Antwoorden op kamervragen over jeugdwerkloosheid op de Antillen

Antwoorden op vragen van de leden Rutte en Remkes (beiden VVD) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over jeugdwerkloosheid op de Antillen. (Ingezonden 10 september 2007)

1. Vraag
Is het waar dat de jeugdwerkloosheid op het eiland Curaçao 44% bedraagt? Zo neen, wat is het percentage dan wel? Wat is het percentage op de andere Antilliaanse eilanden en op Aruba?

2. Vraag
Welke oorzaken liggen aan de hoge jeugdwerkloosheid op Curaçao ten grondslag gelet op de huidige economische groei, die zichtbaar tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld de bouw van vele nieuwe hotels?

3. Vraag
Bestaat inzicht in de omvang van gastarbeid en illegale arbeid op de eilanden, met name vanuit Colombia en Venezuela?

4. Vraag
Welke maatregelen worden op Curaçao getroffen om de hoge (jeugd)werkloosheid aanzienlijk terug te dringen dan wel de inzet van illegale arbeid te verminderen?

Antwoord op de vragen 1 t/m 4
Voor een antwoord op deze vragen verwijs ik naar de opgevraagde informatie bij de Antilliaanse regering. Tot op heden heb ik geen reactie ontvangen. Ik zal uw Kamer terstond op de hoogte stellen van de reactie zodra deze mij bereikt heeft.

Wat de cijfers betreft kan ik bij de vragen nog het volgende melden:
Het CBS van de Nederlandse Antillen rapporteerde in het arbeidskrachtenonderzoek 2006 Curaçao dat Curaçao een jeugdwerkloosheid kent van 37,6% in oktober 2006, een daling van ruim 6% ten opzichte van de 44% een jaar eerder. Er zijn geluiden dat het percentage ook dit jaar sterk daalt, exacte cijfers daarover hebben mij echter nog niet bereikt. Ook op andere eilanden is de jeugdwerkloosheid hoog, maar wel lager dan op Curaçao. Zo is in de jaarrapportages van de Bank Nederlandse Antillen te vinden dat de jeugdwerkloosheid in Bonaire 20,5% is in 2006 en op Sint Maarten 30,4% is in 2005.

5. Vraag
Is deze problematiek ook aan de orde in het kader van de schuldsanering en de staatkundige hervormingen? Zo ja, wat is de inzet van de Nederlandse regering daarbij? Zo neen, waarom niet?

5. Antwoord
In het kader van de schuldsanering en de staatkundige hervormingen draagt Nederland bij aan de Sociaal Economische Initiatieven (SEI) van de afzonderlijke eilanden.
De doelstelling van de SEI’s is een bijdrage te leveren aan de algemene sociaal economische ontwikkeling van de eilanden, die naar verwachting ook een positief effect zal hebben op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid.
In het bredere verband van de samenwerkingsprogramma’s draagt de Nederlandse regering bij aan het terugdringen van de jeugdwerkeloosheid door te investeren in de vernieuwing van het onderwijs en de sociale vormingsplicht, middels het onderwijs- en jongerenprogramma 2008-2011.