Brief aan de Tweede Kamer over huiselijk geweld

Bij brief van 13 maart 2007 (Kamerstuk 2006-2007, 28345, nr. 46, Tweede Kamer) heb ik u, mede namens de Staatssecretaris van VWS, het rapport Aanpak in ontwikkeling (Advies- en Onderzoeksgroep Beke, 2006) toegestuurd; dit rapport betreft een inventarisatieonderzoek naar de aanpak van huiselijk geweld bij gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie. In het vervolg daarop stuur ik mede namens de bewindspersonen van OCW, BZK en VWS mijn reactie.

Uit het onderzoek, zo heb ik u toen bericht, komt naar voren dat de aanpak van huiselijk geweld in de afgelopen jaren sterk is ontwikkeld, maar dat er nog werk verzet moet worden om de aanpak te optimaliseren en vooral de continuïteit te waarborgen. Ik heb tevens aangegeven dat ik over de conclusies en aanbevelingen in overleg ben met de ketenpartners (OM, politie, gemeenten) en dat ik hen verzocht heb op korte termijn aan te geven welke maatregelen zij nemen. Deze maatregelen zullen vervolgens worden meegenomen in het voort te zetten programma Aanpak huiselijk geweld. Ik heb daarbij tevens aangegeven dat ik u hierover tegen de zomer van 2007 nader zou informeren; daartoe dient deze brief.

Ik maak van de gelegenheid gebruik niet alleen in te gaan op de maatregelen die de ketenpartners naar aanleiding van het rapport Aanpak in ontwikkeling nemen; tevens schets ik, gelet op de voornemens in het Coalitie-akkoord van het kabinet met betrekking tot huiselijk geweld, de speerpunten voor de aanpak in de komende periode. Tenslotte geef ik aan welke raakvlakken er zijn met andere onderwerpen.

Naar aanleiding van het rapport Aanpak in ontwikkeling

In het rapport Aanpak in ontwikkeling wordt een groot aantal aanbevelingen gedaan op het gebied van beleid en samenwerking, deskundigheidsbevordering en registratie. Mijn reactie daarop geef ik u hieronder.

Beleid en samenwerking

Gemeenten

In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) stelt iedere gemeente een beleidsplan op waarin ook aandacht kan worden besteed aan het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Vanuit het ondersteuningsprogramma van de VNG en het implementatieprogramma van de Wmo wordt gestimuleerd dat regiogemeenten en centrumgemeenten voor de vrouwenopvang gezamenlijk het beleid ten aanzien van huiselijk geweld vorm geven. Een gezamenlijke aanpak levert voordelen op doordat taken en middelen kunnen worden gedeeld en verdeeld.

Daarnaast is een aantal bij de aanpak van huiselijk geweld betrokken partners (bijvoorbeeld de Advies- en Steunpunten Huiselijk geweld) regionaal georganiseerd. Afstemming en samenwerking met regiogemeenten is daarom essentieel om huiselijk geweld effectief te kunnen aanpakken. Hieraan wordt vanuit bovengenoemde programma’s aandacht besteed.

Om een (te) eenzijdige benadering van het onderwerp huiselijk geweld te voorkomen moet er vanuit zowel de zorg- als de veiligheidsinvalshoek aandacht voor het onderwerp blijven bestaan. Binnen het VNG- ondersteuningsprogramma worden de uitwisseling van goede voorbeelden, initiatieven voor regionale samenwerking en de verbinding met veiligheids- en zorgbeleid bewerkstelligd.

Advies- en Steunpunten Huiselijk geweld

De infrastructuur voor de hulpverlening (Advies- en Steunpunten Huiselijk geweld en instellingen voor vrouwenopvang) is opgezet vanuit de 35 centrumgemeenten voor de vrouwenopvang. De Advies- en Steunpunten Huiselijk geweld pakken in toenemende mate extra taken op. Ik noem het werken met kindsporen, een centrale rol in het kader van het wetsvoorstel tijdelijk huisverbod, casemanagement, vroegsignalering en pro-actief opereren na meldingen van huiselijk geweld.

In 2007 vindt een evaluatie plaats van de stimuleringsregeling ASHG’s. Op basis van deze evaluatie wordt bezien welke acties verder nodig zijn. Het ondersteuningsprogramma ASHG’s van Movisie (advies- en kenniscentrum voor maatschappelijke ontwikkeling) wordt gecontinueerd tot en met 2010. Daarnaast zal, bij gebrek aan een branche-organisatie of ondersteuningspunt voor deze problematiek, bij Movisie een aanspreekpunt voor de ASHG’s worden gecreëerd voor de landelijke overheid, gemeenten, VNG, politie en OM.

Er ligt een wens tot meer uniformering van de werkwijze van de ASHG’s, zowel vanuit de ASHG’s als vanuit ketenpartners, die soms met meerdere ASHG's moeten samenwerken. Zo is het in de huidige samenwerking bijvoorbeeld moeilijk om de verschillende registratiesystemen op elkaar aan te passen, waardoor het zicht op de totale omvang van huiselijk geweld per gemeente en de informatie per gezin ontbreekt. In het voortgezette programma Aanpak huiselijk geweld wordt dit punt meegenomen.

Casusoverleg/ casemanagement

Een van de aanbevelingen van het rapport ‘Aanpak in ontwikkeling’ is het opzetten van een casusoverleg huiselijk geweld en het initiëren van casemanagement. ASHG’s kunnen hier een coördinerende rol vervullen. Een casusoverleg en casemanagement zijn ook in het kader van de implementatie van het wetsvoorstel tijdelijk huisverbod van belang. Voorbeelden van casusoverleg en van werken met casemanagement zijn al beschikbaar.

Een effectief casusoverleg valt of staat met een goede informatie-uitwisseling tussen de betrokken organisaties. ASHG’s, hulpverlening, politie en gemeenten kunnen resultaten op dit gebied verbeteren als zij elkaar continu informeren over actuele zaken en daarbij hun activiteiten op elkaar afstemmen.

Om dit mogelijk te maken heb ik de opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een electronisch Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (IHG). Alle bij de aanpak van huiselijk geweld betrokken organisaties kunnen hier op casusniveau veilig en efficiënt informatie uitwisselen.

Het IHG wordt op dit moment in vier regio’s getest (in de drie pilotregio’s voor het huisverbod Amsterdam, Groningen en Venlo, en in Tilburg). De evaluatie van het IHG moet uitwijzen of en hoe het IHG landelijk wordt uitgerold.

Kindspoor

Het werken met zogeheten kindsporen, een werkwijze om in samenwerking met alle betrokken partners kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld toe te leiden naar de hulpverlening, heeft een impuls gekregen via de onlangs verschenen publicatie ‘Kinderen in de keten’ (januari 2007).

Over enige tijd wordt gepeild of andere regio’s dan de in de publicatie genoemde het goede voorbeeld hebben overgenomen en een Kindspoor hebben opgestart. Als dat niet of onvoldoende het geval is zal ik een implementatieplan opstellen.

Openbaar Ministerie

Een groot deel van het OM-beleid ten aanzien van huiselijk geweld is neergelegd in de aanwijzing huiselijk geweld, die regels stelt omtrent de opsporing en vervolging van huiselijk geweld. Daarbij worden randvoorwaarden geformuleerd voor o.a. de invulling van de lokale samenwerking tussen politie, OM en reclassering.

Het rapport Aanpak in ontwikkeling beveelt aan om de aanwijzing opnieuw te ijken. Het OM zal de aanwijzing in de loop van 2007 herzien, met als doel om een nieuwe aanwijzing in de eerste helft van 2008 in werking te laten treden. Bij die herziening wordt onder meer bekeken of gerichter is aan te geven welke wijze van afdoening effectief is om recidive te voorkomen. Dit gebeurt in samenhang met de aanpak van 'veelplegers huiselijk geweld' en 'recidivisten huiselijk geweld', zoals door de politie is geëntameerd.

Ook wordt bezien of algemene kaders zijn op te stellen voor specifiek doelgroepenbeleid, zoals kindermishandeling of huiselijk geweld met kinderen als getuige. Indien de noodzaak daartoe bestaat, kan de aanwijzing ook behelzen dat reeds met partners gemaakte convenantafspraken geactualiseerd worden.

Politie

De werkwijze van de politie is sinds 2005 vastgelegd in een landelijk protocol waarin de rol, taken en bevoegdheden duidelijk zijn neergeschreven. De politie verwijst zowel plegers als daders en slachtoffers (waaronder ook kinderen als getuige) van huiselijk geweld actief door naar de hulpverlening. De politie legt dit vast in (uitgebreide) mutaties in haar bedrijfsprocessensysteem, waardoor een (begin)dossier wordt opgebouwd.

Deze doorverwijzende rol wordt in de toekomst nog pregnanter als de wet tijdelijk huisverbod van kracht wordt. Dan heeft de politie (voor zover daartoe gemandateerd door de burgemeester) een extra instrument in handen waarmee zij, nog voordat een strafbaar feit heeft plaatsgevonden maar waarin er wel sprake is van dreiging of crisis, een pleger een huisverbod kan opleggen van tien dagen met de mogelijkheid tot verlenging. Dit om al in een zo vroeg mogelijk stadium hulpverlening in het gezin te krijgen.

Betrekkelijk nieuw is de aanpak van de ’veelplegers huiselijk geweld’ en de ’recidivisten huiselijk geweld’. Binnen de nu bekende groep ‘algemene veelplegers’ wordt een extra slag gemaakt als het gaat om huiselijk geweld, in die zin dat deze veelplegers de vermelding “tevens veelpleger huiselijk geweld” krijgen. Deze aanpak wordt in 2007 en 2008 verder uitgewerkt in een werkproces. Dit geldt tevens voor de recidivist huiselijk geweld. Dit betreft elke persoon die meer dan een keer als verdachte voorkomt voor huiselijk geweld in het bedrijfsprocessensysteem van de politie, waarvan de laatste keer in het afgelopen jaar of de afgelopen 12 maanden. Het is de bedoeling een vangnet te creëren rond het gezin/samenlevingsverband van de recidivist om verder huiselijk geweld te voorkomen. Daarbij worden bijvoorbeeld een familielid, de huisarts, gezinshulp en de wijkagent ingeschakeld. De politie kan in zo’n geval belangrijke informatie aanleveren en bij de naleving van afspraken een rol van betekenis hebben.

Recent heeft de Raad van Hoofdcommissarissen besloten dat het landelijke programma met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld tot en met 2011 wordt verlengd.

Effectieve interventies

Wetenschappelijk effectonderzoek naar de behandeling van huiselijk geweld heeft in Nederland nog niet plaatsgevonden. Er zijn veel en verschillende vormen van interventies, zonder dat duidelijk is wat de effectiviteit daarvan is. Hoewel dit in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de aanbieders van de behandeling is het in het algemeen belang dat dergelijk onderzoek wordt gestimuleerd. Ik zal dat in gang zetten.

Deskundigheidsbevordering

Onderwijs en opleidingen

Binnen het programma Huiselijk geweld is blijvende aandacht voor het onderwerp Huiselijk geweld in onderwijs en opleidingen. Onlangs heeft er een inventarisatie plaatsgevonden naar de aandacht voor huiselijk geweld, sexueel geweld en kindermishandeling binnen de beroepsopleidingen voor professionals werkzaam in de jeugdsector. Naar aanleiding van deze inventarisatie heeft een meeting plaatsgehad met opleidingsinstituten, beroepsorganisaties, koepels en brancheverenigingen om met hen de uitkomsten van het onderzoek te delen en te bespreken wat zij met deze uitkomsten kunnen doen.

Openbaar Ministerie

Het OM zal, bijvoorbeeld via de te herijken aanwijzing huiselijk geweld, strikter voorschrijven dat de kennis op de parketten op orde dient te zijn.

ASHG's

De uniformering van de werkwijze voor trainingen, methodieken en voorlichting wordt gestimuleerd. Hier ligt een rol voor het kennisinstituut Movisie voor de verzameling, verrijking en verspreiding van op de praktijk gebaseerde methodieken.

Politie

Bij de politie is door het landelijk programmabureau Huiselijk geweld en de politietaak in samenwerking met de politieacademie een compleet opleidingsplan ontwikkeld en geïmplementeerd voor alle niveaus en doelgroepen binnen de politie .Daarnaast kunnen korpsen op maat opleidingen inzetten voor zittend personeel. Voorts is voor politiepersoneel het politiekennisnet beschikbaar, waar de meest actuele informatie over de aanpak van huiselijk geweld beschikbaar is. De ontwikkelingen binnen de politie-opleidingen staan niet stil en worden voortdurend geactualiseerd. Een voorbeeld daarvan is de aanpak van eerwraak en eergerelateerd geweld en de opleiding huisverbod.

Hulpverlening

In het kader van de implementatie van het Wetsvoorstel tijdelijk huisverbod worden crosstrainingen voor de gezamenlijke ketenpartners aangeboden, onder meer voor de hulpverlening. Verder wordt in de komende periode bezien welke acties nodig zijn om de kwaliteit van de hulpverlening bij huiselijk geweld nog verder te verbeteren, bijvoorbeeld waar het gaat om de systeembenadering. Deze benadering is gericht op het stoppen van het geweld in de relatie, waarbij slachtoffer, pleger en eventuele kinderen hulpverlening krijgen aangeboden.

Gemeenten

De VNG gaat in het kader van het ondersteuningsprogramma ‘Aanpak huiselijk geweld door met het informeren en ondersteunen van gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden bij de aanpak van huiselijk geweld, door onder meer het organiseren van regionale bijeenkomsten, de inzet van consulenten en ambassadeurs en het onderhouden van een website/helpdesk.

Publieksvoorlichting

Regelmatig zullen professionals, maar ook het brede publiek voorgelicht worden over de aanpak van huiselijk geweld. Dat kan onder meer door publiekscampagnes, waarin aandacht gevraagd wordt voor het landelijk telefoonnummer en de website die voor vijf jaar in stand worden gehouden.

Registratie

Openbaar Ministerie

Omdat huiselijk geweld contextgerelateerd is en geen direct verband houdt met een bepaald artikel in het wetboek van strafrecht, is registratie binnen de huidige OM-zaakssystemen (Compas) niet eenvoudig. Het OM streeft ernaar om in het nieuwe registratiesysteem (GPS genaamd) de registratie te verbeteren, waarbij tevens wordt gezocht naar betere aansluiting op de registratie van de politie. Aan de ontwikkeling van het nieuwe registratiesysteem wordt reeds gewerkt.

Wijkscans

Een belangrijk instrument om de aanpak van huiselijk geweld te borgen zijn de zogenaamde wijkscans. In de prestatiecontracten van de politie is deze wijkscan opgenomen. Onder regie van de gemeente gaan de politie en haar ketenpartners daarbij na hoe de wijk er in het kader van wijkveiligheid uitziet en welke acties moeten worden ondernomen om deze veiligheid te waarborgen c.q. te verbeteren. Het zichtbaar maken van gezinnen of adressen waar zich huiselijk geweld afspeelt is daarbinnen van groot belang.

Naast de uitvoering van landelijke monitoring (vooruitgang, knelpunten, nieuwe ontwikkelingen) zullen tevens lokale en regionale monitoring worden gestimuleerd en ondersteund.

Speerpunten voortgezet programma Aanpak huiselijk geweld

Zoals eerder aangegeven wil ik enkele speerpunten in het voortgezette programma Aanpak huiselijk geweld met voorrang aanpakken.

Deze speerpunten zijn, behalve op de aanbevelingen uit het rapport Aanpak in ontwikkeling, gebaseerd op enkele expertmeetings en veldraadplegingen, die ik georganiseerd heb met het oog op het 100- dagenplan.

Ik ga de speerpunten samen met collega’s bewindspersonen, experts en betrokken veldorganisaties nader uitwerken tot een concreet plan. U wordt daarover te zijner tijd geïnformeerd.

Privacy in relatie tot beroepsgeheim.

Het is van buitengewoon belang dat professionals goed weten welke privacyregels voor hen gelden en hoe zich dat verhoudt tot de mogelijkheid om huiselijk geweld te melden. Zeer recent is er in mijn opdracht een publicatie over dit onderwerp verschenen en aan alle betrokken beroepsgroepen toegestuurd; de publicatie is gekoppeld aan een website waarop voor iedere beroepsgroep de toepasselijke informatie is te vinden. Tegelijkertijd is ook een modelconvenant gegevensuitwisseling aanpak huiselijk geweld gepubliceerd, dat door alle bij de aanpak van huiselijk geweld betrokken partijen kan worden gebruikt.

Opvang van en hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk geweld.

In het Coalitie-akkoord wordt aangegeven dat de opvang van slachtoffers van huiselijk geweld en hun kinderen zal worden verbeterd. Mijn collega van VWS werkt dit verder uit, mede op basis van de aangekondigde evaluatie van de ASHG’s en aan de hand van het eind 2006 verschenen onderzoek ‘De maat en baat van de vrouwenopvang’.

Preventie en vroegsignalering

Aan het belang van preventie en vroegsignalering, om zo vroeg mogelijk huiselijk geweld te voorkomen twijfelt niemand. Er is ook al het een en ander in gang gezet, bijvoorbeeld het wetsvoorstel tijdelijk huisverbod en de publiekscampagne ‘Stop huiselijk geweld’. Maar bij preventie en vroegsignalering kan het ook gaan om bijvoorbeeld de voorlichting aan professionals of om opvoedingsondersteuning. Verder kunnen de Centra voor Jeugd en Gezin een belangrijke rol spelen. De komende periode stel ik samen met betrokkenen een plan van aanpak op.

Overige belangrijke punten.

Vanuit internationale hoek, maar ook door de Visitatiecommissie Emancipatie is erop aangedrongen dat Nederland zijn genderneutrale aanpak van huiselijk geweld heroverweegt; onderzocht zal worden of dit wenselijk is. Een ander belangrijk punt is onderzoek naar de effectiviteit van gedragsinterventies. Verder is in het programma huiselijk geweld tot nu toe gebleken dat het bereik van allochtonen een punt van zorg is. De komende periode zal op dit onderwerp een forse inhaalslag gemaakt worden.

Raakvlakken met andere onderwerpen

Kindermishandeling

Huiselijk geweld is ‘geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd’. Het woord huiselijk verwijst dus niet naar de plaats van het geweld (het kan zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden), maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Om die reden valt ook kindermishandeling onder de definitie.

De minister voor Jeugd en Gezin is primair verantwoordelijk voor het onderwerp kindermishandeling. De strafrechtelijke aanpak valt onder mijn verantwoordelijkheid. Bij brief van 25 april jl. is uw Kamer geïnformeerd over zijn voornemens op dit gebied. Ten aanzien van kinderen als slachtoffer of als getuige van huiselijk geweld vindt afstemming plaats tussen het programma Huiselijk Geweld en de aanpak van kindermishandeling vanuit het programma Jeugd en Gezin.

Eergerelateerd geweld

Zoals bij u bekend is een vijfjarig programma opgezet om mede inzicht te krijgen in aard en omvang van eergerelateerd geweld. Dit programma wordt gecoördineerd door Justitie en samen met VWS en VROM (programma Wonen, Wijken en Integratie) uitgevoerd. Het beweegt zich op de terreinen bescherming, maatschappelijke preventie en strafrechtelijke aanpak. U wordt tweemaal per jaar schriftelijk geïnformeerd over de voortgang van het programma. Op 8 februari jl. is met de commissie voor integratie naar aanleiding van de laatste rapportage van 2006 mondeling gedebatteerd.

De aanpak van huiselijk geweld en die van eergerelateerd geweld verschillen waar het gaat om het plegen van interventies. Bij huiselijk geweld richt de aandacht zich veelal op de huiselijke kring; bij eergerelateerd geweld is die aandacht meer gericht op een collectief en op familieverbanden waarin het eergevoel en de aantasting daarvan een essentiële rol vervullen. Toch vertonen beide programma’s bij de invulling daarvan samenhang, omdat dezelfde professionals in de praktijk te maken krijgen met zowel huiselijk geweld als eergerelateerd geweld. Het gaat om de doelgroepen, het bevorderen van deskundigheid, de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s en de samenwerking met de diverse hulpverlenende instanties. Er is in dit verband dan ook afgesproken dat in de verdere uitvoering van de beide programma’s zoveel mogelijk zal worden afgestemd en samengewerkt. Dit geldt ook voor de door VWS gecoördineerde aanpak van vrouwelijke genitale verminking.

Overige vormen van geweld

Binnen het programma ‘Veiligheid begint bij voorkomen’ worden verbindingen gelegd met andere vormen van geweld, zoals geweld in de publieke sfeer.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin