Antwoorden op kamervragen van Kant en Van Gerven over ziekenhuizen die winst gaan uitkeren aan investeerders

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMC-K-U-2804832

5 november 2007

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van de Kamerleden Kant en Van Gerven over ziekenhuizen die winst gaan uitkeren aan investeerders (2070801180).

Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in overleg is met een aantal ziekenhuizen om bij wijze van proef ziekenhuizen de vrijheid te geven winst te maken en uit te keren aan investeerders? 1)

Antwoord 1
Ik wil graag nog eens een goede analyse maken alvorens een besluit te nemen over het al dan niet toestaan van winstuitkering voor ziekenhuizen. In het AO op 11 oktober 2007 over de brief "Met zorg ondernemen" heb ik een brief over maatschappelijk ondernemen en winstuitkering aangekondigd. In het kader van het debat over die brief zullen de vragen 1 en 3 zonder twijfel aan de orde komen.

Vraag 2
Hoe rijmt u dit met uw eerdere uitspraak dat ‘de vermogens van instellingen niet uit de sector mogen wegvloeien’? 2)

Antwoord 2
De regels met betrekking tot het behoud vermogen voor de zorg bij vastgoedtransacties blijven van toepassing bij winstuitkering. Dat betekent dus dat boekwinsten op vastgoed dat in de beschermde omgeving is opgebouwd, niet aan aandeelhouders mogen worden uitgekeerd.

Vraag 3
Deelt u de mening dat de eventuele winst van ziekenhuizen geïnvesteerd moet worden in de zorg? Zo ja, bent u dan van plan voor deze proef geen toestemming te geven? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Zie beantwoording van vraag 1. Ik zal in ieder geval niet vóór het debat over de toegezegde brief over de maatschappelijke onderneming en winstuitkering toestemming aan NZa voor het winstexperiment geven, ook al omdat ik eerst de implicaties van één en ander goed in kaart wil brengen.

Vraag 4
Wat is uw oordeel over de handelwijze van de NZa in dezen? Deelt u de mening dat er sprake is van een dubbelrol bij de NZa als enerzijds marktmeester in de zorg en anderzijds toezichthouder? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
De NZa heeft, conform de Wet marktordening gezondheidszorg, enerzijds de taak tarieven vast te stellen en anderzijds bij meer vrije tarieven toe te zien op adequete marktwerking. De NZa heeft een instrumentarium gekregen dat voldoende divers is om deze taken op de verschillende terreinen goed te kunnen vervullen. De verschillende bevoegdheden zitten elkaar niet in de weg. De NZa heeft mede de opdracht te zoeken naar een zo effectief en doelmatig stelsel van zorg. De NZa heeft ook de bevoegdheid mij daar gevraagd en ongevraagd over te adviseren. Binnen het wettelijk kader, de Wet marktordening gezondheidszorg, waarin de NZa functioneert, bestaat de mogelijkheid om te experimenteren met verschillende economische prikkels. Daaronder begrepen ook het uitkeren van winst. De NZa kan niet op eigen houtje experimenteren. Daarvoor is een aanwijzing van de minister nodig. Voor het experimenteren met het uitkeren van winst is zelfs een ministeriële regeling nodig op grond van de WTZi. De regeling dient bij het parlement te worden voorgehangen. Nadat de aanwijzing is gegeven, stelt de NZa beleidsregels vast met betrekking tot het experiment.

1) Het Financieele Dagblad, 1 oktober 2007
2) Kamerstuk 29 248, nr. 42, vergaderjaar 2006-2007