Betere beloning, sterkere positie leraar

Urgent

Leraren kunnen rekenen op een betere beloning (met een sterk accent op opleiding en prestaties), een beter loopbaanperspectief en een versterking van hun positie in de school.

De waardering voor het leraarschap moet omhoog. Niet alleen kunnen leraren rekenen op een betere beloning (met een sterk accent op opleiding en prestaties) en een beter loopbaanperspectief, maar ook zal hun positie in de school worden versterkt. Het kabinet trekt daarvoor honderden miljoenen per jaar extra uit, oplopend tot uiteindelijk ruim 1,1 miljard euro. De ministerraad heeft op voorstel van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ingestemd met het Actieplan ‘Leerkracht van Nederland’.

De dekking van het plan bestaat uit de inzet van de incidentele loonontwikkeling, de reeds eerder gereserveerde 340 miljoen euro uit de enveloppe en een aantal relatief kleine verschuivingen in de OCW-begroting. Daarnaast wordt het profijtbeginsel in het onderwijs versterkt door een beperkte verhoging van het collegegeld (oplopend met zo’n twintig euro per jaar, gedurende de komende tien jaar). Deze verhoging wordt volledig gecompenseerd voor studenten met een aanvullende beurs, en gaat gepaard met een aantal flankerende maatregelen. Dit betreft onder meer het verhogen van de inkomensgrens waar vanaf afgestudeerden moeten terugbetalen en de mogelijkheid om de terugbetaling met vijf jaar op te schorten.

Urgent

Het lerarenplan moet zorgen voor een stevige impuls aan de kwaliteit van het lerarenkorps en daarmee aan de kwaliteit van het onderwijs. Met dit samenhangende, uitgebreide pakket aan maatregelen reageert het kabinet op het advies van de Commissie Leraren (Rinnooy Kan) en het advies van de Onderwijsraad ‘Leraarschap is eigenaarschap’. Beide adviezen hebben de ernst en urgentie van het probleem in kaart gebracht: er dreigt een dramatisch tekort aan kwalitatief goede leraren. Zo zal de komende jaren driekwart van de leraren in het voortgezet onderwijs vertrekken. En ook in het primair onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs dreigen de tekorten onaanvaardbaar op te lopen, zowel voor leraren als schoolleiders. Nu al vallen steeds vaker lessen uit, worden lessen door onbevoegde leraren gegeven en neemt de toch al hoge werkdruk snel toe.

Prestaties

Om het tij te keren volgt het kabinet veel van de hoofdlijnen van het advies van de Commissie Leraren. Het actieplan moet het leraarschap weer concurrerend maken met andere beroepen, specifieke lerarentekorten bestrijden, de uitstroom uit het onderwijs verminderen en de kwaliteit van de lerarenopleidingen fors verbeteren. De leraar moet als het ware weer terug op een voetstuk. Om zeker te zijn dat deze aanpak slaagt, kiest het kabinet voor een andere mix van maatregelen dan de commissie. Daarnaast worden extra financiële middelen pas toegekend op basis van (tussen)resultaten. Met alle betrokkenen in de onderwijswereld worden de komende tijd concrete prestatieafspraken gemaakt.

Doelgericht

Het kabinet kiest niet voor een generieke salarisverhoging, maar wil de extra middelen voor een betere beloning doelgericht en op basis van functioneren inzetten. Zo komt er een bindingstoeslag voor goed presterende leraren die op het maximum van hun schaal zitten, worden in twee fasen de salarisschalen ingekort, verdwijnen de automatische periodieken en ligt er voor leraren (voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs) in specifieke regio’s, waar het werk extra zwaar is, een tijdelijke toeslag in het verschiet van tussen de 5 à 10 procent. Daarnaast krijgen schoolleiders in het basisonderwijs een salarisverhoging van 275 euro bruto per maand.

Participatie

Het kabinet wil de participatie van leraren bevorderen. Zo wil het kabinet toe naar een 40-urige werkweek voor leraren als standaardnorm, op basis van vrijwilligheid. Met een daarbij passend hoger inkomen. Het kabinet wil bovendien de participatie van oudere leraren verhogen. Daarom wordt de ouderenregeling (bapo) vervangen, waarbij nu nog leraren vanaf 52 jaar minder kunnen gaan werken, met deels behoud van salaris. Die leeftijd moet stapsgewijs omhoog naar 60 jaar. Deze groep leraren kan zo onder meer actief zijn bij begeleiding en coaching van startende, jonge docenten.

Sterkere basis

Andere maatregelen uit het actieplan hebben betrekking op de positie van de leraar in de school, op de lerarenopleidingen en de professionaliteit van de school. Zo moet er een beroepsvereniging voor leraren komen, op te richten door leraren. Deze vereniging wordt gevraagd een privaatrechtelijk basisregister en een register voor excellente leraren te ontwikkelen. Daarnaast komt er een gezamenlijk platform van werkgevers en werknemers in alle sectoren van het onderwijs, vergelijkbaar met de Stichting van de Arbeid.

Het is de ambitie van het kabinet dat de leraar weer meer met zijn vak bezig kan zijn. Het kabinet gaat prestatieafspraken met scholen maken over verlichting van de werkdruk van docenten en een betere verhouding tussen lesgevende en niet-lesgevende taken. Ook komen er extra middelen om meer conciërges aan te stellen in het basisonderwijs. Verder kunnen leraren bij een nieuw te vormen scholingsfonds een beurs aanvragen voor de kosten van een opleiding.

Met de lerarenopleidingen worden concrete afspraken gemaakt over het vaststellen van gezamenlijke eindtermen en eindtoetsen. Goed onderwijs vraagt om een sterke schoolorganisatie met goed personeelsbeleid. Innovatie zal daarom niet alleen gericht zijn op de kwaliteit van het onderwijs, maar voortaan ook op het terrein van organisatie en arbeid in het onderwijs.