonden die er al zo lang en ook al waren wij er zo aan gehecht.

Wat is het beste en het meest passend voor de burger die ons benadert?

Wat is de geest van een wet en niet wat is de letter?

Moeten we alles controleren of durven we te vertrouwen?

Voor ik afsluit; ik ben niet naïef.

Er zijn regels nodig, er is behoefte aan rechtsgelijkheid en er zijn oplichters en fraudeurs. Daarvoor moeten we niet de ogen sluiten en als er gehandhaafd moet worden, moet dat ook doortastend gebeuren.

Maar de fraudeurs zijn niet het sombere uitgangspunt van ons beleid. Al het voorgaande blijft overeind. We moeten onze burgers leren vertrouwen. Ze verdienen respect en een optimale dienstverlening.

Dat is de taak van de overheid. Voor de rest hebben ze ons niet nodig. De overheid kan veel, maar de burger en de gemeenschap kunnen meer.