Antwoorden op de vragen van de Kamerleden Agema en Wilders (PVV) over ontslagen onder thuiszorgmedewerkers in Deventer, Salland, Veluwe en Vechtdal als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2785255

20 juli 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van de Kamerleden Agema en Wilders over ontslagen onder thuiszorgmedewerkers in Deventer, Salland, Veluwe en Vechtdal als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (2060720510).

Vraag 1
Kent u het bericht 1) dat 197 thuiszorgmedewerkers in Deventer, Salland, Veluwe en Vechtdal is medegedeeld dat zij ontslagen zullen worden, omdat als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de thuiszorg uitgekleed is tot schoonmaakhulp?

Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht. In de pers verschijnen diverse berichten over ‘dreigende’ ontslagen in de thuiszorg als gevolg van de aanbestedingen van de hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo. Ik hecht er zeer aan dat de medewerkers in de zorg behouden blijven voor de zorg. We hebben deze medewerkers niet alleen nu maar ook in de toekomst hard nodig. Omdat deze mogelijke dreigingen de medewerkers in de zorg direct raken, vind ik het van belang dat ik over de werkelijke gang van zaken goed geïnformeerd ben. Om die reden heb ik een schakelpunt opgericht waar thuiszorginstellingen zich kunnen melden als vanwege de aanbesteding van de hulp bij het huishouden werkgelegenheidseffecten optreden. In de overeenkomst van 19 juni 2007 hebben VWS, werkgevers, werknemers en gemeenten afspraken gemaakt om de incidentele en structurele problemen samen op te pakken. Voor het oplossen van de incidentele problemen heb ik op mijn begroting 20 miljoen euro gereserveerd. Dit najaar zal ik voorts een congres organiseren met de VNG waar gemeenten in staat worden gesteld om de ervaringen die opgedaan zijn bij de eerste ronde van aanbestedingen uitgewisseld kunnen worden. Bij de tweede ronde van aanbestedingen kunnen gemeenten zo de ervaringen van de eerste ronde gebruiken.

Vraag 2
Kent u tevens het soortgelijke bericht 2) dat in West-Brabant 230 banen worden geschrapt bij een thuiszorgorganisatie die zorg aan drieduizend hulpbehoevenden biedt?

Antwoord 2
Zie vraag 1.

Vraag 3
Deelt u de mening dat deze situatie per direct gestopt dient te worden, en dat niet moet worden gewacht op de uitkomsten van onderzoeken in september a.s., omdat dat veel en veel te laat is, en honderden mensen maanden in onzekerheid zitten over hun baan, of over de vraag of ze wel de hulp die ze thuis nodig hebben zullen krijgen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat bewerkstelligen?

Antwoord 3
De overgang van de huishoudelijke verzorging van de AWBZ naar de Wmo en de daaropvolgende aanbesteding door gemeenten kent onmiskenbaar overgangsproblemen. Om die reden heb ik per direct na mijn aantreden maatregelen getroffen. Op basis van een convenant, dat ik heb opgesteld met betrokken partijen, komt er een subsidieregeling om aan de problematiek van de overgang tegemoet te komen bij dreigend collectief ontslag. Ook is afgesproken om gezamenlijk oplossingen te vinden als de problematiek op de arbeidsmarkt structureel blijkt te zijn. Bij het oplossen van problemen zullen de onderzoeksresultaten een belangrijke rol spelen. In het najaar zal ik voorts met de VNG een congres organiseren waarin gemeenten ervaringen uit kunnen wisselen over de eerste ronde van aanbesteden. Met deze leerervaringen kunnen de volgende aanbestedingen veel beter verlopen, en kunnen problemen voorkomen worden. Het is niet zo dat er tot het moment van het verschijnen van die resultaten door mij niets wordt ondernomen.

Vraag 4
Deelt u voorts de mening dat ouderen en hulpbehoevenden uitsluitend thuiszorg type 2 moeten krijgen, omdat er dan naast dat er schoongemaakt wordt, ook bijvoorbeeld wordt gekeken of er nog bedorven artikelen in de koelkast staan, of dat iemand niet vereenzaamd en dat dit de zorg is die aan ouderen en hulpbehoevenden in een welvarend land als Nederland geboden moet worden? Zo neen, hoe ziet u de thuiszorg aan ouderen en hulpbehoevenden in ons land dan?

Antwoord 4
Ik vind dat ouderen en hulpbehoevende, net als in de AWBZ, de hulp moeten krijgen die zij nodig hebben. Ik vind dat dat objectief vastgesteld moet worden. Als altijd hulp bij het huishouden type 2 zou worden ingezet, zou dat beteken dat de regie over het huishouden ook wordt overgenomen van ouderen die dat niet wensen en waarbij dat niet aan de orde is.

Vraag 5
Denkt u vanaf uw vakantieadres nog even aan al die mensen die hun baan of hun noodzakelijke zorg thuis kwijtraken als gevolg van uw plannen?

Antwoord 5
Het zal niet eenvoudig zijn om tijdens mijn vakantie niet te denken aan de opdracht die ik mag vervullen.

1) BN/ De Stem, ‘Thuiszorg zwaar in de problemen’, 7 juli 2007
2) De Stentor, ‘Carinova schrapt banen thuiszorg’, 7 juli 2007